VRIJDAG 8 JUNI 1934 draadwindingen er omheen het takje, op het punt, waar de steeltjes er aan gebonden zijn, niet dikker maken. De eindjes l< draad moeten tweemaal zoo lang zijn als u het trosje ker- sen wilt hebben, want eerst wordt de groote kraal er aan- j V geregen, daarna 'n heel kleine 7 zwarte kraal voor afsluiting, waarbij de groene draad van het bindgaren meteen door de groote kraal terugloopt, en daarna van boven weer aan 't takje bevestigd wordt. De aardbeien maakt u niet mooi rond, zooals de druiven, doch ongelijk en een beetje puntig uitloopend. We gebrui ken vermiljoenroode stof. De 1 kleine, gele pitjes maken we van kleine kralen, of door kleine borduursteekjes. De i akroontjes worden geknipt van groene katoen en wanneer we ,dit voor de be werking in gom leggen en droog laten worden, is het ook geschikt om er blaadjes van tïfc te knippen, daar S> de stof dan niet fi: meer uitrafelt. Van bovenstaande pyama wordt het patroon op de aangegeven maten geteekend en hierna op de vaste lijnen uitgeknipt. Vervolgens legt ge de pa tronen op de stof, waarna ge alles met één c.M. breeden naad uitknipt en onderaan de broek, bij het jasje en aan de beide voorkanten hiervan 5 c.M. bij knipt. Hierna kunt ge schouder-, zij- en mouwnaden en den voor- en den achternaad van de broek stikken en plat stikken en daarna ook den kruis- of pijpnaad. Onder aan de pijp wordt een 4 c.M. breede zoom ingemaakt en boven aan een zoom van 1 y2 c.M. breedte. Bij den naad laat ge een klein stukje open, waar ge het elastiek door haalt en dit stevig over elkaar naait. Den onderkant der mouwen werkt ge af met een rechte bies, welke ge 32 c.M. lang en 5 c.M. breed knipt. Deze wordt aangestikt en op den goeden kant overgestikt. Bij het inzetten neemt ge de mouw 4 c.M. meer naar voren dan den zijnaad. De mouw wordt op het jasje overgestikt. Aan de voorkanten maakt ge de 4 c.M. breede zoomen in voor de knoo- pen en knoopsgaten, waarna aan den onderkant een zoom van gelijke breedte wordt ingemaakt. Van het kraagje stikt ge de schuine kantjes, waarna ge deze omhaalt en den kraag aan- en over- stikt. De knoopsgaten maakt ge op 16 c.M. afstand van elkaar. De ceintuur moet na afwerking ruim 2 M. lang zijn en 3 c.M. breed D. ze heel goed gebruikt kun nen worden voor naai- of stopmandje. Wanneer u het evenwel niet gemakkelijk kunt krij gen, houdt u zich bij een plat hengselmandje, dat maar weinig kost. Den tros witte druiven maken we van een stukje chan geant tafzijde. De bolletjes worden alle af zonderlijk gemaakt, opgevuld met watten en van boven in gehaald. Bovenaan ziet u hoe de tak loopt, waaraan de drui ven groeien. We maken de stelen van groen bindgaren of touw in ongelijke lengten, sommige wor den te zamen gebonden. Daar aan komen de druiven zoo dicht mogelijk op elkaar, zoo, dat het een stevige tros wordteen druivenblad maken we van een stukje bruin, groen, of goudgeel vilt. Vilt is daarvoor het beste geschikt, omdat dan de kartel randjes niet uitrafelen. De mid dennerf en de kleine zijnerven worden met een warme brei naald ingebrand. Een trosje roode of witte bessen maakt u van roode of witte glazen kralen en heel kleine zwarte. U neemt weer groen bind garen om de stelen van den tros te vormen, u weet wel, van dat groene bindtouw, dat ge bruikt wordt om planten op te binden. Men rijgt een roode of witte kraal en dan een kleine zwarte aan en wanneer u nog 'n paar kleine, groene zijden of vilten blaadjes bijvoegt, zal het pre cies 'n echt trosje bessen gelijken. Voor kersen zult u heel groote, ronde houten kralen noodig hebben, welke u zelf kersrood zal moeten schilderen met olieverf. U steekt de 1 kraal op 'n breinaald, f schildert haar zoo en li zet haar te drogen op f*T de naald in 'n bloem- VyV pot met aarde. Wan- j neer alle kralen \s droog zijn, neemt 7"f u een kort dun /^~J rt takje, ongeveer 7 c.M. en 3 of 4 ongelijke eindjes HUbJ groen bindgaren voor de kersensteel- ffHUr tjes. Voor de be- vestiging der steel- Vgjfc tjes wordt 'ngroefje N3| in het takje ge- maakt, zoodat de ROEREIEREN MET KAAS Bij 6 eieren rekent men 1 ons Gruyère-kaas of pikante Hollandsche kaas in kleine blokjes gesne den, 1 eetlepel geraspte Parmezaansche kaas, 2 lepels boter en 2 lepels room. De eieren worden eerst goed geklutst en dan nog eens flink opgeklopt met zout en met de geraspte kaas. Dan laat men de boter in de koekepan heet wor den, maar vooral niet bruin, voegt het eierenmeng- sel erbij en laat dit, op een zacht vuurtje, stollen, terwijl men voorzichtig roert. Men roert er dan, bij kleine scheutjes, den room doorheen en tot slot de dobbelsteentjes kaas. Men roert alles nog eens goed door elkaar, doet het dan over op een verwarmde schaal en presen teert er geroosterd brood bij. AGNES. ZELFGEMAAKT FRUIT VOOR HET VERSIEREN VAN MANDJES Wanneer we een aardig fruitmandje op het buffet willen zetten in plaats van een fruitschaal, dan kunnen we het mandje garneeren met na gemaakt fruit. We kunnen soms van die platte, kleine hengsel mandjes koopen, die er geschikt voor zijn, maar vaak ook kan men bij den kruidenier een leeg drups- of caramelmandje krijgen voor heel weinig geld. We moeten er dan wel vlug bij zijn, want voor deze mandjes bestaat nogal liefhebberij, omdat

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1934 | | pagina 19