&wuj4 de 'Yecfó.
WILL McMORROW
^Hier Mijn Geld!a
DOOR
Wij menschen van de twintigste eeuw leven midden in de "2
wonderen der wetenschap. Wij verbazen ons over de radio, gaan
groot op de snelheid van een vliegtuig, peinzen verwonderd over de geheimen
van tijd en ruimte, maar hebben bijna geen gedachte over voor de buiten
gewone verschijnselen van ons dagelijksch leven het onverklaarbare weg
drijven in de schaduw van den slaap en het wonder van ons ontwaken. De
wetenschap kent geen raadselachtiger verschijnselen dan deze.
Toen Harry ontwaakte in de donkere kamer, herinnerde hij zich niets
van de heftige boodschappen, die zijn ooren, de schildwachten van den slaap,
al eenige minuten hadden gezonden aan zijn sluimerend brein dringende
waarschuwingen, die hem wakker deden worden met het besef, dat hij niet
alleen in de kamer was.
Het regende al eenigen tijd niet meer de maan, die kalm neerscheen
uit een helderen hemel, vormde een lichten rechthoek op den muur bij de deur,
die in de gang uitkwam.
Harry lette op, snel ademhalend, in volkomen stilte, en zag het vak maan
licht snel slinken. Er kraakte een plank. De rechthoek van maneschijn werd
nog smaller. De deur ging open.
Er sloop een tastende hand in de verlichte ruimte, een magere, witte,
verminkte hand, met een duim en slechts drie vingers. De ringvinger ontbrak.
VI.
Het is niet moeilijk, met wijsgeerige minachting over spoken en dergelijke
dingen te spreken, als men in een lichte warme kamer zit maar men voelt
zich heel anders, als men wakker wordt in de klammige uren van den nacht,
en een spookhand met grijpende vingers op zich af ziet komen.
Erkend moet worden, dat Harry Morgan een beetje kippenvleeseh langs
zijn ruggegraat voelde. Zijn haar rees niet te berge, maar het trok strakker
bijeen achter aan zijn hals, in de paar seconden, die hij noodig had om tot zich
zelf te komen.
Met 'n schok kwamen de energie en 't vaste besluit, de zaak op den keper
te beschouwen, in hem terug. Hij greep naar een schoen, om dien naar den
bezoeker te gooien, en tegelijkertijd bracht hij met een stillen zwaai zijn voeten
naar den vloer.
Terwijl hij dit deed, knarsten echter de roestige veeren van den divan,
en de spookachtige hand verdween, vóór de zware schoen, gedreven door de
kracht van een gespierden rechterarm, den muur raakte.
Harry sprong naar de deur, en was maar twee seconden bij den schoen
achter. De deur sloeg tegen zijn gezicht dicht. Hij tastte naar den knop.
Met kracht rukte hij de deur open hij stapte de gang in, juist toen de
scherpe knal van een pistoolschot klonk uit de richting van de keuken. Blass
kwam te voorschijn aan het einde van de gang, met de brandende lamp in de
eene hand en de nog rookende revolver in de andere. Hij was geheel gekleed.
„Ik heb hem gemist 1" schreeuwde hij opgewonden. „Ik heb recht op zijn
hart gemikt, en geschoten, toen hij de deur uit kwam. Ik kón hem niet missen
Dat was geen menschelijk wezen, Morgan. Het was geen mensch Heb je hem
gezien
„Ik zag een hand," zei Harry, den schoen, waarmee hij gegooid had,
weer oprapend. „Maar ik zal hem wel krijgen! Hij kan nog niet ver weg zijn."
,,'t Was Peter Kuil, die man, die vermoord was..
„Laat hij maar oppassen, dat hij niet vermoord wórdt, als ik hem te
pakken krijg," zei Harry vinnig. „Hij heeft me leelijk aan 't schrikken gemaakt.
Laten we maar gaan. U loopt den eenen kant het huis om en ik...."
„Wat is er?" May stak haar bleeke gezicht om de deur van haar kamer.
„Niets om ongerust over te zijn," stelde Harry haar gerust. „We hebben
visite gehad. Steek nog maar een lamp aan, May, en wacht hier. We zijn in
een paar minuten terug."
„Je jasje," zei Blass, en hij keek de huiskamer in.
„Geen tijd," zei Harry, zich naar buiten reppend.
Aan den voorkant van 't huis scheidden zij. Harry liep langzaam zijn kant
op, en bekeek met zorg deuren en ramen. Die waren aan den binnenkant
stevig gesloten. Hij ontmoette Blass aan den anderen kant, bij den grintweg.
„Waar was hij of het toen u schoot vroeg Harry.
„Hij stond in den maneschijn in de open deur, die van de keuken naar
buiten gaat. Ik had de deur open laten staan, toen ik ging liggen. Ik heb hem
goed gezien, 't Was dezelfde gedaante, die ik bij mijn auto gezien had. Ik heb
altijd een revolver bij me, omdat ik dikwijls nogal veel geld in mijn zak heb,
en ik heb hem aangeroepen, vóór ik schoot, 't Helpt natuurlijk niets, of je
op zooiets schiet. Ik deed 't onwillekeurig."
Harry wees naar een grijze strook, die zich uitbreidde aan den Oostelijken
hemel.
„De maan zijn we gauw kwijt, maar dan krijgen we daglicht. Hij laat
vast sporen in de modder na, met dien regen van gisteravond, dus dan kunnen
we
„Daar is 't riep Blass, Harry bij den arm grijpend. „Een eindje den weg
op Ik zag heel even iets bewegen
Hij snelde den weg op, die witachtig begon te worden in het groeiende
HET VERHAAL TOT NU TOE. Jarvis, de advocaat van Harry Morgan, heeft
diens geld verspeculeerdalleen een koopcontract, waarvoor twee weken later
nog 32 000 dollar moet gestort worden, is overgebleven voor een moerasgebied
aan zee aan de Fiddler-Punt in Oost-Pogham. Hij gaat zijn eigendom mspecteeren
wegens het slechte weer moer hij overnachten in het huis van mevrouw Parks, die
daar met haar dochter woont Later komt ook Har pet Blass, die niet verder kan
met zijn auto. Hij heeft Harry's vader gekend en wil hem helpen, door het contract
over te nemen. Harry stelt dit uit tot den volgenden morgen, omdat hij het gezicht
van Jarvis voor het raam meent te zien. Blass vertelt hem over Peter Kuil, die met
een verminkte hand zoogenaamd spookt in het huis
Ik heb nogal studie van zulke dingen gemaakt, Morgan," ging hij met een
ietwat benepen stem voort. „Ik weet, dat de onrustige zielen van over
ledenen in ons midden verblijven, zonder dat wij het weten. Ik denk wel
eens, dat zij hun redenen hebben om terug te komen en zich aan ons te
toonen. Er zijn door de jongste wetenschappelijke onderzoekingen veel feiten
aan 't licht gekomen, die bewijzen, dat er nog veel is, waar wij niets van weten.
Ik weet niet, wat ik gezien heb, maar ik weet wel, hoe ik doen zou, als 't zich
nog eens aan me vertoonde."
„Hoe dan?" vroeg Harry benieuwd.
„Ik zou doodstil blijven staan en zoo noodig mijn oogen dichtdoen, om de
verschijning niet te zien, en ik zou probeeren, me absoluut niet te bemoeien
met iets, dat boven ons aardsch begrip ligt. En dat zou ik jou ook aanraden,
jongen."
„Enfin, ik ga maar naar bed en den slaap der rechtvaardigen slapen,"
zei Harry, en hij stak een kaars op, die in een antieken kandelaar stond.
„Mijn geweten en mijn spijsvertering zijn allebei in orde. Wel te rusten."
Blass nam de lamp mee en verdween in de richting van de keuken. Hij
was al een heele poos weg, toen Harry nog op den rand van den divan zat,
in zijn hemdsmouwen, met een losgemaakten schoen in de hand, en peinzend
over de gebeurtenissen van dien dag. Hij had alleen zijn jasje en zijn schoenen
uitgetrokken, en ging zoo liggen, nadat hij het raam had opengezet, om de
frissche, pittige zeelucht binnen te laten, en de kaars had uitgeblazen. Binnen
twee minuten sliep hij.