WILL McMORROW Hier Mijn Geld! Geef hier De bruine, gespierde hand van Harry Morgan strekte zich uit over het bureau, met de palm naar boven. Het was een breede, be kwame hand, met de vier eeltplekken aan de wortels der vingers, die deti athleet of den handarbeider kenmerken en aangezien Harry in de twee jaren, dat hij afgestudeerd was, zich aan geen zwaarderen arbeid schuldig had gemaakt, dan het voortdrijven van een golfbal of een zwaren auto, kon hij slecht in de rijen der werkers worden gerangschikt, al ploeterde hij ook nog zoo hard om zich te amuseeren. Nu echter amuseerde hij zich volstrekt niet. De hand trok ongeduldig. „Je hebt me toch verstaan üeef direct hier dat contract. Dan heb ik dat tenminste." Jarvis, aan den anderen kant van het bureau neergezakt in een bureau stoel, aarzelde nog en begluurde zijn gewezen pupil met een paar schichtige grijze oogjes, waarin vrees en kwaadaardigheid elkaar poogden te verdringen. De vrees wou 't ten slotte, en 't gevouwen papier schoof over 't glimmende hout. „Je bent vreeselijk hard tegen me, Harry," klaagde Jarvis. „En ik vind je niet eerlijk ook. Kan ik 't helpen, dat 't me tegengeloopen is?" „Eerlijk I" Harry's stem klonk schel van verontwaardiging en verbazing. „Ben ik niet eerlijk tegen jou Nou, als dat niet 't toppunt van. „Schreeuw niet zoo, Harry," viel Jarvis hem zenuwachtig in de rede, aan zijn horloge-ketting frommelend, ,,'t Personeel kan je hooren." „Jij blijft daar maar kalm zitten, nadat je al mijn geld hebt opgemaakt geld, dat je voor me beleggen zou mijn vaders geld, dat je in een soliede zaak voor me zou steken en dan durf je nog te zeggen, dat ik oneerlijk tegen je ben. Weet je, wat ik zou moeten doen, als ik eerlijk wou zijn „Je moet me den tijd laten, om terug te verdienen, wat ik met speculeeren vefloren heb." „Ik moest naar de politie gaan en die 't zaakje uit laten zoeken, bedoel je En ik zou 't doen ook, als ik dacht, dat ik er wat door terug kon krijgen. Dertigduizend dollar, al wal ik op de wereld bezat, vergokt op de beurs, en wat kun je me ervoor laten zien V Niets dan dat contract, waar je je mee verplicht hebt, 0111 ergens een ongelukkig stuk grond te koopen. Enfin, dat zal ik dan toch maar meenemen. Wat is 't waard als 't wat waard is?" jarvis klaarde op. 't Was een zuur half uurtje geweest om den toestand uiteen te zetten voor dien opvliegenden jongeman. Jarvis had gedacht, dat er makkelijker met hem om te springen was maar Harry had getoond, dat hij meer kijk op zaken had, dan men verwachten zou van een jongmenseh, dat nergens aan dacht dan aan pleizier en weelde. Hij zou 't Jarvis heel onaangenaam kunnen maken, als hij voor de rechtbank rekenschap vroeg, als hij het geld terugeischte, dat hij zijn gewezen voogd een half jaar geieden had toevertrouwd. Die grond aan de Fiddler-baai was een slechte belegging geweest er was niet veel kans, dat het geld er ooit weer uitkwam. Nu de beurs geweigerd had, Harry's geld met interest terug te geven, was het onmogelijk, den laatsten termijn op dat grondbezit, die over twee weken verviel, te voldoen. Dus als Harrv het contract wou nemen en de zaak daarmee als afgedaan beschouwde, kwam Jarvis er beter af, dan hij had durven hopen. „Wat 't waard is?" Jarvis ging met de hand over de glimmende kale plek, die zijn gladde grijze hoofd bekroonde, ,,'t ls absoluut een kostbaar bezit minstens het dubbele waard van de veertigduizend dollars, die je er voor betaalt. Ik had groote plannen met dien grond. Fiddler-Punt is aan 't opkomen. Een zeer welvarende streek echt een heel goeie koop - uit stekende grond, vrij van lasten ik zal met alle genoegen dat contract op je overdragen bij gelegenheid." „Dat wil zeggen nu," zei Harry. „Anders glipt 't je weer door de vingers." „Een beetje geduid, jongen. Alles heeft zijn tijd noodig. Papieren moeten volgens de eischen der wet opgemaakt worden...." Harry's kin kwam een klein eindje naar voren. „Hoor eens, Jarvis. Je kunt er zoo hard omheen praten als je wilt, maar je hebt mijn geld vergokt. Ik scharrelde maar zoo'n beetje rond, in afwachting tot je iets goeds voor me gevonden had, en jij hebt mijn geld onderwijl uit gegeven. Ik ben gek geweest, dat ik mijn tijd zoo vergooid heb, terwijl ik iets nuttigs had kunnen doen, dat weet ik. Maar zoo gek ben ik nog niet, dat ik je nog meer in 't water Iaat gooien. Je hebt een deel van mijn geld in dien grond gestoken. Dus wil ik dat tenminste terug hebben. We hoeven geen papieren op te maken, om dat con tract over te dragen. Je schijnt te vergeten, dat ik zelf rechten gestudeerd heb. Dus je schrijft dat contract op me over, of ik dien een aanklacht tegen je in wegens „Heb ik dan gezegd, dat ik 't je niet geven wou?" viel Jarvis hem snel in de rede. ;,Je kunt 't met alle pleizier krijgen. Ik dacht alleen, dat ik 't con tract misschien voor je zou kunnen verkoopen." Haastig doopte hij een pen in een koperen inktkoker. „Je kunt 't me beter laten houden, Harry. Dan kan ik je bewijzen, hoe eerlijk ik 't met je meen. Wil je me ontslaan van mijn verdere verplichtingen tegenover je Harry knikte kort. „Ik weet even goed als jij, hoeveei werk ik zou hebben, om 't los fe krijgen. Schrijf maar een kwitantie voor de dertigduizend dollar, dan zal ik die teeke nen als jij eerst dat contract hebt overgeschreven." Jarvis' pen kraste druk op den achterkant van het opgevouwen papier. „Alsjeblieft," zei hij, het papier over het bureau schuivend. „Zwart op wit „voor genoten waarde is dit contract met alle rechten, aanspraken en belangen door ondergeteekende afgestaan en overgedragen aan Harold Mor gan". Nu is 't jouw eigendom." DOOR Harry stak een sigaret aan, om beter te begrijpen, wat hij las, en rimpelde zijn voorhoofd bij de „nagenoemd"s en „voornoemd"s en „deswege"s van het contract, en het speet hem, dat hij niet altijd hard gewerkt had in zijn Studiejaren. Enkele gedeelten van het contract leken hem hopeloos ingewik keld, en de beschrijving van de gekochte gronden, met dat „zuidelijk vandaar" en „zuidwestelijk vandaar" klonk precies als de Anabasis van Xetiophon, en dat had 't, wat Harry betrof, ook kunnen zijn, want het was puur Urieksch voor hem. Er drong hier en daar echter wel zooveel licht door, dat hij begreep, wat de hoofdtaak was dat de koop erin geregeld werd van een stuk land, dat Fiddler-Punt heette, en gelegen was in het gewest Southampton, staat New York dat er achtduizend dollars op betaald waren bij de onderteekening van het contract, en dat er nog tweeendertigduizend dollars gestort moesten worden door den kooper, Henry Jarvis, op den vijftienden April, ten kantore van Stewart Lane te Oost-Pogham. Jarvis beet op zijn penhouder en keek over zijn bril heen naar Harry. „Prachtig stuk land, Harry. Je zult er van staan kijken, als je 't ziet. Alles in orde zoo „Nou," zei Harry twijfelachtig, terwijl hij het contract in zijn zak borg, ,,'t heeft niet de warmte en het vuur van een lndiaanschen minnezang, maar 't zal wel in orde zijn. 't Moet tenminste maar. 't Vertegenwoordigt achtduizend dollars van mijn geld, dus ik zal er maar voor moeten vechten." ,,'t Is meer dan ik heb, jongen," klaagde Jarvis. „Ik houd niets over van die verschrikkelijke...." „Als ik je boeken niet gezien had en als ik niet wist, dat je een mijl in 't rond bij iedereen in 't krijt staat, liet ik je voor de rest óók over de brug komen. Laten we maar geen nabetrachtingen houden. Waar is die kwitantie, die je geteekend wou hebben Vijf minuten later stond Harry op, greep zijn hoed en liep naar de deur, niet lettend op de uitgestoken hand van Jarvis. Deze haalde zijn magere schouders op, zonk weer achterover in zijn stoel en sloeg de armen over elkaar. „Wat ga je nu doen vroeg hij. „Ik zal zien, dat ik wat van dien rommel terecht breng," antwoordde Harry, en hij klopte op den zak, waar het contract in zat, „al moet ik er bij neervallen." Jarvis glimlachte bemoedigend. „Nooit den moed opgeven, jongen. Er is altijd een kans er is altijd een kans De deur sloeg achter Flarry dicht en maakte een einde aan Jarvis' opti mistische uitspraak. Langen tijd nog bleef hij peinzend zitten, met zijn vingers op het boven blad van zijn bureau trommelend. „Er is altijd een kans," zei hij nog eens, en hij greep naar de telefoon. II. Het oude wagentje sputterde nijdig, schoot naar voren, schokte tweemaal en begon vooruit te krabbelen. De man van de garage legde de benzine-slang op den haak en sprong nog juist op tijd uit den weg. „Hou je maar taai hoor!" schreeuwde hij over de reeks eigenaardige ontploffingen heen, 'die uit de motorkap kwamen. „O, sta je weer Harry stak zijn hoofd door het gehavende zijscherm en grinnikte. „Ik weet wel, dat 't niet veel bijzonders is. Maar ik moest toch iéts hebben, toen ik mijn wagen verkocht had. Zoover als ik zijn moet, brengt hij me wel." „Dat ligt er maar aan, waar je heen moet," zei de garage-man twijfel achtig. „Dat wagentje lijkt me niet gebouwd voor de wegen hier in de buurt. Hoever moest u ook weer, zei u Harry vischte het contract uit zijn zak en keek er in. „Ergens waar 't Fiddler-Punt heet eigendom van een zekeren meneer Lane, 't Moet hier in de buurt zijn." „Dat moét 't misschien, maar 't is 't niet dat scheelt minstens acht mijl. Je kunt 't net voor donker halen, als je niet van den weg af rijdt, 't moeras in. Enfin, je hebt vijftig mijl achter den rug, dus dat eindje zal dat ding ook wel halen. Ik zou er u wel even heen brengen, maar de weg is zoo slecht, 't Is een grintweg, en twee mijl hier vandaan krijg je een scherpe bocht naar rechts. Pas maar op, dat je daar niet voorbij rijdt." „Ik zal er op letten, 't Heet hier Oost-Pogham, is 't niet?" De garage-houder erkende dit, zonder merkbaren burgertrots echter. „Die Lane, waar u 't over had, heeft bijna den heeien boel hier. 't Is een oud stadje, maar 't is niet hard gegroeid klein voor z:jn leeftijd. Driehon derd inwoners, zeggen ze. Als mijn huur hier om is, hebben ze er nog maar tweehonderd negenennegentig." Hij nam een tandenstoker uit zijn mond en wees ermee naar een zilver achtige streep, die tusschen de boomen door te zien was, achter een grijs groene moerasvlakte. „Dat is de groote baai. Maar ik kan er niets groots aan vinden. Daar heb ben ze vroeger oesters gevischt, of gevangen of geschoten, weet ik wat ze in dien tijd deden. Maar dat zaakje is op de flesch, en die oude luitjes hebben geen hand uitgestoken sinds dien tijd." „Waar leven ze dan van „Meest zomergasten en huisjes verhuren en een beetje rondvaren met de menschen. Wou u hier komen wonen Harry schudde het hoofd. „Weet ik nog niet. Misschien, ls er op die Fiddler-Punt een hotel of zooiets

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1934 | | pagina 28