T
Van het Zu id'Bev
DE SPAANSCHE
SCHATGRAVER
"^Dit is het uitverkoren
plekje van de schoonen
van Kwadendamme.
Middaguur brei-
uur in Driewegen.
Zomersch kijkje op Ellewoutsdijk langs de oude fortgrachten.
(Wijze Hij is er weer
In ieder mensch leeft staag de hoop
en het verliefd verlangen,
om in de wereld plotseling
een groot geluk te vangen.
Eens, droomt een ieder op zijn beurt,
komt het wel bij me binnen
Het maakt -niet uit, of wij het geld,
de deugd of 't bier beminnen
Eens wacht ook mij de groote kans,
eens tikt zij aan de ruiten
Vaarwel dan, oliejas of pen,
ge kunt nu naar me fluiten 1
Ik word een vette rentenier,
naast Jan in 't rijke buurtje,
en werk niet meer dan in mijn tuin,
en hoogstens nog een uurtje.
Zoo hoopt, verwacht, kijkt uit, vertrouwt
een ieder, en wordt ouder
Het herfstblad ritselt al, het hart
wordt eenzamer en kouder.
Dan, plots, bij 't haastige ontbijt,
ligt daar een brief uit 't Zuiden
En 't klokje van geluk begint
rinkinkelend te luiden.
Daar staat het, dat een edel mensch
U uitverkoor tot deelen
Ge hebt het wel niet zoo verdiend,
maar waarom tikketelen
(De deugd is wankel als dit lied,
't begint al te vervelen)
Maar, kort en goed, dit is UW kans,
ge stort slechts enk'le duiten,
en het komt alles voor elkaar,
reeds lokt een vorst'lijk buiten.
Hoevelen hebben 't listig woord
met vreugd gehoor gegeven
De schijn heeft altijd nog bekoord,
't verlangen slechts doet leven.
Past, Zeeuwen, op uw oude kous,
en laat haar niet ontstelen
JLaat schatbezitters zelf hun schat
Opgraven en verdeelen 1
*^Zuid-Bevelandsche boerderij in
zomertooi nabij Oudelande.
-T