WATERLIBDIINIC
DE ZEEUWSCH-VLAAMSCHE
W<''W
Er zijn in het publieke leven altijd wonde plek
ken, die men met omzichtigheid dient te be
handelen, omdat ontijdig en te hevig ingrijpen
ongewenschte en ongedachte gevolgen kan hebben.
Staat men echter voor een fait accompli, dan is het
somtijds niet kwaad, een balans op te maken, voor
al niet, wanneer een belangrijk volksbelang op het
spel staat.
Gelijk men weet, is de Zeeuwsch-Vlaamsche
waterleidingkwestie er een, die de gemoederen van
het meest gemoedelijke deel der bevolking onzer
provincie tot kookhitte heeft laten warmloopen.
Moest aanvankelijk gedacht worden, dat tegen een
algemeen gewenscht plan een zekere oppositie be
stond van contraminaire personen, het is in het
laatste stadium dezer zaak zeer duidelijk gebleken,
dat het hier gaat om het doorzetten van een plan,
waartegen ruim 80% der bevolking zich ten stel
ligste heeft uitgesproken. Met een dergelijken
factor heeft men rekening te houden. Men mag dan
de wenschelijkheid van het totstandkomen eener
waterleiding inzien, gelijk ook wij dit doen, dit
geeft o.i. aan niemand het recht, deze wenschelijk
heid om te zetten in een gebiedende noodzakelijk
heid, indien het overgroote deel der bevolking zich
daartegen actief heeft gekant.
Waterleiding is zeer nuttig, ze is een hygiënische
eisch, en in principe dient men haar overal, waar
mogelijk, te brengen.
Het gaat er dan ook niet zoozeer om, of de water-
Waterhalen bij de gemeentepomp te Biervliet, die
droge tijden heel wat afnemers heeft.
leiding voor Z. Vlaanderen op zich zelf gewenscht
is, dan wel om het feit, of de invoering in dezen
voor velen zoo zorgvollen tijd aanbeveling verdient.
Dat de benoodigde gelden door de beide Kamers
zonder meer zijn gevoteerd, moet voor de Z.Vlaam-
sche bevolking méér geweest zijn dan een gevoe
lige slag. Wij vreezen, dat het voetstoots doorzetten
van deze kwestie zeker een gevoeligen knak heeft
gegeven aan het autoritaire gezag.
Men moet niet vergeten, dat het Zuidelijk ge
oriënteerde deel onzer provincie in vele opzichten
een gemotiveerde belangstelling voor onze Zuider
buren heeft.
leder, die de geschiedenis van Zeeuwsch-Vlaan
deren kent, zal moeten toegeven, dat dit lands
deel in vele opzichten langdurig verwaarloosd is.
Het Zeeuwsch-Vlaamsche volkslied werd eenige
jaren geleden tot een getuigenis van de kentering
in een politiek, welke noodzakelijk tot vervreem
ding had moeten leiden.
Met het doorzetten van het waterleidingplan
blijkt echter een veranderde geestesgesteldheid.
En wanneer wij onze meening moeten zeggen,
dan kunnen wij deze samenvatten in de conclusie
Een waterleiding voor Zeeuwsch-Vlaanderen is ge
wenscht, maar de wil tot invoering in dezen moei
lijken tijd getuigt van een gemis aan werkelijkheids
zin, waartegen de bevolking terecht protest aan-
teekent.
Als intermezzo dient opgemerkt, dat deze, ook
voor een ander deel van Zeeland urgente kwestie,
daar anders, en o.i. beter, wordt bezien. We denken
hier aan de Schouwsche duingemeenten, welke nog
niet (op een zelfs bestaand net) zijn aangesloten.
Het is merkwaardig, maar alleszins verklaarbaar,
dat talrijke principieele voorstanders der water
leiding de aansluiting in dezen tijd (natuurlijk
wanneer deze, gelijk ook in Zeeuwsch-Vlaanderen
Van een werkelijke waterleiding is er in Zeeuwsch-
Vlaanderen nog weinig te bespeuren. Voor de meeste
bewoners moet een sloot of kreek in de behoefte aan
water voorzien. (Spui, Axel)