wegen m 't Zeeuwsche land \\xC WÊKBBm De moderne bceede heirbaan door het Zeeuwsche land in de nabijheid van Kruiningen. Ben fraai weggedeelte onder Rilland Als men 'n autotocht maakt door dat gedeelte van ons land, dat door de Zeeuwen Holland wordt genoemd, dan wordt men getroffen door het groote aantal volmaakte wegen, dat het rijden tot een feest maakt. Geen sprake van ge- hobbel en gebobbel, geen sprake van wijken over zachte bermen, geen sprake van slinksche zijwegen, die den rijder voor onverwachte hindernissen plaat sen. Een breede hoofdweg met een baan voor uit wijken, en daarnaast behoorlijke fietspaden. Een doorgaand verkeer wordt op deze wijze mogelijk. Nauwelijks echter bereikt men de grens van Zeeland, of de ellende begint. Dat is te zeggen de nieuwe verkeersweg over Zuid-Beveland voldoet aan alle moderne eischen, en is een waar juweel. Dorpen worden afgesneden, gevaarlijke bochten vermeden. Kaarsrecht voert deze heirbaan den autorijder in korten tijd naarz'n bestemming. Wie dezen weg in de buurt van Krab- bendijke en Rilland bekijkt, krijgt waarlijk een Aan de verdere verbetering van de route Bergen-op- ZoomVlissingen wordt met zeer veel haast gewerkt. Aan den weg naar Katsche Veer wordt thans met man en macht gewerkt voor de hoog noodige verbeteringen.(Wilhelminadorp) Men kan aanvoeren, dat een ieder hiervan op de hoogte is, en dat zal ook wel zoo zijn. Daarover willen we dan ook niet spreken, maar we willen wel spreken over een wanbegrip, dat we veelal aan treffen, en dat verbetering van onze wegen in den weg staat. Men gaat namelijk veelal van het stand punt uit, als zouden de wegen, welke groote steden met elkaar verbinden, de eenige hoofdwegen zijn, de wegen voor het z.g. doorgaand verkeer, die het allereerst voor verbetering in aanmerking komen. Maar men vergeet, dat de wegen, welke in Hol land als secundair of tertiair worden beschouwd, in Zeeland veelal primair moeten heeten, omdat zij de eenige verbindingsmogeiijkheid vormen. Het standpunt, dat in deze door velen wordt inge nomen, is dan ook al even onjuist als dat wat ten opzichte van de veerverbindingen wordt ingenomen. Hierbij spreekt men ook altijd van rendabiliteit, en o.i. mag deze in het geheel niet in het geding komen, omdat de veerverbindingen ook weer de eenige verbindingsmogelijkheid vormen. Het is billijk, dat de lasten, welke aan deze ver bindingen verbonden zijn, gedragen worden door het geheel, en niet door de categorieën, welke ervan gebruik maken. Deze toestand is niet billijk, en de hooge tarieven, waarover wij reeds meermalen schreven, staan een behoorlijk gebruik in den weg. Hetzelfde geldt voor de wegen. Wie buiten Zee land in ons land reist, dien zal dadelijk het groote indruk van groote moderniseering, waartoe ook een heel aardige afspanning het hare bijdraagt. Maar verder Zeeland Onze wegen zijn afschu welijk, ze zijn niet slechts minder goed, ze zijn voor 'n groot deel niet te berij den zdnder levensgevaar.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1934 | | pagina 8