■JMI .r* 'at niet leuk ,rNatuurlijk maar laten we opschieten" met bijwijlen o, dat slechte geweten de bange gedachte aan de „gard". Ouders, broers en zusters, vrienden en vriendinnen met duizender lei geheime verrassingen in verborgen hoeken geknutsel en geborduur en wat niet al, waar de naasten geen weet van mogen hebben. Eén groote, prettige doening met als grondtoon een onsterfe lijke spreuk het is zaliger te geven dan te ont vangen. Maar hier in volmaakte wisselwerking die geeft, zal ontvangen, die ontvangt, zal geven.... En niet alleen het traditioneele „suikergoed en marsepein", al zijn dat lekkernijen, die zoo iets als attributen van het Sinterklaasfeest werden. In deze tijden heeft het accent zich verlegd. (De traditie, in welk opzicht dan ook, begint steeds meer terrein te verliezen.) Wij, moderne menschen, hebben de beschikking gekregen over tallooze artikelen, die luttele jaren terug voor de meeste beurzen taboe waren. Ook de inhoud der Sint Nicolaaspakjes geeft daarvan een afspiegeling ondanks crisis en crisiszorgen. Suikergoed en marsepein zet er maar voor in de plaats wat u wilt, van saucijsjes tot radiotoestellen van sinaas appelen tot geëlectrificeerde kinderspoortreinen, met gloeilampen op de locomotief en met in gewikkelde seintoestellen, die men zelf kan maken uit een mecano-doos. Wat staat en ligt er al niet'in de duizend-en-één Lokvogels van het ongevaarlijke soort (behalve voor papa's portemonnaie). varer zoo ongeveer de gedachten, die bij kwamen, toen we een dezer dagen, met oropgezette doel wat kopij voor een St. sstuije te verzamelen, het vertier in Vlis- win «elstraten gadesloegen. Het is altijd oeilij ten aanzien van dingen als deze kingen te trekken vergelijkingen dan met jaren Zoo op 't oog leek die drukte niet r, ecder grooter dan vroeger wel eens. flaneeren langs de ramen der etalages ar keur van allerhande artikelen (eetbare eetbare), geschikt voor St. Nicolaascadeaux, :nt nog lang niet koopen. Diverse win- zulli 11 matig tevreden zijn, sommigen lelijk,ontevreden slechts enkelen maar er dan toch nog vinden, dat het profijt St. Nicolaasdrukte 1934 er mee door kan. onkere dagen van eind November en begin ber, hoe fleuren ze op door het feest van eden Sint. De donkerste periode van het zou eens zoo donker zijn, als daar niet het was rond een schoone legende. Kinder- iti popelende verwachting van den „koek" Wat een fijne spullen I" etalages ten toon gesteld. Een formidabele techniek, een tot het uiterste gerationaliseerde industrie heeft een keuze mogelijk gemaakt uit een ontelbare hoeveelheid artikelen, veelsoortig om van te duizelen. Wie er dezer dagen maar eens op uitging, om voor kinderen of ouders, voor broers of zusters, voor vrienden of vriendinnen iets te koopen, zonder vooraf te weten wat precies, kan te kust en te keur gaan, natuurlijk naar 't vermogen van zijn portemonnaie. En dezulken zijn er altijd heel wat, naast degenen, die wel zoo ongeveer weten, wat ze willen, doch die dan er op uittrekken, om in een bepaald genre of van het een of andere specimen „het beste tegen weinig geld" op den kop te tikken. Of dit altijd lukt, daarover zullen we 't niet hebben (de verbeelding doet soms ook wat) maar in elk geval dragen zulke speurtochten bij tot (aangename) verhooging van de bedrijvig heid. Het is vaak een psychologische studie, heime lijk menschen gade te slaan, die in tweestrijd staan over 't koopen van een artikel. Velerlei aandoeningen, al naar gelang van aanleg en karak ter, weerspiegelen zich op 't gezicht. De een bijt op zijn vingers, de ander trekt aan zijn oorlel, of voelt zijn neus aan houdend jeuken. Ach, onze gewoon ten, die soms zooveel verraden St. Nicolaas-bedrijvigheid in haar verschillende aspecten, 't is altijd weer interessant een troepje kin deren, watertandend voor een etalage met chocolade-lekkernijen een verloofd paartje, waarvan de hij er maar ten halve in slaagt, belangstelling te huichelen, voor wat zij zoo in-interessant vindt een klein joggie, vol opgetogen bewondering voor een prenten boek „Koop 't maar, pappie," een aantal schoonen, die machtig veel pleizier hebben, altijd om een nietigheidje. En zoo kan men doorgaan, 't Is altijd de moeite waard, zijn oogen den kost te geven, ook als het foto's betreft. Zelfs etalage-poppen hebben nog wel iets tezeggen. Men kijke maar eens goed naar de plaatjes hierbij.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1934 | | pagina 17