Dan geschiedt het verwonderlijkste, injuna moet het in het brullen afleggen tegen den medicijnman. Zijn schreeuwen wordt zwakker en zwakker, ten laatste verstomt hij. Hij draait zich om en is in een oogenblik verdwenen in de ontoegankelijke diepten van het Congowoud. Met één sprong ben ik op de plaats, waar het monster zooeven stond. Groote, duidelijke voetsporen op den grond bewij zen, dat ik niet gedroomd heb. De takken boven mij kraken twee groote, donkere oogen blikken angstig in de mijne. Een apin zit in den boom de witte gorilla heeft zijn wijfje willen verdedigen. Met moeite haalde ik Badinga eenjge dagen later over, mij op een plek te brengen, waar ik een gorilla-familie rustig in haar doen zou kunnen gadeslaan. Een dagmarsch van Badinga's dorp verwijderd, lag in het oerwoud een klein open veld een oase temidden van de tropische bosschen. Achter struiken verscholen en door de windrichting voor hun reuk verborgen, wachtten wij hier drie uren op de gorilla's. Maar ons geduld werd wel beloond. Een witte gorilla, niet zoo groot als die van mijn eerste ontmoeting, maar toch nog altijd ruim twee meter hoog, verscheen,gevolgd doorzijn wijfje en een jong. Het drietal stoeide op de open plek op een allerdolste manier. Zoo dwaas en toch bijna menschelijk tegelijk, waren hun bewegingen, dat ik soms de grootste moeite had niet in lachen uit te barsten. Moeder Injuna ging later noten en vruchten halen en stalde alles voor haar gemaal uit. Vader Injuna vrat alles op en liet de „schillen" aan vrouw en zoon over. Toen het wijfje ook iets van het diner wilde hebben, diende het monster haar een geweldigen stomp toe tot groote vreugde van Badinga, die zulke methoden ook thuis toepaste. Mijn plan om een jongen gorilla te vangen gelukte na eenige maanden. Met behulp van een paar negers en een houten kooi wist ik mij van het jong meester te maken. Weldra was het de beste vrienden met ons. Tijdens onze afwezigheid was in het dorp een Turk ge komen, die, toen hij den jongen aap zag, mij den heelen dag achtervolgde met het verzoek hem ook aan zoo'n diertje te helpen. Badinga wilde er eerst niet van weten, maar op mijn aandringen ging hij tenslotte mee. Had ik het verzoek van den Turk toch maar geweigerd. De go rilla had ons eerder be merkt, dan wij haar. In heel haar grootheid en kracht kwam het wijfje op ons af, en voordat Badinga of ik het kon verhinderen, schoot de Turk het dier een kogel tusschen de oogen. Uit de struiken kwam plot seling het jong te voor schijn en het wierp zich met luid klagen op het doode moederlijf. Het was treurig om aan te zien. Wij namen het ge- doode dier, waarvan ik den enormen schedel nog bezit, mee, bedroefd 't on- noodig te hebben gedood. Nadien ben ik er niet meer in geslaagd een witten gorilla te ontmoeten. Badinga onderhoudt zich met Injuna. Doode Injuna. De kolossale afmetingen pan den witten gorilla komen op deze foto duidelijk uit. Het dier kan een lengte van 2.70 bereiken. Langs de oevers van de Congorivier leeft de witte gorilla, onbedreigd door de blanken

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1934 | | pagina 5