- No. I-I VRIJDAG 31 AUGUSTUS 1934 437 spuitende bron verkreeg, doch binnen korten tijd stond er een halve meter olie in. Ik zorgde ervoor, dat de talrijke'nieuwsgierigen op een flinken afstand bleven en stuurde geregeld patrouilles rond om de orders te herhalen, dat niet het minste vuur of licht gemaakt mocht worden, ook niet met de groote stalen electrische zaklan tarens, die hier bij het werk gebruikt worden. Ik beefde bij de gedachte, dat er brand zou ontstaan. Doch de voorzorgen waren nutteloos terwijl ik met Sampin stond te praten over de maatregelen, welke wij zouden beproeven, zoodra het licht werd, zag ik tot mijn ontzetting plotseling twee mannen met zaklantarens binnen den dijk, loopend in de richting van den boortoren. Met 'n waarschuwenden gil vloog ik hen achterna de lichten vervaagden in den damp van de neerstuivende olie, één verdween er geheel, en op hetzelfde oogenblik spoot een vuur straal omhoog en werd ik in de drabbige olie ge smakt. Ofschoon verblind en half bewusteloos door den ontzettenden knal, was ik gelukkig bij machte op te springen en over het dijkje te klauteren twee mannen vingen mij op en rukten mijn brandende kleereti uit, en wel zoo vlug. dat ik er met enkele lichte brandplekken afkwam. Maar het olie-meer binnen den dijk brandde het brandde met angst wekkend groote vlammen, met een brullend loeiend geluid. Het ongeluk was gebeurd. Waarschijnlijk was een van de twee mannen gestruikeld en had daarbij met zijn zaklantaarn een steen of een ijzeren voorwerp geraakt, hetgeen een vonk ver oorzaakte meer is er niet noodig om in deze ge vaarlijke omgeving van olie en gas brand te brengen. Op eerbiedigen afstand van den dijk, in het licht van den ontzagwekkenden brand, hield ik krijgs raad met de ingenieurs, die intusschen waren ge komen. De twee mannen, die ik in het olie-meertje had zien verdwijnen, moésten wij als de eerste slachtoffers beschouwen zij moesten in de vree- selijke vlammen een pijnlijken doch vluggen dood gestorven zijn. Bovendien waren enkele arbeiders bij de ontploffing door rondvliegende stukken steen gewond, doch gelukkig niet ernstig behalve drie konden allen bij het blusschingswerk helpen. Wij besloten het eerst te probeeren met de mod- der-methode, waarmede wij onmiddellijk begon nen, daar wij nu niet op het aanbreken van den dag behoefden te wachten de brand verlichtte alles over een aanzienlijken afstand. In afwachting van het oogenblik, dat de olie binnen het dijkje door de razende vlammen verteerd zou zijn, liet ik de sterke pompen gereed maken, die bij het boren water en modder omhoog halen. Met vrachtauto's en lorries werden alle pompen en buizen rondom den dijk verzameld, totdat ik met twintig stralen het vuur kon aanvallen veel verwachtte ik er niet van, doch het moest gedaan worden. En het leverde inderdaad niet veel resultaat op de kracht van de spuitende, brandende olie was zoo groot, dat de dikke modderstralen als fijn stof uit elkaar wer den geblazen, zoodra ze die raakten. Dus bleef er nog maar één middel over: nitrogly cerine, d.w.z. de onderaardsche buisleiding door een ontploffing afsluiten, met de kans natuurlijk, dat de bron vernield werd en het boorwerk opnieuw begonnen moest worden. Dat was echter altijd nog beter, dan de olie te laten spuiten en branden, wie weet voor hoe lang nog. Ik liet een telegram sturen naar een nitroglycerine-expert in Seminole hij zou dadelijk komen met een flinke lading, maar het zou toch minstens zes uur duren, eer hij bij den brand kon zijn. Al dien tijd konden we niets doen dan de gloeiende resten van den vernielden boor toren omver halen het zou n.I. noodig zijn, dat wij straks de lading zoo dicht mogelijk bij den vuur haard brachten, waartoe de hinderlijke ruïne eerst opgeruimd moest worden. Men kan ook een tunnel graven naar den toren, om daar de nitro glycerine in te plaatsen, maar dat zou een lang durig werkje worden, en ik besloot het op de andere, hoewel gevaarlijker manier te probeeren. De nitro-man was het met mij eens, toen hij na aankomst den toestand had bestudeerd. Uit zijn auto, die op veiligen afstand was geparkeerd, brachten wij voorzichtig de blikken nitroglycerine binnen het dijkje, waar wij ze op een licht, klein karretje plaatsten. Daarna begon het gevaarlijkste werk wij reden het wagentje zoo ver als de hitte ons toeliet te komen, trokken een soort duikerpak van asbest aan en duwden toen met lange stokken het met asbest omhulde wagentje verder naar het De enorme rookkolom na een ontploffing bij een oliebron in Oklahoma. vuur. Vier man hielden een waterstraal op ons ge richt, maar desondanks dacht ik in mijn .asbest- uniform te sterven van de ondraaglijke hitte. Dat was echter niet het ergste; mijn zenuwen hadden het nog zwaarder te verduren door de gedachte, dat ik ieder oogenblik in de lucht geslingerd kon worden, indien de nitroglycerine zou ontploffen door de ontzettend hooge temperatuur of door een schok van het wagentje, wanneer het over een on effenheid hobbelde. Centimeter voor centimeter schoven wii het karretje voort, tergend langzaam, hetgeen mij weer nieuwe angsten gaf want bij de nitroglycerine hadden wij een instrument gevoegd, dat na een half uur de lading zou doen springen, en het scheen mij toe, dat wij reeds bijna een half uur gezwoegd hadden. In werkelijkheid waren het slechts tien minuten, in dien tijd hadden wij het karretje zoo dicht bij de brandende bron gescho ven, als wij slechts dorsten. Daarna volgden eindelooze twintig minuten van wachten wij hadden ons ongeveer vijfhonderd meter teruggetrokken, horloge in de hand, half gek van spanning, of de explosie resultaat zou heb ben. Toen kwam de slag wat er nog stond van den toren, werd gekraakt een donkere massa vloog in de lucht een lange, scherpe steekvlam schoot omhoog gekraak, gerommel, een akelig gesis, nog enkele vlammen. Duisternis. Schreeuwend van blijd schap sprong ik op, maar helaasWeer werd de omtrek verlicht door groote vlammen, wij hadden den brand niet kunnen stuiten. Alle werk en alle gevaar vruchteloos. Ik kan u verzekeren, dat het dan meer dan gewone -'^Ék wilskracht kost, om niet toe te geven aan de felle teleur- stelling, zich maar moede loos op den grond te laten vallen en alles te laten voor wat het was. Doch wij kon den niet toekijken, zonder iets te doen ieder uur ver brandde er voor duizenden aan olie, en men kan een bron, die misschien millioe- nen vaten zou opleveren, toch niet zonder meer laten doorbranden. Er was dus geen andere mogelijkheid, dan opnieuw het asbest- costuum aan te trekken en den tweeden keer den ge vaarlijken ren met de nitro glycerine te ondernemen. Vooralle zekerheid plaats ten wij nu een dubbele lading op het wagentje, onderzochten vluchtig waar de minste oneffenheden in het terrein waren, en bevestigden weer de stokken aan het karretje. Slechts één keer schokte het wagentje gevaarlijk over een stuk steen, dat wij niet gezien hadden er gebeurde niéts, doch de angst voor een ongeluk was meer dan mijn uitgeputte zenuwen alle ver- geefsche blusschingspogingen hadden nu reeds meer dan een etmaal geduurd konden verdra gen. Ik waggelde en voelde dat jk door den ander werd weggetrokken en op den grond gelegd. Een voorman nam mijn werk over, zooals ik later hoor de, en bracht met den nitro-expert het levensge vaarlijke karweitje tot een goed einde, want toen ik weer tot bewustzijn kwam, ergens op behoor lijken afstand van de bron, gebeurde dat door een donderende ontploffing. En dezen keer hadden wij succes de nitroglyce rine had het boorgat onwrikbaar dichtgeslagen met een barrière, waartegen de kracht van de spuitende olie het moest afleggen. Ik dacht, dat ik in zwarte duisternis van bewusteloosheid terugzonk, doch nu was het werkelijkheid de monsterachtige vuur zuil van de brandende olie slonk, daalde en spatte in elkaar, alsof een reusachtige kraan werd dicht gedraaid de roode gloed doofde en inktzwarte duisternis viel als een groot scherm op ons wij hadden overwonnen, het vuur was bedwongen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1934 | | pagina 21