No. 18
VRIJDAG 28 SEPTEMBER 1934
373
schaduw van een kans nemen, die in Rand's uitstel lag, om dat kostbare rap
port, dat hij bij zich had, te redden.
Hoe hij verder kwam, zou men niet kunnen zeggen. Al dien tijd was hij
er zich van bewust, dat Rand hem volgde, gereed hem neer te schieten, als
hij werkelijk niet verder kon, maar ook niet eerder. Hij ging heel Lawes door,
de eene straat na de andere, uitkijkend naar die kans.
Hij was half verblind en het hamerde in zijn hoofd. Eerst dacht hij dat
het geraas alleen in zijn hoofd zat, maar toen realiseerde hij zich dat hij in
middels de rivier genaderd was, en herinnerde zich, dat de Wayamous te snel
stroomde om te bevriezen. Die herinnering scheen voor een oogenblik een heel
andere vage herinnering mee te brengen, aan een gebarsten tumbler, een
blauwe overall en een paar gele handen. Het visioen flitste weer weg en Scars-
dale richtte zich op voor een uitgestrekte, schitterende vlakte. Het was het
schijnsel van de maan op de besneeuwde vlakte ten Zuiden van Lawes. Hij was
de geheele stad door gekomen.
De schittering werd slechts onderbroken door één donkere plek het
laatste huis van Lawes, of het eerste, als men uit het Zuiden kwam. In de
duisternis zag hij een lichtstreep door een gebarsten plank schijnen.
Er leefde dus iemand in dit eerste of laatste huis.
Hij sleepte zichzelf tot de deur van het stille huis en drukte er met zijn
lichaam tegenaan. Hij viel voorover in hitte, zwarte duisternis en een hem be
kende lucht.
Hij was zich bewust van een flauw licht en twee gele gezichten. Toen
verdween het licht. In het duister drong het tot hem door, dat zijn eigen stem
zeer druk praatte. Hij vertelde iemand, dien hij niet zien kon, alles over Rand
en den dood en de kleine notitieboekjes. Toen begaf hem zijn stem.
Iemand zei .„All right, all righten een hand drukte op zijn borst.
Hij lag achterover in de een of andere warme, zachte stof toen voelde hij aan
de martelende pijn, dat zijn schoenen van zijn voeten werden gesneden en dat
hij bevrijd was van de riemen van zijn ransel, die zweren in zijn vleesch hadden
gemaakt. Een beker werd tegen zijn lippen gehouden en gretig dronk hij den
dunnen, bedwelmenden drank, die flauw natintelde in zijn aderen. Naast
hem in de duisternis fluisterden twee menschen met diepe keelgeluiden tegen
elkaar. De ietwat muffige dekens en de dunne muren om hem heen schenen
alle te trillen en te rammelen door het geraas van den snellen stroom, die
vlak bij de plaats waar hij lag voorbij schoot.
Zij gaven hem 'n zoeten koek met stukjes varkensvleesch er in. Hij fluis
terde tegen de ongeziene menschen in het duister
„Verberg de boekjes voor
hij komt
„All right, all right
„Hij komt, zeg ik je, en op
het laatst zal hij mij krijgen.
Je kunt hem niet verslaan. Hij
is de Dood. De Dood krijgt
je ten slotte, geel - of blank.
Den geheelen weg door de hel
van de Coot River en dan
zal hij mij op het laatst nog
krijgen. Geef mij mijn revol
ver!" bad Scarsdale. „Ik zeg
je, dat hij binnen een minuut
hier zal zijn. De Dood kan ieder
huis binnen komenook dat
van een ChineesHij ging
schreeuwend rechtop zitten,
wetende, dat hij al dien tijd
handelde als een gek.
Er klonken eenige haastige
schreden, een geluid alsof een
paar groote ratten in het duister
rondliepen. Hij hoorde zoo iets
als een heesch gegrinnik. „Hij
komt binnen." Een paar han
den dwong hem naar beneden
op de dekens, magere vingers
werkten aan zijn lippen, een
kleverig pilletje werd hem in
den mond geduwd. Toen hij
daarop begon te hoesten, gaven
zij hem nog meer van dien
dunnen wijn te drinken. Hij
lag hijgend stil, wachtend in
die denderende duisternis op
den dood.
Het kleine stukje opium
werkte onmiddellijk en eigen
aardig op zijn geest en op zijn
zwakte. In een oogenblik was
het of hij mijlen, eeuwen, on
metelijke afstanden verwijderd
was van dat lichaam, dat daar
als een blok op de dekens lag.
Vanaf het einde van dien af
stand, waarop zijn geest zich
bevond, kon hij alles in die
donkere kamer uitstekend waar
nemen.
Twee mannen zaten volko
men stil en onbeweeglijk aan
weerskanten van het lichaam
geknield. Hun handen rustten
er op, om het ook stil te
houden. Zij hadden een stuk
oude zijde over zijn mond ge
legd.
In het duister scheen plot
seling een zilver vierkant. De
deur was open gegaan. Afste
kend tegen dat licht stond een
man met gereed gehouden ge
weer in de handen.
Meisome Rand was ge
komen.
„Ik ben gekomen, om je
te nemen, Scarsdale I"
Mokken.