IN DE LUCHT dacht, dat hij vast en zeker ontslag zou nemen, gebeurt.... P P KI r> P A KA A I~V heele bende stond in de pilotenkamer, t L IN LyKA\/V\A\ I J ongeduldig wachtend op Flap, om te zien hoe hij het nieuws zou opnemen. Hanly maar Davis zei „Daar is hij niet gek genoeg voorhij zal heusch zoo'n prettig baantje niet opgeven." „Prettig baantje?" vroeg Hanly, „ja, hij krijgt altijd de extra vluchten, zooals nu weer naar Buenos Ayres en Rio, maar hij heeft ook dikwijls een beroerde klus. Wie moet er altijd weg als de lucht zich stuk stormt Verleden week, toen dat zieke kind naar Boston moest. „Daar komt-ie waarschuwde Murdock. De oudste piloot van de maatschappij kwam met breede stappen binnen en groette het groepje vliegers met een breede grijns. Je zag van hem 't eerst de groote, uitstaande ooren en dan pas de rest van zijn gezicht zijn bijnaam Flap was dan ook begrijpelijk. „Wat gaan ze nu weer beginnen vroeg hij. „Ik zag 'n stelletje meisjes in het kantoor, allemaal in een soort uniform. Nieuwe diensters voor het restaurant „Zooiets," antwoordde Hanly. „Heb je 't laatste bericht op het dienstbord nog niet gezien Terwijl Flap naar het bord liep, dat naast een der ramen in de kamer hing, en de sensationeele mededeeling der directie las, heerschte er een gespan nen en nieuwsgierig stilzwijgen onder de piloten. De verwachting werd niet teleurgesteld, want uit den mond van Flap kwam een soort explosie. Hij keerde zich met een paars gezicht om. „Is dat een flauwe grap van jullie?" „Je hebt de meisjes toch gezien vroeg Hanly terug. „Wou je me wijs maken, dat er vrouwen bij de bemanning komen „Vrouwen 1" De spreker was verontwaardigd. „Meisjes, kerel, leuke, aardige meisjes met een pittig gezicht en mooie. „Stopschreeuwde Flap hij keek een voor een zijn collega's aan, alsof hij nog hoopte, dat iemand zou zeggen, dat het geen ernst was maar Davis, de ernstigste van het stel, knikte bevestigend en vertelde, dat het de nieuwste uitvinding was van de hoofddirectie in New York. „Ze praten van suggestie en zoo als de passagiers ziek worden of bang zijn, moet zoo'n meisje een bonbon geven of een koekje en eens vriendelijk lachen, om ze den indruk te geven dat alles in orde is. De bazen verwachten er heel wat van." „De bazen zijn gespleten idioten," schold Flap. „Morgen willen ze ons een jazz-band meegeven en overmorgen een juffrouw om nagels te poetsen 1 Wat doe je met vrouwen als er boven iets gebeurt Dan heb je niks aan een mooi gezicht en een lachje." „Ze zullen minstens zoo geschikt zijn als onze Cubaansche hofmeesters," merkte Hanly op. „Ach wat," vond Flap. „Vrouwen moet je niet in de lucht een baantje geven, net zoo min als je water bij je benzine doet. 't Wordt een sof De week later slenterde Flap hij had enkele dagen verlof gehad hangar drie binnen hij keek nog grimmig, want de geschiedenis met de hofmeesteressen had hij nog niet vergeten, maar zoodra hij de groote deuren was binnengegaan en zijn machine zag, helderde zijn gezicht op. Hier, tusschen de zware motoren en breede vleugels, voelde een man zich op zijn plaats hier voelde je, dat een vrouw.nu ja, dat je toch eigenlijk een man moest zijn, als 't er op aan kwam. Davis, zijn tweede bestuurder, stond naast de machine. „Binnen wacht iemand op je," waarschuwde hij. „Binnen Waar binnen Davis wees naar de deur van de cabine. „Daar natuurlijk Flap gluurde voorzichtig naar binnen. Een meisje in 'n blauwen rok en een blauw jasje met witte biezen was druk bezig met een plumeau en een stof doek zij had een frisch, pittig gezichtje en een schat van kleine krulletjes kronkelden onder het uniform-petje uit, maar dat zag Flap niet. Hij liep half brieschend naar de cabinedeur. „Hallo daar!" Het meisje keerde zich om met een kleur van verrassing herkende zij Flap. „Hallo, Flap! Vlieg jij deze kist vandaag?" „Ja, dat doe ik. En jij Wat voer je hier uit „Je schijnt niet erg blij te zijn, dat je me weerziet," zei het meisje teleur gesteld. „Ik vlieg mee; de nieuwe hofmeesteres, weet je?" „Zoo," antwoordde Flap. „Zoo, vlieg je mee." Of hij wilde of niet, hij móést nu wel zien, dat Lorena Field nog steeds een aantrekkelijk meisje was, en hij herinnerde zich ook, dat hij vroeger altijd bekoord was geweest door haar innemend gezicht en tintelende oogen. Maar ze tintelden nu niet ze keken een beetje droevig, hetgeen Flap nog minder op zijn gemak stelde dan hij reeds was. „Hoeveel weeg je vroeg hij, om zijn verlegenheid te overwinnen. „Precies honderd pond," antwoordde Lorena. „Te zwaar Flap keek teleurgesteld dat was ruim twintig pond minder dan de vorige Cubaansche steward, zoodatjhij dit voorwendsel niet kon gebruiken om Lorena uit de machine te houden. „Hoe kom je er bij, om dit baantje te nemen wilde hij weten. „Moet wel," antwoordde Lorena kort. ,,'t Is.... de omstandigheden thuis zijn veranderd, en ik moet geld verdienen in ieder fatsoenlijk baantje, dat ik krijgen kan." „O, 't spijt me," bromde Flap. „Als je maar weet, wat je begint. Wat zou je doen, als boven alle drie de motoren 't vertikten „Geruststellend lachen en 'n koekje geven aan de passagiers," zei het meisje prompt. „Dat staat zoo in mijn instructies. Als er wat gebeurt...." „Precies, als er wat gebeurt, geef je ze maar 'n DOOR koekje of'n ;'stuk kauwgom," viel Flap sarcastisch uit. „Vrouwenwerk 1" t. L. /\LJr\ly\0 Hij beende de hangar uit en ging naar het kantoor, om daar verder zijn slecht humeur te luchten. Davis keek hem na en zei „Trek 't je niet aan, kind 't is een goeie vent, maar hij zegt 't zoo raar. Je weet hoe hij is." „Ja, dat weet ik," zuchtte Lorena. George Leig, de havenmeester, luisterde intusschen ongeduldig naar den verstoorden piloot. Midden in een zin viel hij hem in de rede. „Vlieg naar de maan, vent. Als ik jouw zin deed, gaf ik je alleen de passagiers mee, die jou bevallen. Lorena vliegt mee, afgeloopen. Zonder geldige reden kan ik haar niet op een andere kist zetten, of ze wordt ontslagen. En je weet, dat ze 't geld hard noodig heeft. Waarom doe je zoo raar? Vroeger, in haar goeie dagen, toen ze hier nog vlieglessen nam, was je gek op haar." „Jij bent gek," snauwde Flap, vuurrood. „Ze was half verloofd met Waller 1" „Met Waller Ze is eens met hem uit eten geweest, maar jij was verliefd op haar, of ik heb geen oogen meer in mijn hoofd 1 En zij was verliefd op jou ook. Jij bent een vrouwenhater, hè Maar ik heb je door dat ben je alleen, om je verlegenheid en je verliefdheid te verbergen. En schiet nou op als je in Rio landt, ben je verloofd met Lorena en loop je je eigen geluk niet meer in den weg. Naar je kist Esmeralda vliegt mee, en er zijn fotografen van de krant." „Esmeralda wie „Die danseres. De diamant-danseres, heet ze. Ze sleept overal een stel diamanten en juweelen mee." „En Lorena?" „Die vliegt in jouw machine mee 1" „Dan neem ik ontslag 1" George wist hoe hij Flap behandelen moest en deed of hij het laatste niet hoorde. „Je moet weg. Denk erom dat je je ooren onder je muts stopt op de laatste foto leken het wel de vleugels van onze grootste machine." Esmeralda schetterde op het vliegveld en overstemde bijna het geraas der motoren van het gereedstaande vliegtuig. Ze liep er heen en weer, draaide en slaakte gilletjes en deed alle moeite om de aandacht te trekken de journa listen en fotografen stonden er zwijgend bij en deden geen moeite te verbergen, dat zij een hekel aan dit werkje hadden. Een chauffeur liep op Esmeralda toe met een klein kistje. „De juweelen," legde-hij uit; ,,u had ze in den wagen laten staan." „O, o," gilde Esmeralda, die de diamanten opzettelijk in den auto had laten staan, en bij wijze van belooning gaf ze den man een zoen. Ze trok Flap en Lorena naar zich toe en maakte zich gereed voor de foto. Flap trok zijn gezicht in een breede grijns dat gefotografeer maakte hem altijd kribbig, maar hij moest het wel goedvinden. Foto's hoorden bij de beroerde dingen van het vak, evenals storm en mist. Hij voorkwam nog juist, dat de danseres hem ook een zoen gafverbeeld je, hij in de krant, terwijl zoo'n springende dame hem zoende.... Op een drafje liep hij naar de machine en klom in de cockpit terwijl hij de instrumenten controleerde, ontving Lorena de passagiers, hielp hen met hun bagage en probeerde de voornaamste eigenschap van haar beroep haar lachje. Maar haar gedachten waren bij Flap. Waarom had hij het weerzien zoo teleurstellend voor haar gemaakt Hield hij 'n klein beetje van haar en verborg hij zijn verlegenheid onder onverschillige woorden, of was hij er werkelijk verstoord in, dat er vrouwelijke hofmeesters waren aangesteld Zij kende zijn karakter te goed om te veronderstellen, dat haar veranderde financieele omstandigheden invloed op zijn houding tegenover haar zouden hebben. Maar was hij niet altijd eigenaardig en min of meer ruw geweest, ook toen zij nog vlieglessen nam De andere piloten waren altijd voorkomend en vriendelijk, maar Flap, enfin die was altijd Flap geweest. In boeken las je wel, dat zoo'n houding van een man er op wees, dat hij verliefd op je was, maar dat gebeurde alleen in boeken. De werkelijkheid was, dat Flap bijna onhebbelijk was geweest; hij had het allesbehalve prettig gevonden, dat zij op dezelfde machine dienst had. Intusschen wist zij niet, dat Flap haar gadesloeg in het spiegeltje vóór hem. Vrouwen waren lastig, dacht hij je wist nooit wat ze van je dachten, en daar werd een man verlegen van, zoodat je niet wist, hoe je je gedragen moest. Dan was het toch maar beter, om ze uit de buurt te blijven Anders ging je in je verbouwereerdheid rare dingen zeggen, en als je dan merkte dat ze boos en verdrietig werden, raakte je heelemaal in de war. Die Lorena nu..Wat had die danseres nu weer Werd ze nu al ziek Dat kon je alleen verwachten van vrouwelijke passagiers. Hij zag dat ze Lorena wenkte en iets zei, nogal onhebbelijk, scheen het, want Lorena kreeg een kleur en morrelde aan de ventilatie. Een sterke luchtstroom schoot in de cabine de danseres schreeuwde en greep naar haar keel, waarop Lorena kalm weer de ventilatie sloot. Flap grinnikte; waarom moest dat aanstellerige mensch Lorena lastig vallen? Ze kon niemand met rust laten hem had ze notabene bijna een zoen gegeven 1 Lorena verdween even in de kleine waschcabine ze moest even alleen zijn en wat eau de cologne op haar brandend voorhoofd sprenkelen, dat gloeide van angst en zenuwachtigheid, angst, dien ze altijd in de lucht voelde. Vroeger dacht ze, dat het na enkele keeren beter zou gaan, maar hoe dikwijls ze ook opsteeg, die vrees voor de ruimte beneden haar kon zij niet overwinnen. Om haar gedachten af te leiden ging ze weer in de cabine, ging rond met bonbons en kauwgom en bestudeerde ongemerkt de passagiers. Esmeralda en een bejaarde negerin, haar kamenier, zaten naast elkaar op de voorste plaatsen de negerin hield het juweelenkistje tusschen haar knieën geklemd, alsof zij

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1934 | | pagina 28