asagBB
Nü- 26 VRIJDAG 23 NOVEMBER 1934
op, val niet
„Een goed idee," zei Ripley. „Die opdracht zal ik beslist geven."
Toen hij 's middags terugkwam, demonstreerde ik nog eens mijn tractor,
liet er zelfs een ploeg aan haken, en ploegde een veld voor hem om. Hij be
zwijmde bijna van verbazing, maar tegelijkertijd leek het me dat hij een beetje
ontstemd werd. Dus begon ik meteen te praten. Ik mag mezelf vleien, dat ik
dat kan.
„Gelukkig, dat u zoo'n sportief, intelligent man is, mr. Ripley," zei ik.
„Menig ander zou kwaad zijn dat ik zoo'n winst op uw machine maak. Ofschoon
u natuurlijk weet, dat de koop voor mij een risico was, en ik er zware reparaties
aan heb gehad. Maar u weet nu ook in elk geval, dat u een kenner is, die ver
standig deed met dit merk tractor te koopen."
„Zeker, zeker," zei de oude snaak aarzelend. „Maar ik heb toch 'n beetje
spijt ii den tractor verkocht te hebben. Ik zou hem wel terug willen koopen
voor het dubbele bedrag, dat u er voor betaald heeft, als u al niet iemand
had, die hem voor 5000 gulden wil koopen." Hij zuchtte diep en zwaar. Mijn
plannen liepen gesmeerd.
„Hoe verliep de tractordemonstratie?" ging ik tot een ander belangrijk
hoofdstuk over.
„De tractordemonstratie," zei Ripley, „was een sof. De tractors gingen niet
door het moeras ze gingen er in. Zoo diep, dat 't, geloof ik, een week werk is
om ze er uit te krijgen. Morgen moeten we beslissen, maar ik geloof niet,
d^t we één van die prullen zullen koopen." Nu kwam mijn kans.
„Nu kunt u eens laten zien, hoe u met een Aardworm kunt omgaan,"
2ei ik. „Wij gaan morgen met mijn tractor naar het moeras u rijdt én
we trekken die andere machines eruit. U zet al die experts voor schut."
Hij vond het een prachtidee. U ziet dus, alles verloopt schitterend. Door
mijn indirecte methode eet mr. Ripley uit mijn hand. Morgen verkoop ik hem
zijn eigen tractor terug die tenslotte zijn eigen tractor niet is. En morgen
middag treed ik voor het comité, zeg dat ik zooeven het agentschap van de
Aardworm Maatschappij heb overgenomen, en reken dan op Ripley's hulp.
Laat u mij even weten of u die 3000 gulden op mijn rekening heeft gestort.
MAC PUNTER.
Johnville, 6 Juni 1920.
Aan de Aardworm Tractor Maatschappij.
Geschreven in de gevangenis te Johnville.
Zooals u uit het opschrift van dezen brief zult begrijpen, zijn mijn prach
tige plannen deerlijk misgeloopen. Ech
ter niet door mijn schuld. Het is te
wijten aan mr. Herberts' koelen brief,
waarin werd geschreven dat reizigers
der maatschappij tractors moeten ver-
koopen en niet koopen, en tevens dat
de 3000 gulden niet op mijn saldo
werden gestort. Ik moet bijna huilen,
als ik er aan denk hoe schitterend alles
er voor stond, en hoe diep treurig ik er
thans aan toe ben, terwijl de verkoop
aan het comité verkeken is. Leest u
slechts mijn rapport, en u zult begrijpen
hoe Mac Punter door intellect en ener
gie zijn doel zou bereikt hebben. Onder
zijn aanwijzingen stuurde Ripley
onder ons gezegd een kruk van een
bestuurder mijn Aardworm naar
het moeras, en trok onder het gejuich
der omstanders de drie machines uit
het moeras. Dit was heel eenvoudig,
daar wij op het gedeelte konden blijven,
dat die tractors den vorigen dag reeds
vast gewalst hadden. Maar de oude
Ripley keek trotsch als een pauw en
het kostte mij niet veel moeite hem
te overtuigen, dat de Aardworm een
uitstekende machine was, en hij een
puik bestuurder van dit soort tractor.
Hij was het met me eens.
„Juist mijnheer," zei hij, „en nu
wil ik u ook bewijzen, dat ik sportief
ben. ik wil dezen tractor van u terug-
koopen voor dezelfde som, die u kunt
krijgen van dien knaap in Johnville
5000 gulden."
„Nee, mr. Ripley," zei ik, „u is
zoo'n goed vriend van mij, dat ik er
zooveel niet voorhebben wil. Ik laat u
ook 1000 gulden verdienen. Ik maak
het met dien ander wel in orde, zelf
verdien ik er ook nog op, ik laat u
den tractor voor 4000 gulden." De
dankbaarheid van Ripley was roerend.
Hij gaf me dadelijk mijn eigen cheque
van 1000 gulden, die hij nog niet ver
zilverd had terug, schreef er nog een
uit van 3000 gulden. Ziet u nu in, welk
een schitterende financieele operatie ik
tot stand had gebracht U zult moeten
toegeven dat men een scherpen geest
moet bezitten en een goed prater
moet zijn om iemands tractor voor
1000 gulden te koopen, zelf een anderen
op te scharrelen voor 2000 gulden, en
hem dien als eigen tractor weer te
verkoopen voor 4000 gulden. Een winst
van 1000 gulden dus, plus de dank
baarheid van Ripley, omdat hij zelf
5000 wou geven en ik maar 4000 wilde
hebben. Een dankbaarheid, die goud
waard was, want ik was overtuigd
dat Ripley nu zeker het comité zou
bewegen om een Aardworm te koopen,
nu hij zelf zoo'n schitterende machine
had. Voordeel voor de maatschappij
dus. x