DOOR BERTA RUCK Thee? O driewerf gezegend getinkel van metalen theelepeltjes tegen een metalen blad, glans van goedkoop geel aardewerk, eerste straaltje van helderheid in deze allesbehalve dappere nieuwe wereldJa, het droombeeld was vernietigd maar er bestond nog thee. leder kanjoor heeft voor de thee zijn eigen ceremoniën. In de Buiten- landsche Afdeeling van Molliott's bank viel den bedienden om de beurt de zorg ten deel voor het gas-comfoortje, het thee-gerei en het biscuitblik. Het was de taak van het jongste lid van het personeel, juffrouw Johns, een kop thee naar het privé-kantoor van meneer Sellars te brengen. Dien middag echter nam meneer Sellars deel aan een conferentie in de kamer van meneer Waring, en Frank Norton had onmiddellijk na de lunch het kantoor van meneer Sellars in beslag genomen. „Thee voor meneer Norton," zei juffrouw Winch, het goedkoope gele kopje uitstekend. Zij deed alsof zij de rood-benagelde hand van juffrouw Bligh, die er zich naar uitstrekte, niet zag. Het nieuwe meisje moest maar eens praten met meneer Norton, dien zij alleen nog maar even ontmoet had. „Juf frouw Faye is nu de jongste wil jij 't even binnenbrengen Faye voelde zich hier het gehoorzame instrument, dat de meerderen dien de zij bracht de thee naar de andere kamer. Een breede grijze rug was naar haar toe gewend, toen zij binnenkwam aan de telefoon beëindigde Frank Norton een gesprek met het vasteland. „Dank u ja, da's in orde verder was er niets. Wat O, u eens op komen zoeken?" Hij lachte even. „Uitstekend, als ik in Parijs kom, ben ik zóó bij u. Beloofd! Dag, Mimi, dag hoor!" Hij hing den ontvanger op en keerde zich om, voelende, dat er een gestalte in kantoorjas was binnengetreden hij stak zijn hand uit naar het kopje thee, en wou juffrouw Johns bedanken. Toen zag hij, wie het was en sprong op. „Juffrouw Faye Wat was zijn heele gezicht veranderd Wat had hij nu een heel andere stem dan vanmorgen, toen hij over tik-vaardigheid sprak Hier was de echte, normale Frank weer en Faye, die zichzelf al had wijsgemaakt, dat de man Norton een vreemde was, die, voor haar part, nooit meer tegen haar spreken mocht, voelde een ton zwaarte van gedruktheid van zich af vallen. En Frank Sinds het hem niet gelukt was dien morgen, het Geheimzinnige Meisje naar hem te laten opkijken, had hij zich gedompeld in de zeker heid, dat hij veel beter niet geboren had kunnen worden, gezien zijn temperament, zijn omstandigheden en de heele inrichting der huidige maatschappij. Nu echter was hij weer blij, dat hij leefde. Want achter grijze wolkenbanken vandaan kwam de zon, om hun wereld te hervormen en te verblijden. Schaamteloos en zonder reden keken de twee elkaar stralend aan, bekennend „Zoo is 't beter „Dank u wel voor de thee," begon Frank stompzinnig en Faye antwoordde even onnoozel „Niet te danken. Dienst is dienst „Ja natuurlijk. Maar hoort u eens.... Ik heb er naar verlangd, u even te kunnen spreken." „Ik ook Het is een der voordeelen van het leven in deze negentien-dertiger jaren, dacht Faye snel, dat een meisje minder wordt gedwarsboomd door misverstand, door ideeën als te-trotsch-om-te-spreken. Later vertelde zij Frank Norton, dat zij misschien ten eeuwigen dage waren blijven voortleven zonder een menschelijk woord te praten, als zij toen niet den moed had gehad, de koe bij de horens te pak ken. „Ik wou u namelijk vragen, als man tegen man," ging zij voort, „heb ik iets gedaan Zoo ja, wat „Iets gedaan?" Frank leunde met zijn rug tegen het cylinder-bureau, en keek neer op het meisje, dat in zijn oogen het heerlijkste visioen van vrouwelijkheid was, zelfs in die lompe stofjas over een goedkoop blauw kan toorjaponnetje, en die hem vroeg, als man tegen man, wat zij gedaan had. Ja, wat hód zij gedaan? In zijn gevange niscel kleur en geur en frischheid gebracht als een bouquet HET VERHAAL TOT NU TOE Faye Molliott, dochtei van een bankiervertrekt naar haar land- huis in een provinciestad, dat haar vader 'r geschonken heeft. Ze rvil in een betrekking gaan. iets „doen", en vertrekt zonder adres op re geven aan haar rijke vrienden Phil Goldberg, Esmé Hunt, sir Herrick, enz. Na aankomst in het stadje ontmoet zij een jongeman, die be weert in haar huis te wonenzij vraagt hemof hij misschien een betrekking voor haar weet. Hij ont vangt haar in 't Kastanjepark huur eigen huis waar hij tijdelijk met den zoon van de huisbewaarster Hobson, woont. Zij stelt zich voor als juffrouw Fayeals zij haar vader ziet naderen, vlucht zij weg Later spreekt zij met hem en krijgt een baantje aan de bank op de buitenlandsche afdeeling, waar Sellars hoofd van is, terwijl de jongeman, dien zij reeds ontmoet heeft. Frank Norton, haar on middellijke chef is. Haar collega's zijn juffrouw Bligh, een katje i VVinchie, 'n slonsje, en Johns, 'n sportief meisje. van gouden bloemen heel die saaie omgeving weggetooverd, Z. zoodat het was, als stonden zij op een breed zonnig strand aan een vredige zee een mannenleven herschapen en verheerlijkt. Anders niets, zei de vurige blik, die in haar oogen keek waarop zij die snel neersloeg. „Iets gedaan?" „Meneer Norton, u weet heel goed, dat ik een betrekking zocht, en dat u eenvoudig een standbeeld werd, toen u zag, dat ik er een gekregen had, in dezelfde zaak als u." „Juffrouw Faye, u weet heel goed, dat ik ontzaglijk in mijn schik was, dat ik u weer zag. Dat weet u heel goed Faye keek glimlachend naar het vergeten kopje thee, dat koud stond te worden op het bureau. „De menschen praten over storm in een glas water," dacht zij. ,,'t ls hier 't omgekeerde. Hier komt 't mooie weer in een kop thee." Geen thee alleen brengt de pret in den werkdag van een meisje. Hier was champagne, hier was benzine in den gevoelsmotor Hiermee kan het leven, zelfs in een bank, een vreugde zijn, al is 't slechts voor enkele gestolen minuten met een kopje kahtoor-thee, onderbroken met „Ik moet weer eens aan den gang" en „Ik mag u niet storen". „U stoorde niet ik was net klaar met die Franschen klaar met 't laatste telefoontje." Wat dat telefoontje betreft menig meisje had misschien een gelukkig oogenblik verbitterd met achterdochtige benieuwdheid naar die „Mimi", die Frank, scheen het, beloofd had op te komen zoeken, zoodra hij eens in Parijs was. Faye echter tobde er geen seconde over zij was zoo gewend aan 't idee, dat tegenwoordig ieder meisje, iedere man een menigte vrouwelijke en mannelijke vrienden moet hebben, heel Europa door. De bilk, waarmee Frank haar dezen middag aankeek, overtuigde haar, dat zij zelf voor hem de liefste aller vrienden zijn kon. Wie die Mimi in Parijs ook zijn mocht, Faye beschouwde haar als een gewoon kennisje van hem en feitelijk was die Mimi dèt nog niet eens. Zij was een gezette, drukke, kleine brunette, een telefoon juffrouw, met wie de Engelsche bankbediende van Molliott zoo vaak langs de draden gesproken had, als hij een internationaal ge sprek voerde (dit jaar, waarin zijn bank zooveel met het buitenland te doen had), dat Frank, zonder haar ooit gezien te hebben, die vriendelijk vrijmoedige stem uit Parijs was gaan kennen, en menigmaal hartelijk schertsend terug had gepraat. Verder was die Fransche zakencoquette nog niet aan Frank's horizon verschenen. Wel zal zij een tol van beteekenis gaan spelen in dit verhaal, maar die tijd moest nog komen. ,,'t Wordt tijd," zei Faye haastig, „dat ik eens terugga." Nog haastiger (want over een minuutjè kon Sellars weer binnenkomen) antwoordde Frank „Eén oogenblikje. U vroeg, wat u gedaan had bent u dien avond vergeten, toen wij in Huize Kastanje park waren binnengedrongen Zij keek hem eens aan, begreep hem nog niet goed. „Nu, ik was toch net bezig u te vragen, of ik u naar huis mocht brengen, toen u opeens zonder iets te zeggen de plaat poetste Weg was u niet eens „goeden avond" of „dank u wel voor de thee" tegen mij en Hob son „Jawel, maar waarom deed ik dat verdedigde Faye zich, met haar hand aan den deurknop „omdat ik iemand naar 't huis toe zag komen, en ik dacht, als dat die meneer Molliott was, dan kreeg u misschien last, omdat u een fuifje had gegeven in in zijn keuken ,,'t WAs die meneer Molliott ook. Maar ga nu niet weg 1" „Ik moet."

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1934 | | pagina 12