No 16 VRIJDAG 14 SEPTEMBER 1934 509 om een einde te maken aan je veelbelovende loopbaan als speurhond, door je met mijn vriend Jarvis te bemoeien. Hij komt hierlangs, om mij op te pikken. Pas op, dat je geen vin verroert, onnoozel jongmensch." Harry's nagels drongen in zijn palmen door de inspanning, om geen sprong vooruit te doen naar die gerichte revolver. Er kwam licht in vele donkere plekken van de laatste twaalf uren. „Wat wou je eigenlijk," vroeg hij, zoo kalm als hij kon. „Het contract?" Blass knikte, nog steeds glimlachend. „Precies. Ik zou 't gisteravond al gehad hebben, dank zij de inlichtingen van Jarvis, als die idioot niet te vroeg te voorschijn was gekomen. Ik had 't vannacht, toen ik voor spook zonder ringvinger speelde, uit je jaszak gehaald, als je die nonsens over Peter Kuil geslikt had. Maar nu hebben we 't toch, en dat is voldoende. Had je er maar om gedacht, achter den golfbreker te kijken, of er geen schuitje lag, hè Als je nu maar verstandig bent. Je vriendinnetje May is waarschijnlijk niet erg gewond...." licht. Harry volgde, zijn oogen inspannend, om den geheimzinnigen bezoeker te zien. Ongeveer een kwart mijl verder bleef Blass staan. „Hier was 't," zei hij. „Ik heb hem heel even zien bewegen. Misschien heeft hij zich ergens in 't moeras langs den weg verstopt." „Laten we maar even gaan kijken," antwoordde Harry, en hij ging vóór, het lange natte gras in. Bij iederen stap zakten zijn schoenen in de zachte zwarte modder. Tien minuten zoeken gaf het afdoende bewijs, dat de indringer binnen een mijl omtrek van het huis nergens was, als hij ten minste niet in de baai was gesprongen of vleugels gekregen had, twee vrijwel ongerijmde veronderstel lingen. Zij liepen terug naar het huis, den anderen kant van den weg in het oog houdend, den kant van de baai, of zij ook sporen van den vluchteling vonden. Blass stak zijn revolver in zijn zak. „Misschien zul je 't nu met me eens zijn," zei hij, „dat 't werkelijk een spook was, wat we gezien hebben." Harry gaf geen antwoord. Hij stond te staren langs het stuk weg, dat zij verlaten hadden, een vlak, leeg stuk weg, met plassen water, waar het licht van de opgaande zon in klom. Hij ant woordde niet, omdat hij een ontdekking gedaan had, die op zichzelf niet zoo belangrijk was, maar het wel werd in verband met de gebeurtenissen van den vorigen avond, in verband vooral met me neer Blass, die gedwongen was geweest in het huis te overnachten, omdat zijn auto aan den kant van den weg vast was geraakt. Er was geen vastge raakte auto. Als hij zich niet vergiste, was er nooit een vastgeraakte auto geweest. Die had nooit heen kunnen komen door de overstrooming, waar mee het laagste gedeelte van den weg bedektjwas, indien er geen pontons of drijvende bok te hulp waren gekomen. Harry wendde zich snel naar Blass, die strak naar hem stond te kijken. „Zag je iets vroeg hij onschuldig. Harry voelde een koude woede in zich op komen. „Nee. Dat is 't juist ik zie niets. Ik zie den auto niet, waar je mee gekomen was, zooals je zei. Wat speel je voor een spelletje, Blass Als je me beet hebt ge nomen Er kwam 'n schreeuw van angst uit de richting van het huis, en luid werd Harry's naam geroepen. Mevrouw Parks stond handenwringend onder het afdak. Vlak naast haar dook een mannen- gedaante op, zonder twijfel Jarvis. Hij stiet haar ruw opzij en holde naar den steenen golf breker. Harry zette het op een loopen naar het huis, en was twee stappen ver, toen achter hem de stem van Blass snauwerig be val, stil te staan. „Halt Harry keek om. Blass stond geniepig te glim lachen achter den loop van een revolver. „Nu is 't welletjes, Morgan," zei hij spot tend. „Dwing me niet, Ze Laatite zometecfie dag.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1934 | | pagina 31