IN O. 1
VRIJDAG 1 JUNI 1934
13
hij niet van plan Crane over de voorvallen van dien middag in te lichten.
Hij zei tot zichzelf, dat het geen werk was een arm meisje aan te brengen en
haar misschien van haar betrekking te berooven. Bovendien is het erg lastig
een geschiedenis te vertellen, waarin je den luistervink hebt gespeeld, en dan
nóg 'n behoorlijk figuur te maken. De geographische gesteldheid van de balus
trade was van dien aard, dat hij zou moeten bekennen, er zoo ver mogelijk
overheen geleund te hebben, of anders belijden, dat hij ia de keuken was ge
weest Maar de onbeschaamdheid van dien knaap Brindlebury gaf de zaak een
ander aspect. Hij verdiende een flink standje, om niet eens te denken aan de
onprettige mogelijkheid, dat hij uit misplaatste broederlijke bezorgdheid zelf
het verhaal zou gaan vertellen 1 Kwam mevrouw Falkener dit aan de weet,
dan gaf hij haar een wapen in handen om Jane-Ellen binnen vierentwintig
uur het huis uit te werken. Tucker vond, dat het niets leuk zou zijn, ais
Jane-Ellen wegging.
Maar al Iepelende in zijn thee kreeg hij nieuwe ideeën. Waarom zou ze
eigenlijk niet d'r ontslag kunnen krijgen en zijn eigen keukenmeisje kunnen
worden Crane kon haar ten slotte hoogstens enkele weken in dienst hebben,
maar hijHij kwam tot het besluit, dat het voor Crane in alle opzichten
beter was, dat hij haar kwijt raakte en maakte het plan, dit volkomen open
hartig! aan zijn vriend voor te leggen. Ontsloeg Crane haar, dan kreeg Tucker
de kans een helpende hand te bieden, zooals die flinke held-van-middelbaren-
leeftijd uit het drama, dien zij zelf zoo uitstekend had beschreven.
Hij nam slechts bescheiden deel aan de conversatie rond de theetafel
en mevrouw Falkener, die hem onderzoekend zat aan te kijken, begon al te
vreezen, dat er iets ernstigs was voorgevallen en dat de toestand nog erger was,
dan zij had vermoed. Zij vroeg zich af, wat er in de laatste vierentwintig uur
wel gebeurd kon zijn. Wat zouden die slechte vrouwspersonen wel voor boos
heden uitgehaald hebben
Twee- of driemaal maakte zij een manoeuvre om een woord uit Tucker te
krijgen, maar hij scheen niets van haar pogingen te merken.
Toen het tijd werd, om zich voor het diner te gaan kleeden, hield Tucker
zijn gastheer tegen
„Kan ik je even spreken, Burt
Wanneer zijn vriend op deze manier tegen hem begon, kreeg Crane altijd
een gevoel, of hij een ondeugend kind was.
„Kan 't straks niet Ik moet nog een bad nemen en als wij te laat klaar
zijn, zou er misschien één van die wonderbare producten van onze keuken
prinses kunnen bederven."
„Ik wou je juist over haar spreken."
De dames en Crane keken bij deze woorden Tucker zeer belangstellend
aan. Dan verliet de familie Falkener met de grootste zeifbeheersching de kamer
en de twee heeren waren alleen.
„Wel, wat is er aan de hand vroeg Crane nogal scherp.
Tucker was een en al zachtaardigheid.
„Ik vrees," begon hij, een stoel nemend en zijn beenen over elkaar slaand,
„dat je dat juffie niet hier kunt houden. Ik geloof, dat mevrouw FalkeneY toch
gelijk had. Vrouwen zien zooiets in een oogenblik."
„Wat
„Nu, ik bedoel, Burton, dat ondanks haar aardige gezichtje dat meisje
niet de geschikte
Ach, ik kon je beter
maar alles vertellen."
„Zeker, als 't niet
onmogelijk is," zei zijn
gastheer en cliënt.
„Tegen de scheme
ring ging ik voor een
poosje naar de veranda
aan den achterkant. Je
weet dat die precies bo
ven de keuken ligt en dat
de gesprekken van bene
den daar te hooren zijn.
In 't eerst schonk ik niet
veel aandacht aan het
gemompel, dat er vaag
doordrong, maar lang
zamerhand merkte ik, dat
de een of ander verliefd
stond te leuteren tegen
Jane-Ellen
„Wie was dat
vroeg Crane. „Dat ver
velende jong? Die op
gedirkte butler?"
„Helaas, nee," zei
Tucker, „was het een van
de bedienden geweest,
dan zou ik het niet erg
gevonden hebben. Jam
mer genoeg was het een
heer, een jonge heer,
iemand, in maatschappe
lijk opzicht ver boven
haar. Wel, je begrijpt
wat ik bedoel."
„Zeker niet iemand
dien je kende?"
„Ik had hem nog nooit gezien."
„Maar hoe kreeg je hem dan te zien
Dit was de vraag, die Tucker had voelen aankomen.
„Om je de waarheid te vertellen, Burton, toen ik in de gaten kreeg, wat er
gebeurde, achtte ik het mijn plicht, er meer van aan de weet te komen. Ik keek
over de balustrade juist op het oogenblik, dat hij haar een kus gaf."
Crane tikte rustig met 'n sigaret op de palm van zijn hand en antwoordde
niet terstond. Dan keek hij grinnikend op en zei
„Een gelukkige kerel, wat ik je brom, Tuck 1"
„Het komt mij voor, dat dit niet de houding is, die jou in deze zaak past
Burt."
„Wat moet ik dan doen
„Dat meisje wegsturen."
Nieuwe pauze.
„Of," voegde Tucker er grootmoedig aan toe, „wanneer je tegen het onder
houd opziet, kan ik het wel voor je in orde maken."
Crane keek op.
„Nee, dank je," zei hij. „Ik vind, dat je genoeg gedaan hebt. Ik zou niet
graag nog meer van je vergen." Hij liep naar de bel en schelde. Smithfield
verscheen.
„Zeg het keukenmeisje, dat ik haar wil spreken."
Smithfield verdween en bleef niet lang weg.
„Pardon, mijnheer, het keukenmeisje zegt, dat zij het diner nu niet in
den steek kan laten, en of het na het diner ook goed is."
Crane knikte.
„Kijk eens hier," zei Tucker, toen zij weer alleen waren, „het is niet altijd
noodzakelijk aan bedienden de reden van hun ontslag uiteen te zetten. Je zou
bijvoorbeeld kunnen zeggen
Tot zijn verrassing onderbrak Crane hem lachend.
„Maar, beste Tuck, je verbeeldt je toch niet, dat ik dat onbetaalbare
keukenmeisje ga ontslaan louter en alleen omdat de een of andere idioot haar
gekust heeft Ik zal haar een behoorlijk standje geven en 'n klein overzicht
van mijn ideeën over vrouwelijke gedragingen. Nee, er is meer noodig dan
dergelijke kleinigheden om mij te bewegen haar weg te sturen. Ik denk er zelfs
hard over om haar over zes weken mee naar huis te nemen."
Dat begon er ernstig uit te zien, maar Tucker kon op dat oogenblik niets
anders dan zijn vriend verbaasd aanzien, en Crane ging fluitend de kamer uit
om zich te kleeden.
Hij floot niet alleen op de trap, maar ook in het bad en terwijl hij zich
stond te scheren. In de kamer ernaast stond Tucker zich hierover nijdig te
maken.
„Het lijkt waarachtig wel of hij in zijn schik is, dat hij haar straks weer
kan spreken," bromde hij bij zichzelf. En toch wist hij, Tucker, dat zij Crane
als een heel gewonen jongeman beschouwde heelemaal niet als een held-
uit-het-derde-bedrijf 1
De manier waarop Crane zijn adviezen ontvangen had, was anders hoogst
onaangenaam. Het drong niet tot Tucker door, dat hij heel goed voelde wat er
in Crane omging.
(Wordt vervolgd)
^UUaven.