DOOR MARIE B. SCH RADER No. 3 Schubert, de componist, wordt aangereden door voortvarend jongmensch. dat een der eerste petsenmodellen „berijdt". (Scène uit de film Bloeitijd met Richard Tauber als SchubertFim film.) Hi Sergeant Moore was niet gepaald in zijn schik over de inschikkelijkheid van den inspecteur, al moest hij toegeven, dat het verhaal van Wal ton aannemelijk klonk, nu hij het in zijn geheel gehoord had. In ieder geval kon hij niet tegen de beslissing van zijn meerdere ingaan. Toen verzocht de inspecteur Walton, naar huis te gaan. „Misschien heb ik het mis," zei hij, „maar het lijkt me beter, de zaak eerst nader te onderzoeken, vóór we maatregelen tegen u nemen. Als u on schuldig bent, kunnen we bet schandaal vermijden." „Dat zou een groote teleurstelling voor mijn gewezen vriend zijn," ant woordde Walton bitter. „Die anonieme brief komt natuurlijk van hem.' Maar Bentley sprak dit vermoeden tegen.De brief was inWashington gepost. „Dan heeft hij 't een vriend laten doen," hield Walton vol. „Of wie weet is hij zelf wel overgekomen, 't ls best mogelijk, dat hij aan den voet van den heuvel gewacht heeft, terwijl de chauffeur het kistje bezorgde." „Enfin," zei de inspecteur, „we zullen hl 't mogelijke doen, om het geval op te helderen. Als Shaw u de klok gestuurd heeft waar we tot nu toe absoluut geen bewijs voor hebben „Maar dat kaartje van mevrouw Shaw dan," viel Walton hem in de rede. „Daar zult u niet veel aan hebben. Als ze er nu nog iets op geschreven had.. „Ik begrijp 't volkomen," antwoordde Walton. „Shaw heeft natuurlijk bedacht, dat een gedrukt kaartje geen be wijs tegen hem was en toch liet hij me erdoor weten, dat hij er achter zat." „Laten we er maar niet meer over redeneeren," zei Bentley. „We moeten iets doèn. Dat wordt een mooi werkje voor u, sergeant. Ais u Shaw te pakken kunt krijgen, of wie dan de klok gestolen heeft, dan weet u meteen, waar al die andere artikelen zitten." Moore's oogen glansden bij het vooruitzicht'— nieuwe glorie voor hemzelf, en^de politie te Washington de meerdere over die te New York een flinke belooning uitgeloofd KORTE INHOUD VAN HET VOORAFGAANDE. Het echtpaar Walton krijgt op den verjaardag van zijn huwelijk een mooie klokeen kaartje van me vrouw Shaw is bij het pakje, doch de beide families leven in onmin, veroorzaakt door Walton's pro motie. na een jarenlange vriend schap. Voor het vermoeden, dat Shaw het cadeau als een teeken van verzoening heeft gestuurd, be staat geen grond. Bij een juwelier verneemt Walton, dat 't een z.g Durand klok is. zuiver goud en zeer duur. Enkele dagen later krijgen zij bezoek van 'n zekeren Moore, die later detective blijkt te zijn. Hij zegt dat de klok afkomstig is van een inbraak in den huize Sloane te New York. en brengt Walton naar het bureau, waar hij verhoord wordt door inspecteur Bentley. en er was door de Sloane's o o het was best waard, dat hij er al zijn ijver en schranderheid op inspande. Daarna verzocht de inspecteur hem, den volgenden morgen naar Shaw s adres te informeeren bij den chef der afdeeling, waar hij gewerkt had. Hij zou zelf het hoofdbureau van politie te New York opbellen en verzoeken, dat zij een mannetje stuurden, om Shaw te ondervragen. Walton kreeg den raad, den volgenden morgen gewoon naar zijn bureau te gaan, maar af te spreken, dat hij een paar dagen vrij kon zijn, als 't noodig bleek, dat hij met Moore mee ging naar New York. Walton kon bijna niet gelooven in zijn geluk, dat hij in vrijheid was gesteld, en repte zich naar nuis, waar zijn vrouw angstig zat te wachten op zijn terugkeer. Zij sliepen natuurlijk geen van beiden dien nacht. De volgende dag was een beproeving voor Walton. Hij kreeg terechtwijzingen van zijn chef wegens fouten in zijn werk, en het duurde lang, eer het middag werd. Toen hij het groote gebouw verliet, verwonderde hij zich maar matig, dat hij sergeant Moore onverschillig voorbij zag slenteren. Het was een onaangename herinnering, dat hij bewaakt werd. Moore kwam naast hem. „U bent zeker benieuwd naar 't nieuws uit New York?" vroeg hij, met zoo zachte stem, dat er geen aandacht van voorbijgangers getrokken werd. „Gaat u koffiedrinken „Dacht u, dat ik eten kon Vertel me alstublieft maar gauw, wat er te vertellen is." De detective ging hem echter vóór naar een bank in het park aan den overkant van den weg, eer hij sprak. „Tot nog toe niet veel, dat u uit de moeilijkheden kan helpen," antwoordde hij eindelijk, voorzichtig rondziende.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1934 | | pagina 28