ir VRIJDAG 13 JULI 1934 Een tafelkleed voor tuin of serre VOOR FIJNPROEVERS - CEVULDE BROODJES Gestreepte gladde kazak met wijde épau letten boven de nauwsluitende mouwen. fluweelen bovenstuk, terwijl de fluweelen volant weer opgeknoopt is op den gladden wollen rok. De zwarte eenvoudige wandel japon met lange, gladde mouwen heeft 'n kraag met laag neer vallende punten en is, hoog aan den hals, afgewerkt met 'n stijve, witte ruche. Dan nog een wandelcostuum van fijne, wollen stof met bolero in 'n lichtere tint. Een elegant gedragen bont en 'n klein mutsje met grappigen pompon voltooien het geheel. Tot slot een der nieuwste kapsels, waarvan de samenstelling zeker extra kappersvaardigheid ver- eischen zal. P. D. Men neemt hiervoor kleine ronde of langwerpige diner-broodjes. Het bovenste kapje daarvan wordt afgesneden, waarna men het onderste gedeelte zorgvuldig uitholt en het inwendige bestrijkt met gesmolten boter. Voor de vulling maakt men eerst 'n gebonden sausje van I afgestreken eetlepel boter, 1 lepel bloem, die men al roerende verwarmt, waarna men er 2 d.L. warme melk langzamerhand bijvoegt, en eenige minuten laat koken. Deze hoeveelheid is voldoende voor pl.m. 8 broodjes. Door de saus roert men dan, ofwel 2 ons gepelde garnalen, of 2 ons vleeschresten, of 2 ons vischresten of 4 hardgekookte en in blokjes gesneden eieren of l1/, ons gebrokkelde kaas. Het vulsel wordt op smaak afgemaakt met peper, zout, geraspte nootmuskaat, fijn gehakte peterselie en 1 theelepeltje Maggi's aroma. Als het mengsel goed van smaak is, vult men er de uit geholde broodjes mee, men legt daar de dekseltjes op en bestrijkt den geheelen buiten kant met gesmolten boter. Men plaatst de broodjes dan op 'n bakblik en laat ze in een vrij warmen oven, in ongeveer 20 minuten, goed knappend worden. Deze broodjes worden warm opgediend op een met een vingerdoekje bedekt schaaltje. AGNES. Voor dit vierkante kleed met waterleliemotief hebben we noodig een lap lichtblauw linnen, een stukje groen linnen voor de bladeren en een stukje wit linnen voor de bloemen. Rondom het kleed wordt een groene rand gezet van 5 c.M. breedte of liever de rand wordt op gelegd en kan op de machine gestikt Een eigenaardige samen stelling van fluweel en fijne wollen stof. Wandeltoilet met bolero, en klein mutsje met pompons. worden. Aardig is het den groenen rand op het blauw met een groenen steek te be werken. In dit geval behoeft alleen de buitenkant op de machine gestikt te worden, de kant naar 't blauw wordt dan vanzelf met den steek bevestigd. De versiering is in appliquéwerk. We knippen eerst de groene bladeren, 't blad dat in 't midden komt, is het grootste. De kleine bladeren teekent u eerst op papier en zet ze dan op een stukje groen linnen over met geel carbon-papier. U knipt het blad niet uit, doch rijgt het stukje linnen met het blad er op, op de plaats, waar het komen moet en begint het dan rondom op het kleed te festonneeren met groene zijde. De nerven, indien u die er op teekent, worden met dezelfde zijde bewerkt. Heeft u een blad, b.v. het linker klaar, dan wordt de overtollige stof rondom weggeknipt voorzichtig, dat u het festonneerwerk niet met de schaar raakt. Vervolgens maakt u het rechter blad op dezelfde manier. Heeft u alle hoeken bewerkt met de kleine bladeren dan teekent u de 4 groote en zet deze over op groen linnen. Dit groote blad valt even over de twee kleine en wordt opgeregen met de inkerving van het blad naar onder. Wanneer omgefestonneerd, wordt ook daarvan de overtollige stof rondom weggeknipt, en nu beginnen we aan de bloemen. Deze worden overgezet op het witte linnen, de twee half open en de groote open bloem, alle apart. De groote open bloem valt in een stomp ovaal en daarin teekenen we gemakkelijk de blaadjes af met de nerven. De linnen lapjes, waarop de bloemen zijn overgedrukt, worden nu op de groene bladeren geregen en de omtrekken worden met zacht geel gefestonneerd het hart wordt opgevuld met gele steken, en de meeldraden worden ook geel. De nerfafteekening aan den binnen- en buitenkant wordt zacht groen. Wanneer de bloemen klaar zijn, wordt de stof rondom weer weggeknipt en we moeten nu dubbel oppassen dat we nergens in knippen. Het motief is te groot voor bijpassende vingerdoekjes, maar wanneer u ze er bij wilt maken, neemt u een vierkant doekje van licht blauw met den opgelegden groenen rand en een oranjesteek- garneering. D. D. L. Eenvoudige zwarte japon met lange nauwsluitende mouwen, kraag met laag neerhangende punten, afgewerkt met 'n witte ruche om den hals.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1934 | | pagina 19