No. 27
VRIJDAG 30 NOVEMBER 1934.
853
Mevrouw Frome nam den ouderwetschen ketting
met horloge van haar hals, den kostbaren armband,
haar ring en haar broche. ,,Neem mee en verdwijn,"
gelastte zij waardig. Als ik kon zou ik je de deur
uitzetten. Schiet op I"
„Daar kom ik net zoo min voor, dame. En niet
zoo'n hooge toon. Ik ben de baas op 't oogenblik,
nietwaar Je weet heel goed wat ik op 't oog heb.
Waar zijn ze
„Wat bedoel je
„Dat weet je heel goed. Waar zijn de parels
„Parels Wat parels
De man kwam dichter bij haar staan onwille
keurig rolde zij haar stoel achteruit, niet uit vrees
maar uit afkeer voor dezen bruut, die van zijn
overmacht op een oude vrouw gebruik maakte,
haar zelfs dreigde. Hij omvatte haar pols.
„Je zegt me waar ze zijn, of ik ga naar boven
dat jochie kan ik wel klein krijgen, denk ik."
„Los, los,"stootte zij in afschuw uit, „los!" Met
haar linkerhand greep zij naar de houten kaarten-
dops en sloeg hem ermee in zijn gezichtde scherpe
kant raakte zijn kin. Vloekend wreef hij de pijnlijke
plek, waar een roode striem was getrokken, maar
hij liet haar los, begrijpend, dat de oude dame
in haar schrik en opwinding wanhopige dingen kon
doen. Bovendien waren buiten voetstappen hoor
baar de generaal.
„Dat is de ouwe voor z'n gewone spelletje je
ziet, dat ik op de hoogte ben. Ik ga weer achter het
gordijn tot hij vertrekt. Als je één woord kikt,
schiet ik jullie allebei ondersteboven 1"
Vlug schoot hij in zijn schuilplaats, want hij
hoorde den generaal, die steeds een sleutel van het
huis had, reeds de deur openen even later kwam
deze met zijn gewonen groet binnen.
„Avond, Matilda. Kaarten klaar
Zij knikte hem toe spreken deed zij met hem
alleen als het noodig was, want de doofheid van
den generaal had zoo'n stemverheffing noodig, dat
zij na twee minuten schor zou zijn geweest. Beiden
schudden zij een spel kaarten en legden ze uit voor
een spelletje dubbel-patience, waarmede nu al
jaren lang de dagelijksche visite geopend werd.
Maar dezen keer moest de oude militair herhaalde
lijk ontevreden grommen mevrouw Frome dacht
niet aan de kaarten. Zij keek telkens op de klok,
angstig het oogenblik tegemoet ziend, dat zij weer
alleen zou zijn met dien vreeselijken man. Kon
zij den generaal niet waarschuwen, zonder het in
zijn oor te schreeuwen Er moest toch een middel
zijn om hem duidelijk te maken, welk gevaar haar
bedreigde
„Het gaat vanavond niet," riep zij dicht aan zijn
oor. „Zal ik eerst alleen 'n spelletje met de letters
doen om er in te komen
Hij knikte toestemmend zij nam de letterkaar-
ten en begon ze gedachteloos uit te leggen. De eerste
was een h, de tweede een a toen weer een a. Wat
kon dat worden? „Haan" kon zij er van maken,
of „haak", of „haal"Haal, haalnu moest
zij kalm blijven, misschien was er een kleine kans
om zich uit deze vreeselijke situatie te redden.
„Zal ik je helpen vroeg de generaal.
„Ik wou het nu eens alleen doen," schreeuwde
zij in zijn oor. „Je moet niet helpen, hoor. Ik wil 't
heelemaal alleen doen, en als ik 'n foutje maak....
moet je me maar laten begaan."
De generaal knikte beschermend en keek goedig
toe, zooals men een kind alleen een moeilijk spel
laat doen, ofschoon men zeker weet, dat het fouten
zal maken. Doch toen mevrouw Frome drie keer
achter elkaar smokkelde om de gewenschte letter
uit het pakje kaarten te krijgen, waarschuwde
hij toch „Eerlijk blijven, Matilda. Je smokkelt."
„Laat nu maar," vroeg zij „anders duurt
het te lang en komen we nooit klaar. Vind je 't
goed
De oude militair bromde toegeeflijk mevrouw
Frome keek heimelijk naar het gordijn achter hem,
waar de inbreker, half verborgen tusschen de
plooien, toekeek, nog steeds met de revolver op
haar gericht. Zijn lippen waren spottend gekruld,
alsof hij lachte om de kinderachtige oude dame, die
zoo graag met haar letter-spelletje wilde uit
komen.
,,'t Wordt een lang spel," zuchtte zij, terwijl
zij de kaarten naar den rand van de tafel schoof,
dicht bij de handen van den generaal. „De tafel is
bijna te klein." Dringend en vragend, smeekend bij
na keek zij hem aan. Zou hij haar begrijpen „Zie
je wel, 't lukt prachtig. Nog drie letters.... Ik
Jboox Jtedaïlani.
De drukste straat van Arnhem
de Rijnstraat
ben er 1 Alsjeblieft drie
aa's, twee I's, twee d's,
enfin, alles wat ik heb
ben moest."
„Jammer dat je ge
smokkeld hebt," ant
woordde de generaal, ter
wijl hij de kaarten bij
elkaar schoof. „Ikzal even
naar mijn dochter tele-
foneeren, dat ik wat later
thuis kom, dan doen we
samen nog een spelletje."
„Maar de telefoon is
stuk."
„Ja, dan zal ik naar
huis moeten, anders wordt
ze ongerust. Tot morgen,
Matilda."
Terwijl ze hem door de
gang en even later langs
het raam op slraat hoorde
strompelen, vroeg zij zich
in angstige spanning af,
of hij het begrepen zou
hebben. Als er niet gauw
hulp kwam, zou zij kalm
moeten toezien, hoe de
inbreker de parels zou
stelen om aldus Paul te
ruïneeren. Jaren zou het
duren, eer hij dit verlies
te boven kwam,
Zij rolde haar wagentje
naar de gangdeur, maar
de dief trad haar in den
weg. „Wat ga je doen?"
„De voordeur sluitên.
Dan kun je niet gestoord
worden."
„Daar zal ik zelf wel
voor zorgen. Ik heb haast.
Waar is de safe Schiet
op, of ik zal je dwingen."
„Ik ben niet gewend
met „je" te worden aangesproken door boeven."
Wit van ergernis kwam de man op haar af.
„Nu zal je 't zeggen, of
„Daar, achter 't portret van m'n man," wees zij
bang.
Hij rukte het portret van den muur en gromde
tevreden, toen de deur van de kleine safe zichtbaar
werd.
„Wat zijn de letters van het slot
„Weet ik nietben ik vergeten."
„Zal ik naar boven gaan dreigde hij. „De
jongen weet 't misschien wel."
„Bruut 1" verdedigde zij zich met zwakke stem
de spanning werd bijna te zwaar voor haar. „Hoe
durf je zoo tegen een oude vrouw op te treden."
„Ik moet direct de letters van het slot weten,
of ik ga naar boven."
„Ik ben 't heusch vergeten, maar ik geloof dat ik
't opgeschreven heb. Er moet 'n papier in 't bureau
liggen."
Hij vloog er op af, rukte de laatjes open en rom
melde jachtig in de stapels brieven, papieren en
rekeningen mevrouw Frome trilde van woede
over die schennis van haar eigendom, maar tegelijk
bedacht zij dat de inbreker op deze manier niet
gauw het stukje papier zou vinden. En hoe langer
het duurde, hoe liever 't haar was.
Dat scheen de man ook te begrijpen, want met
een ontevreden gebrom gaf hij het zoeken op en
beval „Zoek 't zelf, ik kan dat vod niet vinden."
„Dan had je den boel niet eerst overhoop moeten
halen," zei ze, terwijl zij het wagentje naar het
bureau rolde. „Ik wist ongeveer waar 't lag, maar
nu
Inwendig juichte zij dat de kerel zich zelf had
tegengewerkt, en dat zij nu minstens reeds tien
minuten gewonnen had. En daar kwam 't maar op
aan, dacht zij, terwijl zij blaadje voor blaadje en
brief voor brief nakeek aan den dief, die ongeduldig
heen en weer liep, nu en dan scherp luisterde en
haar toebeet, dat zij moest opschieten, stoorde
zij zich niet. Ze was weer volkomen kalm. „Als
je wilt dat ik 't niet kan vinden, dan moet je me
maar haasten, 't Papiertje ligt hierbij, dadelijk
komt 't wel te voorschijn."
Ze bleef zoo kalm, omdat ze er een eigenaardig
genoegen in vond, den kerel tegen te werken, en
de ongeduldige spanning te verhoogen, waarin hij
verkeerde, nu hij zoo dicht bij het doel dezen
hinderpaal ontmoette. En de generaal was nu stellig
al 'n kwartier weg als hij 't begrepen had.Hoor
de zij iets aan de voordeur Ja, er stak iemand een
sleutel in het slot zij begon plotseling te hoesten en
te kuchen, en stak tegelijk een papiertje omhoog,
dat zij enkele minuten tevoren reeds gevonden had
tusschen een oude rekening. De inbreker greep er
gretig naar.
„Hier is 't woord van het letterslot vader",
zei ze, en in zijn opwinding lette hij er niet op, hoe
kalm en gelaten zij sprak. Hij sprong naar de safe
en begon aan het slot te draaien, maar tegelijk
werd de deur opengegooid en een brigadier van
politie zei grijnzend „Nog net niet te Iaat han
den omhoog en loop niet weg, want bij de tuin
deur staan er nog meer. Misschien wil mevrouw
de deur even openmaken
Mevrouw Frome rolde 'r wagentje erheen en vol
deed aan het verzoek drie agenten stapten binnen,
die den man dadelijk boeiden. Hij gromde pijnlijk.
„Kleinzeerig ook nog," zei de brigadier, „maar
hij was dapper genoeg om een oude dame te bedrei
gen. Hier is de sleutel van de voordeur, mevrouw
dien heb ik van den generaal gekregen. Hij zit nog
hijgend op het politiebureau hij was doodop, maar
hij kon me toch nog vertellen van uw waarschuwing
met de letter-kaarten „haal politie, dief in de
kamer." Knap gedaan, mevrouw, heel knap.
Zoo, we gaan. Ik zal vooi alle zekerheid een agent
bij de deur zetten. Goeden avond, mevrouw."
Mevrouw Frome schoof de gordijnen dicht en
reed haar wagentje terug naar het kaarttafeltje.
Ze legde een nieuw spel uit, maar het wou weer
niet lukken. „Als ik nu maar 'n zwarte tien had,"
zuchtte zij vlug keek zij om zich heen, alsof iemand
er op lette dat zij eerlijk speelde, keek in de omge
keerde kaarten en smokkelde er 'n schoppen tien uit.