De *Ru%gemeeóteb~
OOH e* oeïtett....
No 52
De gang in het gemeentehuis van Goes.
Met groote welwillendheid heeft ook de heer
G. A. Hajenius, burgemeester van Goes,
Zeelands vierde gemeente, zich voor „Ons
Zeeland" laten interviewen.
Burgemeester Hajenius is een even temperament
vol als vlot causeur, hij heeft een scherpen kijk op
menschen en zaken, gevoel voor humor is hem aller
minst vreemd en wanneer men dan nog weet, dat
ruim veertig jaren ambtenaarsloopbaan hem een
arsenaal van practische ervaring verschaften,
begrijpt 'n ieder, welk een onverdeeld genoegen
het is, met dezen burgervader te spreken of beter
hem te hooren spreken, vooral over de gemeente,
die hem lief is, al bespaarde zij hem het leed lang
niet altijd.
Als jongeman van 35 jaar is burgemeester
Hajenius 11 Juni 1904 naar Goes gekomen als
gemeente-secretaris en wel op 'n salaris van
f 1500, na diezelfde functie reeds te hebben bekleed
te Dodewaard, Diepenveen en Texel.
Goes was toen nog maar 'n gemeente met ruim
7300 inwoners (thans ruim 9500) en de toestand
ten stadhuize was aller-primitiefst. Er was (zegge
en schrijve) één volledig ambtenaar,, daar de ad
junct tevens.... burgemeester van Hoedekens-
kerke en gemeente-secretaris van 's Heer Abtskerke
was 1 De inrichting der secretarie bestond uit een
paar antieke lessenaars met 'n stel hooge houten
kantoorkrukken. De gemeentelijke registratuur
werd simpelweg in één zoogenaamden indicateur
vergaard; de ambtelijke
formulieren lagen in
schappen achter lederen
voorhangsels en in de
bovenste kon men niet
komen zonder te stikken
in het stof.
Ook op ander gebied
trof de nieuwe functio
naris allerlei voorwereld
lijke toestanden en soms
ook wel precaire opvat
tingen aan, waartoe
Z.Ed., om niemand te
krenken, liever het zwij
gen deed.
De toenmaals aan het
roer zijnde personen wa
ren weinig toegankelijk
voor invoering van nieu
we zaken.
In de Raadzaal.
De zgn. witjes op
den schoorsteen.
Burgemeester Hajenius van
Goes in zn werkkamer.
Alles moest bij het oude blijven
men vond het wel goed, als het maar
niets kostte.
Van de belastingontduiking voor den
gemeentelijken hoofdelijken omslag
(eerst in 1911 werden de kohieren der
rijksbelasting voor de gemeentebestu
ren opengelegd) werd door velen gepro
fiteerd, ook door hen, van wie men dat
in 't geheel niet verwachten mocht.
Na zooveel jaren zit een en ander den
burgemeester nog dwars, wat niet on
begrijpelijk is, want van de lage be
lastingopbrengst werden op de eerste
plaats de ambtenaren de dupe voor
zeer lage loonen moest gewerkt wor
den en op de tweede plaats leed het
bestuur der gemeente daaronder. Zóó
schriel was men soms, dat de ambts
voorganger van den heer Hajenius, die
in 1911 tot burgemeester van Goes was
benoemd, uit eigen zak 'n schrijfmachi
ne voor de secretarie moest koopen
Tot 1918 is de heer Hajenius als ge
meente-secretaris werkzaam geweest.
Toen in dat jaar de burgemeesterszetel weer vacant
kwam, verzocht de Commissaris der Koningin den
heer Hajenius 'n benoeming te willen aanvaarden,
waaraan hij, na eenige aarzeling, gehoor gaf.
Die bijzondere wijze van optreden had haar
reden. Hoewel de geïnterviewde zich daar beschei-
denheidshalve niet over uitliet, weten wij, dat de
zeer groote verdiensten van den heer Hajenius voor
Goes in de moeilijke oorlogsjaren aanleiding waren
tot dit onderscheidend verzoek.
Veel heeft burgemeester Hajenius na dien tijd
voor Goes kunnen doen. Zonder aarzelen heeft hij
partij getrokken van den na-oorlogschen economi-
schen opbloei en van de democratische samen
stelling van den Raad. Onder een ietwat duffe
periode werd een forsche streep getrokken. Goes
ging nieuwe wegen bewandelen, waardoor verras
sende perspectieven zich openden.
Het woningbouwvraagstuk werd onder leiding van
den gemeentearchitect, den heer Rothuizen, flink
aangepakt. Nieuwe model-wijken verrezen uit den
grond. Van 1918 tot nu zijn 18 H.A. volgebouwd en
nog steeds is er aanvraag voor nieuwe bouwver-
De burgemeester in conferentie met den
secretaris van Goes in de secretaris
kamer met de opvatlende plafondgewelven.
1