No. 25,
VRIJDAG 16 NOVEMBER 1934
783
Jlsdeüand.
Het bekendste punt van
Zwolle, de Sassenpoort.
zei juffrouw Thompson, met een
eigenaardig idee omtrent de mid
delen, om een jongen man van zijn
getob te genezen. „lederen dag
met u tennissen, en iederen avond
belde ze dien anderen meneer op
aan de telefoon
Twee verontwaardigde jonge
stemmen vroegen
„Wien
„Ik heb 't nummer nooit goed
kunnen verstaan, meneer, en soms
belde hij haar o.p, juffrouw, maar
ik heb nooit 't eerste aan de tele
foon kunnen komen. Ze zei schat
tegen 'm."
„Hè?" riep Winchie.
- „Ik heb haar wel eens schat
tegen 'm hooren zeggen. Maar veel
heb ik er nooit van kunnen ver
staan. 't Was echt een achterbak-
sche meid." Juffrouw Thompson
bracht haar grieven van vele dagen
uit. „U had eens moeten zien, hoe
ze me aankeek, als ik 't portaal
bij haar deur aan 't vegen was
Je zou waarachtig denken, dat ik
door 't sleutelgat loerde. Maar
wacht eens! Ik zal je nog wat ver
tellen, dat ik gezien heb. Ze had
een taxi laten komen, om rr.ee weg
te gaan. Maar ik heb 't raam uit
gekeken, den weg op, en alsje
blieft, de taxi stopte. En juf
frouw Faye stapte uit en betaalde,
en met al haar rommeltje stapte
ze in een grooten luxe-auto."
„Welke auto?" vroeg Frank.
„Ja, meneer, uit al die namen kan ik geen wijs worden. Maar 't was een
pracht, hij schitterde in de zon. En toen reed ze weg, net of ze de bruid was."
„Zoo, zoo," zei Frank langzaam.
Opeens keerde hij zich om, en liep blindelings naar het ijzeren hekje.
Achter hem stamelde de stem van de kleine Winchie
„lk geloof er niets van. Die vrouw vergist zich. Ik geloof nooit, dat Faye
ik bedoel, ik weet zeker, dat Faye 't kan uitleggen dat er een reden was
„Dat zal wel. Wat doet 't er eigenlijk toe."
„Zou Faye vanavond niet...." begon Winchie, maar zij sprak niet uit.
Zij zag iets in zijn gezicht, dat zij niet aankon, en zei„Goeden avond."
„Dag," antwoordde Frank, met wezenlooze ellende van teleurstelling in
zijn oogen.
Wat was er Waarom had zij haar ontslag genomen op de bank en haar
kamer opgezegd en haar vrienden verlaten en haar verloofde in den steèk
gelaten
Die vernederingen van enge kamers, schraal zakgeld, geen auto, slechte
kleeren, herhaaldelijk gelapte schoenen, alles afgestemd op het refrein: „lk
kan niet anders betalen waren nu tot een toppunt geraakt hij was gaan
houden van een meisje, dat hij niet trouwen kon, dat hij zelfs niet houden kon,
om de dingen, die hij haar niet geven kon.
Een korte droom was hem gegund geweest, van geluk met eenvoudige
dingen, van een tuintje, waar een man bloemen in kon kweeken uit pakjes
zaad van de markt. Het grasveld bijhouden, knutselen aan een werkbank.
Een klein huisje, opgevroolijkt met oranje gordijntjes, waar de schaduw op
viel van de vrouw, die op hem wachtte. Later misschien een rose baby, die
in de zon werd gezet in dat tuintje. Twee maanden had hij gedroomd. Nu was
de tijd om. Een ruw ontwaken had hem laten zien, dat die Faye van dat kleine
droomhuisje ach, schei toch uit. Berg weg dat oude etui, met dien emerald,
die nu niet meer noodig is, en ga maar weer aan je werk dat blijft je ten minste
trouw door 't heele leven wat 't dan ook voor een leven is.
VIJFENTWINTIGSTE HOOFDSTUK
Met behulp van de beste leveranciers, tuinlui, gehuurde kellners en een
uitstekende band had mejuffrouw Madge Molliott alles en meer gedaan, dan
ooit van .haar verwacht was. De groote hal, het salon, de eetkamer en de rook
kamer waren schoongemaakt en ingericht, alsof er een feeënbruiloft gevierd
moest worden.
„Wat hebben ze dat oude huis opgeknaptNiet te herkennen," zei een
dame uit de buurt, geheel grijze kant en echte parels. „Wat een rozen En
wat zijn die trossen rose ballonnetjes aardig, waar al 't licht door schijnt
Maar wat een menschen Ik geloof, dat ik niemand ken. Zij zette haar lorgnet
op en keek rond. „Henry, waar is onze gastvrouw toch? Ah Onder aan de
trap O 1 Ga je mee, Angela Hoe maakt u 't, juffrouw Molliott
De blozende jonge gastvrouw, één fladdering van levendigheid en witte
organdie, voelde zich als een witte pluimbal heen en weer geslagen van het
eene groepje gasten naar het andere. Minstens drie rollen moest dat meisje
op dat moment spelen. Zij moest zich voorstellen aan die buren, die zij nooit
gezien had. Zij moest haar Londensche bezoekers begroeten. Zij moest zichzelf
ontmaskeren voor haar collega's
van de bank.
Was 't niet om te duizelen
Voortdurend gingen haar oogen
naar den ingang, maar het waren
telkens mama's uit de buurt.
„Hoe maakt u 't, juffrouw
Molliott Uw vadei heeft me al
zóóveel over u verteld Hartelijk
van u, om u aan geen conventie
te storen en ons uit te -noodigen,
vóór we kennis zijn komen maken.
We zouden natuurlijk allemaal
komen, zoodra we hoorden...."
„Wat heerlijk, dat er hier
weer leven in huis komt, juffrouw
Molliott. U zult hier best genie
ten, denk ik."
„Dat denk ik ook
-„Natuurlijk. Mg ik u voor
stellen mijn zoon Charles. U
moet beslist eens komen tennissen.
Mijn zoon Algie."
„U vindt 't toch niet erg,
dat we onze neefjes meegebracht
hebben
„Hoe maakt u 't Hoe
maakt u 't
„Wie is nu juffrouw Molliott?"
vroeg mevrouw Waring, de gezette
echtgenoote van den directeur. „Er
zijn zooveel meisjes. Ah, daarginds
in 't wit zeker
„Wacht Nee Dat is een van
onze meisjes van de bank juf
frouw Faye."
Faye, die het hoofd van rechts
naar links wendde, en van links
naar rechts, hoorde naast zich een
bekend: „Hallo, Faye. Ik heb een
appeltje met je te schillen, jonge
dame."
Een opzichtig rok-costuum en gegolfd zilverzwart haar kwamen tusschen
haar en den gast, tot wien zij zich wendde.
„O, PhilIk had je niet gezien."
„Ja, je had me haast heelemaal niet gezien, maar ik heb besloten, je te
vergeven. Den vorigen keer, dat ik hier was, kon ik je niet te pakken krijgen.
Is 't niet, Mary Mag ik je voorstellen, mijn vriendin lady Mary Parke."
De band zong, zong....
„Faye Daverend, dat we je weer zien, na al die eeuwen." Dit kwam van
een meisje in 'n dames-smoking met zilveren loovertjes. „Maar, schat, waarom
schreef je nooit
„Aardig hokje om te week-enden heeft Faye hier. Maar waarom heeft
ze ons niet vroeger laten komen 't ls griezelig
Sir Herrick naderde.
„Faye, we moeten je feliciteeren."
„O!" begon Faye verschrikt. „Wie...."
„Op je smaak in champagne, vrouwe. Ze is best."
Toen kwam meneer Sellars, met juffrouw Bligh in haar zeegroene model.
„Ah, daar hebben we onze juffrouw Faye. Mag ik u om een dans ver
zoeken
Juffrouw Bligh zei
„We hebben juffrouw Molliott nog niet eens goeden avond gezegd. We
hebben haar niet gezien
„Hier is ze," lachte Faye, misschien een beetje zenuwachtig, en zij stak
de hand uit. „Hier."
Wat Wat bedoel je lk had 't over juffrouw Molliott
„Ja. Ik ook. Dat ben ik. Dat zijn wij
Zoo plotseling scheen zij omringd te worden door de bankafdeeling, als
een straatkunstenaar door een menigte gapers.
„Wat is er? Wat zegt ze?"
„Juffrouw Molliott
„Ben jij dat?"
Het ging van den één naar den ander
„Faye is juffrouw Molliott en we hebben haar al dien tijd gekend, zonder
't te weten
Opgewonden werd er gepraat. Luid boven alle stemmen uit kwam die
van Hobson „En dien eersten middag.... hebben we met haar gepraat over
wichten, en ik heb haar verteld, dat 't mijn huis niet was
,,'t Wordt .jouw huis. Dat wil zeggen, ik ben bezig, om er 't huis van
allemaal van te maken, Hobs," vertelde Faye den zoon van haar huishoudster,
en zenuwachtig lachend ontsnapte zij naar de volgende groep, die al aan 't
roepen was „Faye Hier Faye
„Wat zei ze over een huis van allemaal, Winchie?"
„lk heb 't niet verstaan. Ze weet natuurlijk niet wat ze zegt. lk kan
me best indenken, dat ze van streek is zei Winchie, het figuurtje in wit
organdie nakijkend. „Stel je voor ik heb weken lang mijn best gedaan, om
haar met een gulden voor een daalder te leeren koopen en zij heeft duizen
den Enfin, ik heb wel gedacht, dat ze een rijkeluiskind was."
Maar er waren twee kanten aan, die Winchie, zoo schrander als ze was,
niet raden kon. Slot volgt)