No. 23
VRIJDAG 2 NOVEMBER 1934
725
als't zoo gevaarlijk was. Om't goud Ik moet den
man nog ontmoeten, die ooit genoeg goud had.
Als je 't hebt, wil je meer hebben, en als je 't
krijgen kunt, blijf je altijd nog even langer aan
den gang, om er nog 'n ietsje meer bij te verdienen.
En met ons was 't geen uitzondering. Wij dachten
niet aan ophouden, toen wij door onze voorraden
heenraakten. We hadden niets meer te verhande
ten, en 't grootste gedeelte van het eten was op.
Een van ons moest dus de rivier afzakken naar de
kust, om nieuwe voorraden in te slaan en de noodige
blikjes te koopen.
Bij een anderen partner had ik 't risico niet
genomen. Je kunt de menschen nooit vertrouwen,
als 't over goud gaat. Maar met mijn halfbroer was
't wat anders ik kon me niet voorstellen, dat ik
hem bedriegen zou, en datzelfde dacht ik ook van
hem. Maar toen vergiste ik me.
Enfin, ik kwam terug met nieuwe voorraden
onze nederzetting, het huis en het magazijn, was
platgebrand en van Benny was niets te zien. Mijn
eerste gedachte was, dat de inboorlingen hem toch
te pakken hadden gekregen, maar ik zag geen
enkel spoor van een gevecht, geen hulzen van re
volverkogels of gebroken speren absoluut niet.
Trouwens, ik kon me eigenlijk niet voorstellen,
dat Benny zich door een inboorling zou laten
inmaken. En toen ik onze tweede kano niet vond,
die verborgen was in een kreekje achter het huis,
wist ik, waar ik aan toen was.
Het goud had hem te pakken gekregen toen
hij alleen was met ons kapitaal, heeft hij zijn bezin
ning verloren en niet meer gedacht aan eerlijkheid
tegenover mij. Hij had de zaak in brand gestoken
en was er met het goud vandoor gegaan. Ik wist,
dat ik hem nooit meer zou zien.
Mijn geluk scheen met hem te zijn verdwenen.
Ik heb nooit meer een korreltje goud in handen
gehad 't liefst was ik vertrokken uit Nieuw Guinea,
maar ik bezat geen cent, en ik had geen geluk om een
behoorlijk baantje te krijgen. Ik verdiende af en
toe juist genoeg om in leven te blijven, tot ik
eindelijk een betrekking kreeg bij dat aardrijks
kundig genootschap. Toen had ik een salaris om
wat over te houden. Ik heb nog heel wat zwerf
tochten door het land gemaaktna jaren van
zuinigheid had ik mijn reisgeld opgespaard, ik
vertrok, en ik ga er nu voor geen geld van de
wereld meer heen. Maar een rare ontdekking
deed ik op mijn laatste expeditie in het binnen
land 't was toen al jaren geleden, dat Benny
Opgewonden viel Lane hem in de rede. „Juist,
Benny, Benny Croft 1 Zoo heette hij. Benny Croft 1"
„Ja, dat is mijn halfbroer," zei Morganhij
keek Lane onaangenaam verrast aan. „U hebt
hem toch niet gekend
„En of," antwoordde Lane. „Ik kan 't vervolg
op uw verhaal geven. U zei, dat 'n mensch zich
zoo leelijk in een ander kan vergissen, en daar hebt
u gelijk in, maar dan op een andere manier dan
u bedoelt. Ten minste in dit geval. Laat ik u
zeggen, dat u Benny al dien tijd niet goed beoor
deeld hebt. Enfin, ik kan nu in ieder geval 'n on
prettige herinnering wegnemen.
Ik heb altijd mijn schulden betaald, behalve
ééne. Dat heeft me mijn leven lang dwars gezeten,
maar nu kan ik 't in orde maken. Daarom wil ik
ook vertellen, wat ik meegemaakt heb, ik denk
dat de meesten liever hun mond zouden houden,
omdat.. enfin, 't is niet de mooiste episode uit
mijn leven.
Ik ben vroeger ook in Nieuw Guinea geweest.
Ik kwam er als 'n gesjochten jongen. Ik had al heel
wat van de wereld gezien, met weinig succes, en
hier wou ik mijn laatste kans wagen. Na infor
maties besloot ik het te probeeren bij het Murray-
meer. U ziet,'ik kwam in de buurt, waar u met
Benny bent geweest."
Morgan knikte hij keek Lane onafgebroken aan,
somber en vorschend.
,,'t Was een waagstuk, zooals u weet't is geen
prettig land daar, en heel veel die er heengaan
komen er niet meer vandaan. Nou, ik ben er niet
eens gekomen. Op "n morgen stootte ik met mijn
kano tegen een drijvenden boomstam, dien ik niet
gauw genoeg gezien had. Het bootje zonk, ik was
blij dat ik naar den kant kon zwemmen en daar
zat ik, alleen en berooid; ik had absoluut niets
meer, alles was natuurlijk in het water verdwenen.
Ik kan u verzekeren, dat ik 't te kwaad met mijn
zenuwen kreeg. Maar zenuwen of geen zenuwen,
wat moet je doen, als je moederziel alleen in de
Toen gebeurde het na
tuurlijk. Op een nacht werd
ik wakker door een akelig
gekreun. BennyDoor een
spleet van de deur viel een
straal maanlicht naar bin
nen midden in de kamer
zag ik een slang, en ik wist
meteen wat er gebeurd was.
Sommige inboorlingen kun
nen die gemeene beesten
temmen en africhtenzij
kunnen ze bijv. leeren om
een bepaald persoon te zoe
ken en te bijten, 'n Kleine
beet is voldoende. Als ze
iets geroken hebben van het
slachtoffer, een hoed of een
mes of wat ook, vinden ze
hem altijd terug, al is 't
tusschen honderd anderen.
Ze bijten en keeren naar
hun baas terug.
Ik werd gek van woede.
Ik nam m'n revolver en
schoot het serpent letter
lijk in stukken ik rende
Jtedetland.
De Linge te Geldermalsen.
wildernis zit Als je blijft zitten, komt er niemand
langs om te helpen, dus na een uurtje ging ik
maar weer op pad, in dezelfde richting langs de
rivier. Als er nog kans was, om een levend wezen
te treffen, dan zou het aan de rivier zijn.
Zoo kwam het uit ook. Na een halven dag mar-
cheeren zag ik een soort nederzetting ik had er
wel niet op gerekend, zóó ver in de wildernis een
blanke te treffen, maar 't was toch waar. De man,
die er woonde, was een groote, sterke kerel, met een
gezicht zoo bruin en gegroefd als een stuk eiken
hout, en bakkebaardjes van een eigenaardige roode
kleur, precies koperdraad. Hij was er trotsch op
iederen dag nam hij zijn tijd om ze te borstelen en
keurig in orde te houden.
En dan de inboorlingen Die waren er razend
op. Ze kwamen dikwijls iets koopen bij hem, alleen
om naar die bakkebaarden te kijken ze zouden
er alles voor over hebben, om dien kop in handen
te krijgen. Wie zoo'n schedel had, van een blanke
nog wel en met zulke bakkebaardjes, nou, die zou
benijd worden in heel Nieuw Guinea.
Benny vroeg me te blijven en hem te helpen.
Ik wou wel, en hij wilde ook graag, want als je
heelemaal alleen in dat ellendige land zit, terwijl
je weet dat ze ieder oogenblik op je loeren, dan
wil je wel iemand bij je hebben. In het magazijn
moest hij oppassen, dat ze hem niet onverwachts
een pijl in z'n ribben zouden duwen, hij had al drie
keer vergif in zijn eten gevonden, en 's nachts dorst
hij niet te slapen. Maar de bakkebaardjes wou hij
niet afscheren 1
Ik was er nog geen week, toen een oude toove-
naar, zoo'n medicijnman, me voorstelde om Benny
te vermoorden. Hij het hoofd, en ik 't gewicht in
goud 1 Ik gooide hem de deur uit, maar dat had ik
niet moeten doen ik had den kerel aan 'n lijntje
moeten houden, pingelen en onderhandelen, om tijd
te winnen. Want na twee, drie weken begonnen we
toch over vertrek te denken. Je kon gewoon voe
len, dat 't niet lang meer kon duren, 't was zelf
moord om langer te blijven. Met heel veel moeite
wisten we in 't geheim de kano vol te laden, om
's nachts te kunnen vertrekken drie dagen deden
wij er over, want 't moest heel voorzichtig gebeu
ren en toen wou Benny niet. Goud natuurlijk 1
Hij wou er nog 'n klein
bdfetje bij hebben, steeds
nog 'n klein beetje. Ik kon
praten wat ik wou, ik kon
wel gaan, hij was al zoo lang
alleen geweestj (hij heeft me
nooit iets over 'n partner
verteld), dat hij nog wel
even volhield zonder mij,
enz. En terwijl hij me dat
zei, vèrzorgde hij zijn bak
kebaardjes voor den spiegel.
naar buiten en schoot in 't wilde weg, in de hoop
den eigenlijken moordenaar te treffen, ik pafte
driemaal m'n revolver leeg, ik tierde en schold, en
toen dorst ik eindelijk naar Benny te kijken. Hij
lag op z'n rug, met verglaasde oogen en opge
zwollen gezicht.
Maar toch zouden zij z'n schedel niet hebben.
Ik sleepte papier en droog hout in de kamer, goot
er twee bussen olie over heen en stak het in brand.
Even later was ik in de kano op de rivier. Het huis
brandde als 'n teerton 't was het beste wat ik
doen kon, want als ik het lijk meegenomen had,
was de kano gezonken, en hadden ze het nog opge-
vischt. Nu kregen ze ten minste het hoofd van
Benny niet.
Enfin, ik kwam aan de kust, ik bracht het goud
naar de bank, en sindsdien heb ik evenveel geluk
gehad als vroeger pech. Waar ik kwam, verdiende
ik geld. Maar één ding bleef me hinderen ik wou
het goud aan Benny's familie geven, of aan zijn
partner. Ik heb hem nu eindelijk gevonden," hij
knikte naar Morgan, ,,en nu kan ik die oude schuld
afdoen. Ik kreeg indertijd twaalfduizend voor het
goud, dus als ik nu een chèque
„Ja," zei Morgan. „U kunt nu die oude schuld
afdoen." Hij scheen vreeselijk' opgewonden, in 't
geheel niet verheugd, nu hij gehoord had, dat Benny
hem toch niet bedrogen had. „Als u me straks niet
in de rede gevallen was, had ik u van mijn laatsten
tocht in Nieuw Guinea verteld. Toen ben ik weer
naar onze oude nederzetting geweest. Weet u
wat ik onder de asch vond Benny's verkoold
lichaam en dit." Hij trok den doek op zijn bureau
weg; er lag een schedel onder! „En Benny's
schedel 1 Kijk, hier waren de bakkebaardjes, en
hier in het achterhoofd is een rond gaatje, 'n Kogel
gaatje. Je hebt gelogen, Lane Je hebt Benny neer
geschoten om zijn hoofd te verkoopen waarom
ze het niet gekregen hebben, weet ik niet, maar
jou krijg ik wel, Judas
Met een woedende beweging nam hij het vergif
tigde beenen mes van het bureau, sprong op en
duwde het met een snellen stoot in Lane's lichaam.
Hij was op slag dood.