ZEEUWSCH LEVEN ■HHBn KOEWACHT Weggedoken en verscholen in het laag Zeeuwsch-Vlaamsche land, Kerk en huisjes, toren, molen, alles ligt zoo bij de hand Waar een ieder rustig doorleeft, ver van 't stedelijk gejacht En de sterren helder fonk'len in een wolkenloozen nacht Daar zijn volgens alle kranten nog geen nood en narigheid Daar heeft elke zaak nog klanten, daar kent men geen werkloosheid. Heel de maalstroom van ellende, die zoo menig oord verteert, gaat voorbij, en 't kleine dorp ligt liefelijk en ongedeerd. Geert malaise en geen crisis, geen misère en geen steun 't Klinkt te mooi om waar te wezen, in den dagelijkschen deun. Hooge Heeren in het Haagje, zendt toch een commissie uit, Laat toch daad'lijk onderzoeken, hoe toch daar het klokje luidt 1 Zijn het allen koeiewachters in dit klein Koewachtsche oord Heeft men er heel geheimzinnig nieuwe bronnen aangeboord Helpt ons op de hoogte, Koewacht, Al is 't dorpje nog zoo klein, Weten wij 't geheim, wij zullen trouwe volgelingen zijn 1 No. 15 VRIJDAG 7 SEPTEMBER 1934 De ijsco-attractie. De Zeettivsche molen draair. (Ztxidzande) 1 EpgfflM&BOggp^ - |P3 Als de veerboot aankomt te Kortgene. Het wachten is op den baas. (Baarland) Op den Vlissingschen Boulevard bij het Loodsenhoofd.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1934 | | pagina 3