Oorlogsverminkten, die alvorens
naar Engeland terug te gaan,
met hun krukken den Neder-
landschen Roode Kruisartsen en
verpleegsters een eeresaluut
brengen.
Ontscheping van Engelsche
gewonde soldaten te Rotter
dam. die tegen Duitsche
krijgsgevangenen werden
uitgewisseld
Het verzamelen van boeken voor de
grens- en kustwachten te Amsterdam
landsche) O(verzee) T(rust-My) opgericht, die zich
ten doel stelde de importeurs behulpzaam te zijn
bij den aanvoer hunner goederen. De N.O.T. werd
een instituut van groote beteekenis het manoeu
vreerde niet altijd even gelukkig, maar daar het
het vertrouwen had van Engeland, heeft het vaak
veel goeds voor den Nederlandschen handel tot
stand kunnen brengen.
Daar het verkeer ter zee vrijwel lamgelegd was
door duikbooten- en mijnengevaar, werd de graan-
invoer steeds geringer, en daarmede het vraagstuk
van de voedselvoorziening steeds moeilijker. En
niet alleen aan graan kwam gebrek dat herinnert
zich ieder, die tijdens de mobilisatie in de jaren
des onderscheids verkeerde. Van overheidswege
werd het brood gedistribueerd later ook boter,
vleesch, eieren, meel, brandstoffen, petroleum, leer.
En als wij ons de „bonnen" herinneren, dan kan
het niet anders of we denken aan de befaamde
Belgische vluchtelingen te Belgische vluchtelingen
Roosendaal (Aug. 1914). op het terrein van de
V Amsterdamsche Ifsclub
„eenheidsworst", aan de „hooikist", het pond
thee van dertien gulden en aan al die andere
dingen, waarom minister Posthuma, ten onrechte,
werd gescholden. Wij kunnen hier niet uitvoerig
ingaan op tal van andere maatregelen en toestan
den, die bijna al weer vergeten zijn (Huurcommis-
sies, oorlogsleeningen, enz.) en waarvan wij het
nuttig effect te laat hebben gewaardeerd.
Landbouw en Veeteelt, Handel en Nijverheid,
Scheepvaart, het heele economische leven in al
zijn vertakkingen zuchtte onder den druk van den
oorlog. En het besef, dat wij nog niet eens mochten
klagen in vergelijking met nabuurstaten, hielp de
menschen over veel ellende en kommer heen.
Aan 't diplomatiek beleid der regeering werden
in die jaren de allerhoogste eischen gesteld. Men
was zich duidelijk bewust, dat Nederland zich geen
krachtvertoon kon veroorloven. Meerdere malen
verkeerde ons land in groot gevaar toch nog in
den oorlog betrokken te worden. Een van de
moeilijkste perioden was zeker de tijd, waarin
de Geallieerden Nederlandsche schepen tijdelijk
in bezit namen voor het vervoer van hun troepen.
Het revolutie-onweer, dat in 1918, na de de
mobilisatie van leger en vloot, 'n oogenblik dreigde,
dreef af en langzamerhand herwon Nederland
zijn gewone aanzien, al lijdt het, met de wereld,
onder de gevolgen van den Europeeschen oorlog.
Dankbaar zou het zijn een afzonderlijk artikel
te wijden aan de mentaliteit van den Nederlander
in de oorlogsjaren. Volstaan moet hier worden met
vast te stellen, dat het Nederlandsche volk in
zijn overgroote meerderheid van anti-Duitsche
gevoelens was bezield. De inval in België, de
torpedeering onzer schepen (Tubantia-affaire),
waren daar niet vreemd aan. De Nederlandsche
„verdien-gcest" heeft zich in de oorlogsjaren op
al zeer ongunstige wijze geopenbaard. De O.W.-er
werd meer benijd dan verafschuwd.
Volksdeugden en volksgebreken openbaarden
zich met ongekende heftigheid en werden in de
oorlogsjaren op scherpe wijze tegenover elkander
geplaatst. Of de eerste sterker zijn gebleken dan
(le tweede moet ernstig worden betwijfeld.
„gehamsterd" werd, sloeg de Nederlandsche
bevolking, voor zoover zij zich dat althans kon
verlooven, ook voedselvoorraden in. De levens
middelenwinkels werden bestormd. Maar de re
geering begreep haar plicht en greep in. 3 Augustus
was reeds een wet afgekondigd tot het tegengaan
van vasthouding en prijsopdrijving van levens
middelen, brandstoffen en huishoudelijke artikelen.
Dat de beurs onder invloed van de gebeurtenis
sen stond, laat zich denken. De effecten daalden
op het gerucht dat de wereldoorlog uit zou breken
met ongekende snelheid in waarde de beurs-
sluiting had een run op de Nederlandsche Bank
en de Rijkspostspaarbank ten gevolge. Maar ook
hier werkten de regeeringsmaatregelen kalmeerend.
Het was in die spannende Augustusdagen, dat
de werkloosheid, veroorzaakt door de plotselinge
ontwrichting van industrie en nijverheid, voor het
eerst van grooten omvang werd. Uiteenzetting
van de regeeringsmaatregelen, hiertegen genomen,
zou ons te ver voeren. Door uitkeering en arbeids
bemiddeling van overheidswege werd getracht
aan den nood^fegeinoet
te komen.
Zeer veel hinder onder
vond ons land ook van
de door Engeland streng
doorgevoerde blokkade
der Centrale Mogendhe
den. Onze transito-handel
was vrijwel lamgelegd
in- en uitvoer verkeerden
in de grootste moeilijkhe
den. Toen werd de N(eder-