No. 20 VRIJDAG 12 OCTOBER 1934 637 meteen in orde. Voor het eerst in dagen sloeg haar pols weer normaal. Hier was iets op te knappen actief werk. Moeder Hansen begon te zingen met een diepe, grove stem en een ietsje naast de wijs. Ze legde hoed, mantel, parapluie en geldtasch op een stoel, liep dan naar het buffet, trok een la open en haalde er een revolver uit, geen oogenblik pauseerend in haar zingen. Het was de revolver die vroeger „detec tive" Mike Prindle's eigendom was geweest. Moeder Hansen hield eigenlijk niet van vuurwapens een fatsoenlijk inbreker, zei ze altijd, „werkt niet met zulk spul". Maar de omstandigheden kunnen een mensch tot andere inzichten brengen. Zij liep tot den drempel, die de twee kamers scheidde, richtte het wapen op den hoek, waar de inbrekerwant dat was hij natuurlijk moest staan. „Alla," beet de oude vrouw, met een opmerkelijk vaste en harde stem „kom voor den dag, en direct, als je één geheel wilt blijven In antwoord op die sommatie scheidden zich de kleeren, en een zeer ont dane heer Culbertson stapte te voorschijn. Hij richtte zijn knipperende oogen op moeder Hansen. Hij begreep er niets van. Had men haar gewaarschuwd En wat was zij van plan nu te doen? Ten slotte was zij maar een oude vrouw. Mijnheer Culbertson's rechterhand gleed langzaam naar een zijzak, de bewaar plaats van een klein argument, dat hij wel graag in het komende interview wilde brengen. „Handen omhoog, jongeman commandeerde moeder Hansen, haar revolver zwaaiend. „Probeer geen...." Culbertson's hand bleef zich bewegen in de richting van zijn zijzak, maar er kwam een afdoende interruptie. Met een geweldigen knal spoot de revolver in moeder Hansen's hand vuur en rook. Culbertson reageerde met het prompt opsteken van zijn handen. De kogel was rakelings langs zijn schedel gegaan achter hem splinterde het hout van een plank. „Niet schieten, moedertje Schiet geen armen, weerloozen kerel in koelen bloede neer. Je hebt me. Ik geef me over 1" Moeder Hansen grinnikte. Het schot was ook voor haar een verrassing geweestze had een leelijken tik van het terugspringende wapen tegen haar hand gekregen. Voor geen kapitaal zou zij een tweeden keer aan den trekker hebben getrokken. Zij had geen idee gehad, dat het beroerde ding zoo licht afging Maar dat behoefde zij den kerel vóór haar niet te vertellen. „Precies Steek ze op, en ga in deze kamer daar tegen den muur staan." Grimmig keken haar zwarte oogen den indringer aan. Culbertson voelde pani- schen angst. Hij was overtuigd, dat de oude vrouw geschoten had om te dooden, en dat alleen een toeval hem gered had. Hij hield zijn handen zoo hoog mogelijk. Het zou beroerd zijn, als die resolute dame zijn intenties verkeerd begreep. Moeder Hansen had haar koorts heelemaal vergeten. Zij had zich van haar leven niet beter gevoeld, terwijl ze thans, vlug en wetenschappelijk, haar slachtoffer fouilleerde. Den ploertendooder, dien zij vond, smeet zij in een hoek, de electrische zaklantaarn bekeek zij verachtelijk. „Nieuwerwetsche prullen," zei ze minachtend. „Ik zou wel eens willen weten, wat jullie prutsers in mijn jongen tijd zouden gepresteerd hebben. Ik heb een eerste-klas kraak zien uitvoeren met geen ander lichtje dan van een kaars en het huis werd van onder tot boven leeggehaald. Electrisch licht Volgenden keer heb je misschien een zoeklicht noodig. Hè Ze had het biljet van honderd dollar gevonden. Het gezicht van dit ongewone kapitaal verdreef alle andere gedachten. Het was niet de gewoonte, wist zij, dat in brekers veel geld bij zich.droegen. Hoe kwam hij daaraan En vooral, waar om was deze lummel, dien zij zich flauw als zakkenroller herinnerde, als inbre ker opgetreden De heeren hielden zich toch altijd strikt aan hun eigen branche. Meteen zagen haar scherpe oogen de kruisjes en cirkels in de hoeken van het biljet. Zij ging iets achteruit, haar revolver gereed houdend. Haar geest werkte snel, nauwkeurig en systematisch. Daardoor herinnerde zijj zich nu twee belangrijke dingen. Ten eerste, dat de deur van haar geheime muurkast op een kier had gestaan ten tweede, dat zij den kerel een dag of, wat geleden op straat had gezien in gezelschap van Mike Prindle. Toen het gebeurde, had zij er zich nauwelijks rekenschap van gegeven. Maar zij wist het nu pertinent het was toen zij dien idioot van een dokter had gesproken-. Moeder Hansen glimlachte. „Wel, joggie," zei ze, „het schijnt dat ik op het psychologische moment ben gekomen, zooals ze dat in het Fransch noemen. Ga me voor naar de kast in de gang en maak die open. En geen fouten je zou er spijt van hebben, 't Is bar, zoo'n zenuwachtige trekking als ik in m'n rechterwijsvinger heb." Daarvan was Culbertson overtuigd. Dat moeder Hansen hem niet had neergeschoten, was een gelukkig toeval, meende hij. Hij voelde er niets voor het geluk een tweeden keer te tarten. Gehoorzaam ging hij voor. Moeder Hansen dacht, dat zij overal op was voorbereid maar dat was niet zoo. Het gezicht van wat zij in de bergruimte zag, benam haar even den adem. „Whisky," mompelde zij dan „echte, goeie, Schotsche whisky 1 Als ik droom, mag ik lijden, dat ik niet meer wakker word." Zij bevochtigde haar droge lippen. „Wel, wel, twaalf flesschen whisky 1" Toen ging zij nadenken. Whisky in haar muurkast; een gemerkt honderd dollar-biljet in den zak van dien kerel zij had hem gezien in gezelschap van Mike Prindle, dien zij kende als agent-provocateur, en van wien zij wist, dat hij haar moest haten. De stukken van de puzzle pasten plotseling voor haar geestesoog in elkaar en een gevaarlijke glans verscheen in moeder Hansen's oogen. Ah, dus dat was de bedoeling Wacht even. „Moedertje," zei Culbertson ongerust „als je even naar me wilt luiste ren „Hou je kop 1" Een aardig idee was hij haar opgekomen. „Neem twee flesschen," beval zij, veel opgewekter nu. „Ga me vóór naar de kamer. Dan zal ik jou eens wat leeren, jongeman." V Ganzen gaan voor.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1934 | | pagina 29