•2Wt Jted&Uand. Langs den Ouden Rijn bij Harmeien
No. 23
Faye wendde zich naar Frank en zag, dat hij er niet was. Zij vond niemand
dan meneer Norton van de bank meneer Norton, die vrouwelijke collega's
behandelde als automaten meneer Norton met zijn bankgezicht, dat niets
uitdrukte, met zijn bankmanieren, waar niet doorheen te breken was.
„Wacht maar, tot we dansen,'' dacht Faye. Zoolang zij met haar vader
aan 't dansen was geweest, had zij onbewust uitgezien naar het oogenblik,
dat Frank zijn arm om haar heen zou slaan, dat zij zou dansen alsof er niets
heerlijkers op de wereld was.
Hij danste met haar, alsof het een plicht was.
„Vind je 't geen heerlijken dansvloer, Frank
„Ja, uitstekend."
„Die violist heeft vroeger in Londen gespeeld."
„O ja zei Frank verstrooid, en zoodra de muziek zweeg, leidde hij
haar terug naar haar plaats.
Daar liet hij het heele gesprek aan Hobson en Winchie over het is
misschien overbodig, hun opmerkingen te boekstaven, en Hobson's verhaal
over de gratis lunch en den bedrieglijk verworven kosteloozen auto-rit. Frank's
koel beleefde belangstelling sloeg zelfs Hobson neer.
„Zullen we wat gaan tennissen
„Veel te vol hier," vond Frank.
„Ja, jij bent verwend in 't Kastanjepark hadden we 't rijk alleen. Dat
zal ook wel gauw uit zijn. Van den zomer hebben we die heerlijkheden voor
't laatst genoten."
„Toch niet," zei Faye.
„Hoe weet je dat Kun je waarzeggen
„Zoo'n beetje," erkende Faye glimlachend. Zij dacht„Stel je voor
Ik dacht er niet aan, dat vader nog niets weet van 't groote plan. Maud zal
't hem wel niet vertellen. En hier ging 't niet vanmiddag."
„Zullen we dan naar 't tennissen gaan kijken
„Veel te warm," vond Frank.
Wordt vervolgd)
zich af en ging voort „Je ziet er zelfs vroolijk uit. Mag ik
hopen, dat je zoo blij bent" een ironisch lachje trok om
zijn mond „omdat je weer een stukje van de omge
ving ziet, waar je in hoort
„Ik was echt blij, dat ik u zag."
„Mm, laten we dat nu maar even daarlaten. Je hebt me
nog niet verteld, hoe je vrienden 't vinden. Je Londensche
vrienden, bedoel ik," ging hij voort, want hij zag haar een
snellen blik richten naar de tafel, waaraan Frank Norton
alleen zat. „Al die elegante jongens en charmante meisjes,
die een invitatie op Kastanjepark verwachten...."
„O, die zei Faye.
Zij herinnerde zich, wat zij aan Maud had gezegd dat
zij altijd vrienden in overvloed had, maar dat zij geen van
allen onmisbaar waren. Stuk voor stuk kon je den één in
plaats van den ander nemen, en dan was 't even goed.^Maar
nu 1
Intusschen eindigde 't stuk, en terwijl Faye meeklapte,
vertelde zij haar vader snel, dat zij uit haar club te Londen
briefjes had geschreven aan haar vrienden, met de bood
schap, dat zij de eerste maand nergens op hoefden te reke
nen na dien tijd zou zij den datum vaststellen van de
groote inwijdingsfuif op huize Kastanjepark.
„O. En die jongeman Norton. Zou die ook op die fuif
gevraagd worden
Haar mooie mondje ging open, als wou zij zeggen
Zou maar er kwam geen woord.
Haarvader dacht: „Is dat het antwoord?" nog eer
Faye zei „Ja natuurlijk Ik vraag al mijn kantoorvrienden.
Hebt u iets op meneer Norton tegen
„O nee, niets. Voorzoover ik hem gezien heb, één- of
tweemaal, is 't 'n keurig jongmensch. Goede manieren, wat
jé tegenwoordig niet dikwijls vindt. Ze zijn nogal tevreden
over zijn werk, geloof ik."
„Waarom dacht u dan, dat ik hem niet zou kunnen
vragen
„Misschien is hij dan niet meer hier. Ik geloof, dat ik
die tevredenheid over 'zijn werk in aanmerking zal nemen,
om hem een betere positie te geven in een filiaal in een
andere stad."
„Weg
Nu was de schrik in haar stem het antwoord. Een
vrouwenstem had geklonken als een kreet uit het vrouwen
hart. Haar vader wist bijna niet, hoe hij zich houden moest.
Hij keek een anderen kant uit en zei
„Je bent nog maar een baby, Faye."
„Twintig! Twintig is geen baby." Haar gezichtje
vlamde. „Hoeft ten minste niet. Dat hangt er toch van
af, hoe iemand zich gedraagt Angst stond in haar
groote oogen. „U kunt toch niet zeggen van niet, vader?"
Zij had wel geweten, dat haar vader nu alles zou
kunnen bederven, op verschillende manieren. Hij kon haar
verraden hij kon haar weghalen, vóór den afgesproken
tijd. Maar iFrank wegsturen Dit had zij niet voorzien.
Zij keek hem' smeekend aan en opende haar lippen, om hem te vragen met alle
vurigheid die in haar was „Vader, dat zult u me toch niet aandoen
Vóór zij het uit kon brengen kwam er een dienster op heb toe.
„Pardon, meneer bent u meneer Molliott Er is telefoon voor u."
Faye trachtte haar zenuwen te bedwingen, en ging terug naar hun tafel
maar nauwelijks had zij den anderen verteld, waarom haar partner haar in
den steek had gelaten, of hij kwam terug.
Maar het gezicht van haar vader, onder het masker van ironische zelf-
beheersching, was toch veranderd. Waarom Faye kon nergens uit opmaken,
dat Maud Messenger het kantoor van de Bijou-Paleizen had opgebeld en van
den makelaar vernomen, dat meneer Molliott er geweest was, en bij zijn
vertrek iets gezegd had over een rit naar het EksternestFaye kon nergens
uit opmaken, dat haar vader juist met Maud gesproken had dat Maud hem
iets belangrijks te zeggen had gehad. Maar toch wist Faye het. Zij wist althans
genoeg, om vlug bij zichzelf te zeggen „Daar is de vrouw weer in 't spel.
Wat kunnen mannen veranderen 1"
,,'t Spijt me, maar ik zal dadelijk weer naar stad moeten," zei Molliott,
en ook zijn stem was veranderd, sinds zij hem had hooren zeggen „Je bent nog
maar een baby, Faye."
Weer keek hij, ongemerkt, met een vorschenden blik naar Norton. Ja,
een heel fatsoenlijk jongmensch, vertrouwd, welgemanierd, gezond en stevig,
beschaafd geluid beslist een goed exemplaar. Molliott's eerste idee was
geweest, hem van de zijde van zijn dochter te verwijderen als een gevaar. Nu
dacht hij „Eventjes wachten", en liet het daar bij.
„Hier is je dame terug, Norton," zei hij, met een vriendelijk knikje.
Hij wist nu ten minste zeker, dat die jongeman geen vermoeden had, wie zijn
dame was. „Er is al betaald. Dus tot ziens."
„Tot ziens, meneer," zeiden zijn gasten Faye inbegrepen. „Dank u
heel vriendelijk."
Molliott ging.