No. 11 •2W* Jiedeüand. Waar Rijn en Waal (op den voor grond) zich van elkaar scheiden, tusschen Pannerden en Doornenburg. Crane, die eerst een loopje met hem had willen nemen, kreeg nu toch een beetje mede lijden met Brindlebury. „Jongen, Brindlebury," zei hij, ,,'t zou verduiveld gemeen van me zijn, als ik je niet gauw op de hoogte bracht van den toestand. De rollen zijn omgedraaid, of in ieder geval we staan even anders tegenover elkaar dan een weekje geleden. Steek 'n sigaret op. Ja, ik moet je zelfs een beetje te vriend houden Deze soort zijn geloof ik nogal naar je smaak, niet Brindlebury begon heele- maal bij te komen. „Dat wil zeggen, als mijn eigen sigaretten op zijn, mag ik ze wel." „Ik ben in 'n vredelievende stemming, Brindlebury," zei Crane grinnikend. „Kijk eens hier ik zie me niet alle n ver plicht je te vergeven voor al je misdaden, maar ik moet nog verder gaan. De omstandigheden zijn zóó radicaal veranderd, dat ik zelfs zoete broodjes bij je moet komen bakken. De zaak is, ouwe jongen, dat ik vervloekt veel idee heb, met je zuster te trouwen." Brindlebury stond met zijn mond wijd open. „Wablief?! Heeft u idee, Jane-Ellen „Ontzettend veel idee Geweldig veel idee 1" „En wat zegt zij er van „Ze voelt óók wel iets voor 't idee." „Hemeltjelief. Dus zal ik u moeten accepteeren als zwager." „D'r zal niets anders voor je opzitten. Geen roosje zonder doornen, moet je maar denken. Tusschen twee haakjes: ik heet Burton, en dat „u" kun je nu langzamerhand wel laten...." Maar de jongen was nog niet klaar 1 De toestand was al te verleidelijk voor een klein grapje. Hij ging met zijn rug tegen de deur van de ijskast staan en vouwde zijn armen over elkaar. „Ik weet niet goed," begon hij zwaarwichtig, „of ik het wel op mijn ver antwoording kan nemen, zonder verdere overwegingen in dit huwelijk toe te stemmen. Zou het wel geschikt zijn om mijn zuster gelukkig te maken Wan neer de vrouw ver boven haar stand trouwt en de man er ver beneden met zijn eigen keukenmeisje, notabene is er dan geen reden om aan te nemen, dat de partijen op den duur spijt zullen krijgen van dezen onberaden stap Wat zeg ik Heeft u, mijnheer Crane, wel ernstig overwogen, dat veel van uw trotsche vrienden hoe u zelf mijn zuster ook moogt waardeeren haar niet in hun huis zullen wenschen te ontvangen „Als je 't mij vraagt, broeder-in-spé," lachte Crane, „vind ik al die stands verschillen als 't er op aankomt grooten nonsens, in elk geval zéér onbelangrijk. Zelfs jou zal ik best eens een keer aan tafel willen hebben, natuurlijk als er geen mensch bij is." „Daar kun je donder op zeggen," schreeuwde Brindlebury enthousiast en hij ging voort „Maar veronderstel nu eens, dat mijn zusters gebrek aan fijne manieren „Zeg eens, laat die grapjes nu maar een poosje achterwege, Revelly," zei Crane. „Ga voor die ijskast vandaan en laten we die zaakjes even naar Claudia brengen." „Aha, dus je wist er alles van „Ja, ik had al een tijdje een en ander vermoed. Reed vertelde mij vanavond hoe de vork in den steel zat." Maar toen ze in de eetkamer kwamen, was Claudia weg. Ze was zelf naar boven gegaan om het nieuws aan haar broer Paul te vertellen, haar groote nieuws Hij zat heelemaal alleen op de vliering met de kaarten op een klein tafeltje voor zich, kris en kras door elkaar. Claudia kwam dichterbij en legde haar hand op zijn schouder. Maar hij bewoog zich niet. „Weet je wat ik van plan ben?" zei hij. „Ik geloof, dat ik maar eens naar beneden kom, om Crane de heele zaak uiteen te zetten. Ons spelletje is zoowat afgeloopen. En ik vind het een onaangename gedachte, dat we elkaar in een volkomen scheeve verhouding moeten verlaten. Het is een aardige vent, die Crane, en ik zou graag eens ronduit met hem praten." Claudia bleef achter haar broer staan en vroeg „Mag je hem werkelijk graag, Paul „Zeer zeker. Ik vind, dat hij zich in alle omstandigheden uitstekend weet te gedragen. Wa; denk jij van hem, Claudia „Ik hou van hem, Paul." Haar broer sprong overeind. „Maak dat je zelf niet wijs, meisje," riep hij. „Je kent de mannen van dat kaliber nog niet. Het is een verwend soort, door iedereen achternageloopen, en koelbloedig en vastberaden karakter, dat harde kanten heeft. Hij lijkt heelemaal niet op de mannen, waar jij je leven lang den baas over hebt gespeeld." „Nee, daar heb je groot gelijk in," zei Claudia. „Lieve kind," ging haar broer ernstig voort. „Dit is nu niets, heelemaal niets voor jou. Je moet 't gewoon uit je dwaze, kleine hoofdje zetten. Dat zal je heusch niet eens zoo erg zwaar vallen. Je hebt dien man nauwelijks een paar dagen gekend." „Paul, wat je nu zegt, bewijst, dat je niet weet, wat liefde is. Het heeft geen zier te maken met tijd of met je eigen wil. Het komt inééns over je. De menschen praten er over of het iets gewoons is en of iedereen zoo maar ver liefd raaktik geloof er niets van. Het is vast héél iets anders, héél iets mooiers dan dat. Kijk me eens aan, Paul. Ik heb dezen man, zooals je zegt, nauwelijks een paar dagen gekend. Ik heb maar enkele keeren met hem gesproken en soms niet eens zoo erg pleizierig. En toch lijkt me de gedachte, mijn heele verdere leven met hem door te gaan brengen, heel vanzelfsprekend en natuur lijk. Zelfs lijkt al het andere jij en ons huis en alles opééns véél verder van me af, vreemd en ongewoon. Ik heb een gevoel, dat je wel eens overkomt als je een tijd in het buitenland bent geweestje hebt niets dan vreemde talen gehoord en inééns ontmoet je iemand, die je in je eigen taal aanspreekt. Als Burton „Burton „Heb ik je dan niet verteld, dat we ons verloofd hebben „Maar, Claudia, kind, je zult moeten toegeven, dat we hoegenaamd niets van hem afweten," riep Paul ontsteld. „Je kunt hem je levenlang bestudeeren, hoor, Paultje 1" Het souper beloofde gezelliger te zijn dan het diner geweest was Hoeveel bezwaren Paul boven ook gemaakt had, hij voelde zich in een uitstekende stem ming en was heel prettig tegen zijn aanstaanden zwager. Lily was erg onder den indruk van Burton's aangenaam optreden. Lefferts, de eenige tafelgenoot, die in het duister verkeerde over den heelen voor hem ontstellend vreemden toestand, vormde een uitstekend gehoor. Alle vier vertelden ze te zamen en ieder op zijn beurt het heele verhaal van het oogenblik af, dat Claudia, nauwelijks elf jaar oud, met alle geweld had willen leeren koken, tot en met de allerkleinste toespeling aan het diner van dien zelfden avond. Het was aller genoeglijkst, en extra-interessant natuurlijk om de melodramatische wijzi ging in de onderlinge verhoudingen 1 Plotseling werd er luid gescheld aan de voordeur. Ze wisten allen terstond, wie het was. Natuurlijk Reed, die nog een poging in het werk kwam stellen om Claudia's reputatie te redden 1 „Ik zal 'm er niet in laten," zei Paul, achteroverleunend in zijn stoel. „Als ik niet zoo gauw mogelijk die butlersgewoonte af leer om op ieder belletje te komen afloopen, is mijn heele toekomst bedorven „Ik van 't zelfde stemde Brindlebury in. „En ik zal de deur zeker niet voor dien vent opendoen," zei Crane. „Claudia kan wél naar de voordeur gaan, maar alléén over mijn lijk." Weer klonk de schel. Lily stond op. „Ik zal hem even in laten," zei ze. „Ik vind dat jullie allemaal erg on rechtvaardig tegen Randolf zijn." Claudia glimlachte, toen haar zuster de kamer verliet. „Zóó is 't in orde. Er is niemand die zooveel invloed heeft op Reed als Lily. Binnen ongeveer vijftien minuten zal hij volkomen tot bedaren gebracht zijn. En als ze dan nog een kwartiertje met hem gepraat heeft, zal hij vast nog pleizier gaan krijgen in den toestand, zooals hij nu is." „Als je 't mij vraagt," zei Burton, naar Claudia kijkend, „konden ze er nog wel wat langer over doen." En het duurde inderdaad iets langer. EINDE

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1934 | | pagina 15