JURY
Door J. MILLARD
52
VRIJDAG 8 JUNI 1934
No. 2
Ofi iooï J/edotland.
Oud Zwolle, bij het Gerechtshof.
Wat het motief betreft, is het merkwaardig,
dat een typiste op den dag van den moord gehoord
heeft, dat de twee mannen een ernstigen twist
hadden. Bovendien heeft de politie van Stebbing
een brief ontvangen, gedateerd 24 December
dus door de Kerstdrukte te laat bezorgd waarin
deze woordelijk schrijft„Lord Sloane heeft
gedreigd me te vermoorden ik ben in zijn macht."
Het onderzoek heeft verder uitgebracht, dat
Stebbing zich vroeger heeft schuldig gemaakt
aan oplichting de verdachte heeft er toen geen
politiezaak van gemaakt, maar deze daad gebruikt,
om Stebbing in zijn macht te houden. Onder
bedreiging van een aanklacht heeft de verdachte,
naar de brief bewijst, Stebbing tot iets onwettigs
gedwongen, doch deze heeft ten slotte zijn geweten
geen geweld aangedaan. Dat de bedreiging met
moord gemeend was, is nu op noodlottige wijze
gebleken."
George Mateland luisterde aandachtig naar de
beschuldiging en later naar de verklaringen der
eerste getuigen hij kon de overtuiging niet ver
dringen, dat Sloane onschuldig was, maar als jury
lid moest hij bewijzen hebben om een „onschuldig"
uit te spreken. Ook van hem hing het af, of de
galg den beschuldigde wachtte, en bovendien
als Sloane vrijgesproken kon worden, was Mateland
ook gered. Als er één zwak plekje in de beschuldi
ging was, moest hij het vinden, en dan zou Sloane
hem stellig in dienst nemen. Anders.... de
ellende wachtte hem en zijn familie, zijn eigen
vrouw, zijn eigen kind. En binnenkort zou er een
tweede kind zijnDe rimpels op zijn voorhoofd
werden dieper de verdachte zag het en vroeg zich
af, wat de reden ervan mocht zijn. Hij herinnerde
zich Mateland nogde man interesseerde hem het
meest van alle juryleden hij voelde, dat Mateland
zijn verantwoordelijkheid zwaar besefte.
De politiebeambte, die de vingerafdrukken
had onderzocht, werd in het getuigenbankje
geroepen. Hij verklaarde de vingerafdrukken op
den loop zóó, dat de moordenaar, de revolver
bij den loop vasthoudend, met een zakdoek de
vingerafdrukken van de kolf verwijderde, maar
daarna vergat den Joop schoon te maken. De ver
dediger ondervroeg hem langdurig, zoo langdurig,
dat het den getuige en de rechtbank irriteerde,
echter zonder iets te bereiken ten gunste van zijn
cliënt. Ten slotte vroeg hij „Acht u het mogelijk,
ik in de stad wat eten en hoef niet op een draf
heen en weer naar huis om te verkleeden."
Nu zat die man hier op de beklaagdenbank.
George bedacht, dat hij stellig bij Sloane gesollici
teerd zou hebben het was bekend, dat ze er goede
salarissen betaalden. George had een gunstig
getuigschrift meegekregen en hij was bekwaam
maar hoe veel bekwame werkers liepen er niet
rond met het ontmoedigende besef, dat niemand
hun bekwaamheid kon gebruiken? Tegenwoordig
kreeg men geen betrekking of men moest een voor
spreker hebben, en hij kende niemand bij Sloane's
maatschappij behalve Sloane zelf, en die zat nu
hier, bedreigd door de galg. Sloane kon hem niet
helpen, tenzijGeorge werd opgewonden door
de gedachte als Sloane werd vrijgesproken, zou
hij naar zijn kantoor gaan en zeggen „lk was lid
van de jury, die u onschuldig heeft verklaard."
Hij voelde, dat Sloane hem niets zou weigeren.
„Baron Sloane wordt beschuldigd op den avond
van 24 December zijn secretaris Stebbing vermoord
te hebben met èen revolverschot. Het lijk werd in
Stebbing's kantoor gevonden door een werkvrouw
op den morgen van 27 December, en een dokter
heeft verklaard, dat hij toen ongeveer drie dagen
dood was. Op 24 December is de vermoorde het
laatst gezien om ongeveer half vijf door een typiste,
die een half uur vroeger naar huis mocht om in-
koopen voor Kerstmis te doen om zes uur trok
de werkvrouw, die haast had om naar huis te gaan,
Stebbing's kantoor dicht, toen zij er langs liep,
denkend dat hij al weg was, omdat hij altijd om
vijf uur naar huis ging. Naast den vermoorde werd
de revolver van den verdachte gevonden op de
handgreep waren geen vingerafdrukken, maar
wel op den loop, en wel vingerafdrukken van den
verdachte. Verder vond de politie in de kamer, twee
meter van 't lijk af, een zakdoek van den verdachte,
gemerkt S.de verdachte zal dus Stebbing dood
geschoten hebben, de vingerafdrukken met zijn
zakdoek hebben weggeveegd, de revolver achter
gelaten hebben om den schijn van zelfmoord te
wekken en zijn zakdoek in zijn opwinding vergeten
hebben.
Neerslachtig en somber keek George Mateland
door de zaal. Er stonden groote belangen op 't
spel, zeer groote het leven van een mensch,
maar hij moest bekennen, dat hij daaraan minder
dacht dan laan zijn eigen zorgen. Drie weken geleden
had hij zijn betrekking verloren, een betrekking,
die de basis was geweest van zijn geluk, een stil,
tevreden geluk in zijn huisje, met zijn vrouw, met
zijn kind. Hij behoorde nu tot het groote, droeve,
zwarte leger der werkloozen, dat werd vooraf
gegaan door den nood en gevolgd door de ellende.
En in plaats dat hij in de stad was om werk te zoe
ken, zat hij hier in de jury-bank om te oordeelen
over de onheilspellende vraagschuldig of on
schuldig? 1)
De naam van den beklaagde in de zaak, die nu
aan de orde was, werd afgeroepen Eduard Karei
Murray-Brown baron Sloane. Een nerveuze bewe
ging ging door de zaal, die gevuld was met invloed
rijke zakenmenschen en dames met bekende namen,
menschen, die in dure auto's hierheen gekomen
waren doch de beklaagde, die aller oogen tot zich
trok, lette niet op hen, evenmin op de leden der
rechtbank en de getuigen. Zijn aandacht ging naar
de jury tangzaam en nauwkeurig bekeek hij hen
om te trachten zich een oordeel te vormen over
de mannen en vrouwen, die straks over zijn leven
moesten beslissen. Er waren enkele kantoor-
menschen bij, twee effectenmakelaars, enkele
winkeliers en twee vrouwen, van wie er een 'n
strijdbare figuur scheen te zijn in uitgesproken
mannelijke" kleeding, en de tweede een schuchter
persoontje was, die bang was voor haar verant
woordelijke taak. Het langst keek hij naar George
Mateland; hij was menschenkenner, daarvoor
stond hij altijd in de zakenwereld bekend, en hij
zag; dat George een ijverig, eenigszins nerveus
type was, iemand, die zich geheel en al aan een
werk gaf, die trouw was, loyaal een man, zooals
hij ze altijd voor zijn zaak gezocht had. Van zulke
menschen kun je op aan. Hij scheen nu over iets
te tobben tegenslag misschien, of beroofde het
jury-lidmaatschap hem van kostbaren tijd Op
eens herinnerde hij zich, dat hij George eens ont
moet had, en hij wist ook hoe en wanneer hij was
directie-secretaris van een bank en in die functie was
hij eens bij hem, baron Sloane, op bezoek geweest.
De namen van de jury-leden werden afgelezen
met de gewone opmerking: „Als ge eenig bezwaar
tegen hen hebt, kunt ge dat kenbaar
maken, wanneer zij beëedigd worden.''
Zou het een bezwaar zijn, dat hij
Mateland ontmoet had Waarom
Het scheen een type te zijn, dat zich
door niets liet beïnvloeden bij een
gewichtige vraag als deze, die over
een menschenleven besliste.
George van zijn kant werd opge
schrikt uit zijn gedachten, toen hij
den naam van den beklaagde had
gehoord. Hij herinnerde zich het
bezoek aan den directeur van de groote
zaak. Hij was toegelaten tot het privé-
kantoor, waar hij niemand zag; uit
'n klein kamertje ernaast kwam echter
een stem „Neem me niet kwalijk, dat
ik u even laat wachtenik moet me
verkleeden, want ik moet vanavond uit,
en u kunt beter hier wachten dan in
onze donkere spreekkamer beneden.
Rookt u Er staan sigaretten op
tafel. Rookt u niet? Ik evenmin,
nooit, maar de sigaretten staan er
voor bezoekers. Erg gemakkelijk zoo'n
kleedkamertje hier" hij kwam bin
nen, gekleed in smoking „dan kan
1) Zooals men weet bestaat in Engeland bij
de rechtspraak nog de jury, een college van
twaalf willekeurige burgers, die alleen de vraag
schuldig of „onschuldig" moeten beantwoorden.