WERVERS
langs de
Seine-boorden
Toilet maken
Onder de hooge kademuren doen de zwervers hun middagdutje.
De hygiëne wordt niet vergeten
Rustend op de Seine-trappen. De blinde zwerver zoekt tastend zijn weg
onder de bruggen.
Zivecvecs bij cie peilschaal langs de Seine.
Dat het leven, het bestaan, een zee is, dat weten wij
uit de schoone letteren, en dat deze zee er een is van
misverstanden, kunnen wij iederen dag zien, indien wij
er slechts op willen letten, hoe de eene mensch aan den ande
ren duidelijk maakt wat hij van hem verlangt, of waarvoor
hij hem houdt.
Een der steeds weerkeerende golven uit de misverstandenzee
is het denkbeeld, dat de stad Parijs een vroolijke stad is,
waar uitsluitend lieden wonen, die hun tijd doorbrengen met
het doen van dingen, die zoo aardig zijn, dat ze in alle andere
hoofdsteden der aarde verboden zijn.
Met het vooruitzicht, dat Parijs een reusachtig kermisterrein
is, gaat men er heen men zoekt en bezoekt er de vermaak
gelegenheden (die er natuurlijk in overvloed zijn), bekijkt de
bezienswaardigheden die iedereen behoort gezien te hebben
en keert naar de haardstede terug in de vaste overtuiging,
dat Parijs een leuke stad is, vol met leuke dingen, gebouwen
en menschen, zoodat men eerlijk aan familie en kennissen kan
verzekeren, dat de Fransche hoofdstad „éénig" is om in te
toeven. Zoo blijft ook dit misverstand in de wereld. Maar wat
zou u zeggen, indien een vreemdeling naar zijn land terug
keerde in de meening, dat in Den Haag alleen ambtenaren
in functie en in ruste wonen, of dat in Amsterdam alleen
maar café's zijn, waar de koffie dertig cent kost, of dat in Rot-