IETS NIEUWS VOOR UW STOELRUG OF LEUNING KINDEREN, DIE BANC ZIJN No 1*1 VRIJDAG 31 AUG US I U.S 1934 433 len van nachthemden en van zwierige peignoirs met lange wijde mouwen. Het moderne nachthemd zou men in sommige gevallen kunnen verwisselen met 'n avondjapon. Het heeft de lengte van 'n avondjapon, het is, evenals de japon, naar onderen toe verwijd met godets, ingezette klokstukken of los uitvallende plooien. Het wordt gegarneerd met kant, met zijden lint, met fijne opnaaisels en het heeft, even als de avondjaponnen, meestal korte mouwtjes. En het materiaal Vooreerst voile, maar ook veel crêpe de chine en zelfs crêpe satin, een en ander niet alleen in effen tinten, maar ook gebloemd en dan gegarneerd met effen zijden lint. zoom bijrekent. Wanneer ge het jurkje geknipt hebt, wordt aan den voorkant de 6 c.M. diepe plooi ingelegd en bij het halsje op vorm weg geknipt. Hierna kunt ge de zijnaden, benevens 10 c.M. van de schoudernaden verbinden. Het resteerende gedeelte van den schouder blijft open, zoodat het jurkje over het hoofd wordt aan getrokken. Aan den achterkant wordt dan voor onderslagje een recht stukje tegengezet, terwijl de voorkant wordt opgezoomd. Het halsje wordt af gewerkt met 'n schuin biesje, dat ge 3 c.M. breed knipt en dat op den goeden kant aangestikt en op den verkeerden kant overgezoomd wordt. Voor de mouwomslagen knipt ge de biezen 24 c.M. lang en 8 c.M. breed het naadje wordt verbonden, waarna ge de bies op den verkeerden kant aan- en op den goeden kant overstikt en dan pl.m. 3 c.M. breed moet zijn.'De biezen voor de zakjes knipt ge 4 c.M. breed, waarna ze op den verkeerden kant aan- en op den goeden kant overgestikt worden. Alvorens de zakjes op te stikken, past ge even of de hoogte (35 c.M. vanaf den schouder) goed is, waarna ge ook den onderkant gelijk maakt en den 5 c.M. breeden zoom in kunt maken. De ceintuur knipt ge 70 c.M. lang en 9 c.M. breed, waarna ge deze dubbel stikt. De knoopen zet ge aan op 9, 16, 23, 37 en 44 c.M. vanaf den schouder, en één op de ceintuur. Een normaal, gezond kind is niet bang, zoolang de opvoeders het niet bang maken. Vele ouders hebben de verkeerde gewoonte in de slaapkamer der kinderen een klein lichtje te laten bran den, den heelen nacht door. Dat op zichzelf zou niet zoo erg zijn, wan neer maar niet de kans bestond, dat op een goe den dag dit lichtje niet wil branden of uitwaait, ofwel dat het kind, met de ouders ergens logeerende, het lichtje, waaraan het gewend is, zou moeten missen. Dan zal het kind waarschijnlijk bang zijn in het donker, terwijl een kind dat altijd in donker ge slapen heeft, juist door die duis ternis een prettig gevoel van rust in zich zal krijgen. Van nature toch bestaat er geen vrees, die wordt alieen aange kweekt, wat vrijwel altijd onbe wust geschiedt. Het is daarom aan te raden, voorzichtig te zijn met alles, wat het ontstaan van vrees ook maar eenigszins zou kunnen bevorderen. Met den boeman, of den zwarten Pieterman dreigen, als de kinderen stout zijn, is al heel verkeerd, want de kinderen ver binden aan die wezens iets heel ergs, dat ze niet graag ondervinden waarvoor ze bang zijn dus. Een kind dat ziek geweest is en bittere drankjes heeft moeten slikken, of misschien een klein ope ratietje heeft ondergaan, met den dokter dreigen, die weer eens „zoo'n drankje" zal geven, weer eens „zal gaan snijden," is al evenzeer geschikt om 't kind bang te maken, bang voor den dokter ditmaal. Niet alleen dat dit slecht is voor 't kind, het ge vaar is niet denkbeeldig, dat het kind, wanneer het weer eens werkelijk ziek wordt, zóó bang is voor den dokter, dat het 't onderzoek belemmert, mogelijk zelfs belet, door op alle mogelijke manieren den dokter tegen te werken. Nog een manier om bij de kinderen vrees aan te kweeken is het voorlezen of vertellen van griezelige verhalen, wat helaas nog maar al te dikwijls ge beurt. Men moest het toch begrijpen, dat dit op de teere kinderziel een funesten invloed moet hebben straf de kinderen als ze stout zijn, maar maak ze niet bang. T. NACHTHEMDEN EN NÉGLIGÉ'S De pyama heeft haar glanstijd gehad. Wist ze, i eenige jaren geleden, zelfs door te dringen tot het salon, nu heeft ze zelfs als négligé heelemaal afge daan. In de nieuwste Parijsche modeplaten vinden we geen enkele pyama meer, maar wel elegante model- Een crapaud wordt meestal van boven, daar waar het hoofd rust, bedekt met een of ander klepdjé, ter voorkoming dat het pluche vuil of vet wórdt. Deze kleedjes zijn vaak lastig, omdat ze veelal verschuiven, wegglijden en later verkreukt in den crapaud teruggevonden worden. Een gemakkelijke oplossing geeft u een bedek king zooals op onze teekening. Het kleedje zit met een hoofdje over den stoel. Behalve voor de groote waaiercrapauds kunnen we dit model bijna op alle soorten crapauds toe passen. Het beschermkleedje echter kan tot een prac- tisch ding gemaakt worden, door achter den stoel rug een omslag te maken voor kranten en tijd schriften. Het kleed, dat u net zoo mooi kunt maken als u zelf wilt, door een apart handweef, gestreepte of gebloemde stof te kiezen, of door er borduur werk van te maken, is zonder de verbinding voor den stoelkop een gewone rechthoekige lap, welke aan één kant, daar waar de krantenzak komt, om geslagen en opzij dicht genaaid wordt. Een ronde of puntige vorm is natuurlijk niet noodig, u kunt de opening van den zak ook recht laten. Wanneer u uw stoel op een dergelijke manier niet kunt of wenscht te beschermen, doch den krantenzak wel practisch vindt, kan u hem ook over de armleuning van den stoel maken. Een ronde armleuning van een leeren crapaud of een velours crapaud is het beste geschikt. De kop wordt nu alleen van voren met een tus- schenzetstukje voorzien, zoodat deze over de armleuning geschoven kan worden. U kunt er heel goed twee vakjes in maken, één voor kranten en één voor uw handwerk. Om den zak goed te laten hangen, kunt u on deraan een paar zware kralen hangen, of iets zwaars kan in den zak gedaan worden. D.D.l.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1934 | | pagina 19