nRVJN\NlER,S
QPSTË UüOEH
DE MANNEN VAN
DE BERGDIVISIE
1 JAMES WA
DOOR
WALLER
M 1 zijn; want later maar ]\]n
nog een oogenblik, want
hf»f ciornnnl cfaat nu rtna nn vpi
Drummer zweeg. In weerwil van zich zelf moest Marlton onwillekeurig
glimlachen.
„Waarom, voorden duivel, deed je het eigenlijk?" informeerde hij.
„Zelfverdediging," zei Drummer, met een strak gezicht. „Het was
werkelijk niet mijn bedoeling om den man te vermoorden."
Marlton's mond viel open.
„Drummer," zei hij grimmig, nadat hij zijn adem terug gevonden had; „je
bent toch werkelijk 'n dubbel overgehaalde leugenaar. Jij kunt, geloof ik, op
zoo'n natuurlijke en volmaakte manier liegen, dat ik met belangstelling uitzie
naar den dag, dat je nog eens een werkelijk goede leugen vertelt. Intusschen
zal ik jou eens iets vertellen. De herrie, die jij blijkbaar hebt met de lui in het
Oosten, is niets, vergeleken met de beroerdigheid die je jezelf hier op den hals
hebt gehaald. In Smith heb je je een gevaarlijken vijand gemaakt."
„Smith informeerde Drummer belangstellend. „Wie is Smith
„Smith," verklaarde Marlton, „is a-h'm 1 Smith," verbeterde hij, „is de
majesteit van de wet, die jouw vervloekte leugens gisteravond geslikt heeft"
Marlton vermeldde niet, dat hij ze ook zelf grootendeels geslikt had
„en naar de New Yorksche politie heeft getelegrafeerd om instructies betref
fende jou."
„O, die!" zei Drummer. „Heet die mijnheer Smith, zegt u?"
„Precies, dat is Smith," antwoordde Marlton. „Pas op voor hem. De
jongens zullen hem natuurlijk er zoo door halen met dat geval van gisteravond,
dat hij elke kans zal aangrijpen, om zich op jou te wreken."
Met zijn houten been beschreef Drummer een serie cirkels in het zand.
„Voor ik mijn been verloor," sprak hij nadenkend, „maakte ik een tamelijk
goed figuur binnen de touwen. Ik heb er zelfs over gedacht beroepsbokser te
worden. Ik denk dat ik nog wel in behoorlijke conditie ben. Ik ben niet bang
voor Smith."
Marlton keek zijn machinist.
aan.
„Daar twijfel ik heelemaal
niet aan, Drummer," zei hij
botweg. „Ik twijfel nooit aan
wat je beweert. Omdat dit nu
het geval is, en ik erg bezorgd
ben voor Smith, zal ik hem
buiten je bereik moeten houden.
Daarom ben je voorloopig bij
de nachtploeg ingedeeld. Be
grepen
„Zeker," antwoorddejprum-
mer kalm.
Marlton stak de rails over,
terug naar het kantoor.
„Smith," zei hij tot zich
zelf, „is laf genoeg om een man
met een houten been te mishan
delen, als hij er de kans toe
krijgt; dat is de eenige soort
man, dien de kerel zou durven
aanvallen zonder een revolver
in zijn hand. Enfin, nu ik
Drummer in de nachtploeg ge
duwd heb, zullen ze elkaar niet
zoo makkelijk tegenkomen."
Maar hierin had Marlton 't mis.
Gedurende de twee vol
gende weken kon van Smith
niet bepaald gezegd worden,
dat hij een aangenaam leven
had. De lui van de Berg Divisie
bezaten een reputatie voor hun
ruwe grappen, en daar Smith
toch al niet bijster getapt was,
kan men zich voorstellen welke
toespelingen op het voorge
vallene de sheriff zooal te hooren
kreeg. De machinisten, de
stokers, de poetsers, de hand
langers, de lijn- en bergwerkers
buitten iedere gelegenheid uit
die zij kregen en die gelegen
heden waren nogal talrijk. Het
humeur van Smith, dat van
nature al niet zeer vroolijk was,
zakte voortdurend op lager peil.
Misschien gingen zij wel iets te
ver, verder dan zij gegaan zou
den zijn, indien ze geweten
hadden, wat het resultaat zou
zijn; want latermaar TO O
nog een oogenblik, want ■'■"U. Z,
het signaal staat nu nog op veilig.
Drummer was niet langer een mysterie voor de Berg Divisie neen,
in geen enkel opzicht. Nu hadden zij hem absoluut door. Drummer kon
evenmin het liegen laten als het ademhalen liegen was een ingeboren talent
van hem, iets geniaals, dat hij eenvoudig moest uiten. Hij was de verpersoon
lijkte leugenaar, niets anders zij hadden Drummer eindelijk door 1
Dank zij Marlton, had er in die twee weken geen ontmoeting plaats
tusschen Drummer en Smith maar spoorweglui onderhielden zeer gedienstig
een verbindingsdienst. Aangezien Drummer nu populair geworden was,
waarschuwden zij hem aanvankelijk serieus uit de buurt van Smith te blijven,
juist zooals de hoofdingenieur dat had gedaan. Toen zij hetzelfde antwoord
ontvingen als Marlton, brachten zij dat, flink aangedikt natuurlijk, over aan
Smith. Tegen hem gaven zij hoog op van Drummer's bokstalenten, en onder
streepten dit nog door de toevoeging, dat zij, ingeval het tot een boksmatch
kwam, beslist op den eenbeenigen man zouden wedden. Zij hielden den bal
aan het rollen, door Drummer te rapporteeren, dat Smith hem bij de eerste
gelegenheid zou attaqueeren.
„Vóór ik mijn been verloor," was Drummer's onveranderlijk antwoord,
„maakte ik 'n vrij goed figuur binnen de touwen. Verscheidene van de groote
boksers heb ik in den ring ontmoet. Natuurlijk zou mijn voetwerk niet merr
dat zijn, wat het toen was, maar ik denk dat ik nog wel in behoorlijke conditie
ben goed genoeg voor Smith, in elk geval."
De lui knipoogden tegen elkaar zij kenden Drummer nu immers hij
was natuurlijk weer gewoonweg aan het liegen. Zij gingen Drummer eens ver
der uithooren over boksen. Drummer liet zich uithooren zeer gemoedelijk.
Tegen het einde van die week knipoogden zij niet meer tegen elkander zij
waren er ten slotte toch niet zoo heel zeker meer van, dat hij in dit speciale
geval aan het liegen was.
Drummer, die, als gewoonlijk wanneer hij een gehoor had, zijn houten
been losgespte en dat in zijn hand nam, om er al zwaaiend zijn beweringen
mee te onderstrepen, sprak werkelijk met kennis van zaken over de nobele
bokskunst. Hij bleek deskundig te kunnen praten over iederen bokser van
eenigen naam tot voor vijf jaar.
Historische boksmatches be
schreef hij hun tot in de kleinste
bijzonderhedenhij kende de
mannen over wie hij sprak hun
gewicht, hun hoogte, den om
vang van hun borst, zelfs hun
kleine persoonlijke eigenaardig
heden. Drummer kende hen
allen, en met de meesten had hij
de handschoenen aangehad. Niet
zoo zeker meer van Drummer
als te voren, lieten ze toch
blijken, dat zij eenigen twijfel
koesterden.
„Jullie lui vervelen me,"
placht Drummer dan bij zulke
gelegenheden op te merken.
„Jullie denken natuurlijk, dat
ik sta te liegen. Best 1 Als een
van jullie, hoogstens tien pond
zwaarder dan ik, misschien
idee heeft 'n tien ronden met
me te boksen, behoeft hij dat
maar even te kennen te geven,
en ik ben direct zijn man.
Hoor ik iemand
Drummer hoorde niemand.
In de Westelijke Vereenigde
Staten wordt niet zelden ge
vochten, maar er is een onge-
schre> en wet, dat men nooit
vecht met iemand die kreupel
is of die een van zijn ledema
ten mist. Zelfs Smith achtten
de lui niet laag genoeg, om
tegen deze ethiek in te gaan.
Maar ach, de kerel stond immers
toch te liegen 1 Om hem op zijn
leugens te betrappen en hem
eens een figuur te laten slaan,
lieten zij door één der machi
nisten van uit het Oosten een
paar bekende bokstijdschriften
meebrengen. Drummer's be
weringen konden zij dan toetsen.
Maar het antwoord dat zij op
die wijze kregen, verbijsterde
hen Drummer's boksverhalen
De vacantie wordt voorbereid.