Van huis uit is een molenaar de incarnatie van 'n zekere roman tiek. (Groede.) tueel tot bovengenoemde vereenigingen wenden, of tot een plaatselijke schoonheidscommissie. Dan kan in ieder geval getracht worden, zooveel moge lijk molens te behouden. De betrekkelijk weinige, die het Zeeuwsche landschap nog sieren, moeten met man en macht in het leven worden gehouden Het oude type. rank en beweeglijk oprijzend in een sierlijk spel van lijnen. (Zuidzande.) De molenaar op zijn fraaien molen te Retranchement. Toch draaien de meeste onzer Zeeuwsche molens nog. De Zeeuwsche molen, zooals hij ons landschap siert. (Noordgouwe). over zijn molen, nu deze maar nauwelijks meer in staat is, hem het dagelijksch brood te bezorgen, inderdaad zijn de voorwaarden voor het molenaars bedrijf zeer slecht te noemen, en indien men niet zijn toevlucht neemt tot andere producten (we denken aan de veevoeders) moet het momenteel wel moeilijk zijn, de eindjes bij elkaar te brengen. Maar de wandelaar (voor zoover die nog be staat) ziet den molen uit den aard der zaak geheel anders. Hem interesseert alleen het uitwendige, en men kan hem dit ook moeilijk kwalijk nemen. En hoewel de tijden slecht zijn, en vele nood zakelijke dingen moeten worden uitgesteld tot later, gelooven wij toch, dat het niet gemotiveerd is, onze molens voetstoots op te offeren. De moeilijkheid in deze is, dat een molenaar veelal zijn molen afbreekt, zonder van te voren pogin- De molenaar houdt var} gen aan te wenden tot be- molenmaar de tijden zijn houd. Laten zij zich even- voor hem te slecht voor be spiegelingen over zijn molen. (Zuidzande.) geofferd aan een economische noodzakelijkheid. Een dergelijk overblijfsel werkt luguber. Ook de molenaar, als hij met hart en ziel in zijn bedrijf zit, zal een dergelijke verminking zeker betreuren. Immers, van huis uit is een molenaar de incarnatie van een zekere romantiek. In verhalen, romans, sprookjes, balladen, overal speelt de molenaar een bijzondere rol. Zijn bijzondere werkplaats, zijn bijzonder beroep ook, vallen uit den toon van het nuchtere leven. Overigens mag in onzen tijd een molenaar wel over een groote dosis nuchterheid beschikken Hij zal zeker niet erg gedisponeerd zijn tot het houden van bespiegelingen

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1934 | | pagina 9