No. 29 VRIJDAG 14 DECEMBER 1934 911 De tram in Cairo heeft 't druk. Zij aarzelde. Misschien was het leelijk van haar, zich te beklagen over een medelid van het personeel, zonder te vragen, dat die geroepen werd, om zich in haar bijzijn te verdedigen. Misschien had zij gezwegen, als hij niet gera den had, wat er door haar hoofd ging. „U wilt zeker klagen over juffrouw Morrison," zei hij. „Heeft ze u gehin derd Hij keek zenuwachtig, vond zij naar de deur. „Ik heb u vooruit gezegd, dat het geen erg gemakkelijke betrekking zou zijn. Toen ik dat zei, dacht ik minstens even sterk aan juffrouw Morrison als aan meneer Warren. Maar zij is een oude getrouwe, en oude getrouwen maken aanspraak op zekere voorrechten. Denkt u alstublieft niet aan heengaan om iets, dat zij misschien gedaan of gezegd heeft. Ik moet zelf heel wat onbeleefdheden verdragen, ondanks mijn positie hier in huis. En denkt u er wel om, dat meneer Warren ook een zeker recht op uw goede zorgen heeft. Hij is een stakker, en 't zou hem geweldig spijten, als u heenging." Marita beet op haar lip. „En ik heb nog nooit een woord tegen hem gesproken zei ze. „Misschien is hij daarom juist zoo met u ingenomen," zei Hunty met een rustig lachje. „Hij heeft me gezegd, dat u hem nooit uw conversatie opdrong. Wat ik zeggen wil, meneer Warren wenscht niet uit te gaan vandaag, dus u kunt gebruik maken van het mooie weer, als u wilt, om de stad eens in te gaan. Als u eens een van de fabrieken wilt bezichtigen, zegt u 't dan maar, dan zal ik zorgen, dat er iemand is, die u rondleidt." Marita bedankte hem. De fabrieken interesseerden haar niet in 't minste, maar het idee, een wandeling door de stad te maken, trok haar wel aan. Zij ging, en kwam pas met donker thuis. Er lag een telegram op haar te wachten. Tony was in moeilijkheden. Tony was ongeduldig. „Verloren tenzij driehonderd. Gebruik invloed bij vader indien je hebt." Juffrouw Morrison vertelde haar, dat meneer Hunty niet beneden zou komen met etenstijd hij zat in de kamer van meneer Warren met een advocaat bij den patiënt opgesloten. Er moest voor een der fabrieken een proces gevoerd worden. Marita at dus dien avond alleen, en na het diner verzond zij een tele gram aan Tony „Zal probeeren. Moed houden." Den volgenden middag om twee uur kreeg zij de boodschap, dat meneer Warren uit wou gaan, door het park rijden. Zij had al vroeger vernomen, dat juffrouw Morrison niet mee zou kunnen. Zij beefde van opwinding, toen de zwakke oude man de trap af werd geholpen door de huishoudster en dë knorrige bedaagde dienstbode, die tafel gediend had dien avond, toen juffrouw Morrison niet thuis was en Hunty haar hand had gevraagd. Marita had nu geen angst meer voor het kwade humeur van den invalide. Zij was van plan, een beroep op zijn vaderliefde te doen ten bate van Tony. Zij zou wachten, tot zij buiten gezicht van het huis waren tot zij den anderen zoom van het park bereikt hadden en dan zou zij het wagentje stil laten staan en hem dwingen, om te luisteren. De oude man werd in zijn wagentje geholpen, de vouwdeuren werden dicht gedaan hij keek Marita aan door zijn blauwen bril en knikte, wat zeggen wou, dat hij gereed was om voortgereden te worden. Zij bereikten het einde van het dennenboschje het huis was niet meer zichtbaar. Opeens bleef Marita staan en vastberaden deed zij de vouwdeurtjes open. „Mag ik u even spreken, meneer Warren Hij gromde als een wild dier, dat gestoord wordt, terwijl het eet, en schudde zijn vuist voor haar gezicht. „Ik möèt spreken. Tony, uw zoon, heeft driehonderd pond noodig anders gaat hij bankroet. Help hem I 't Kan me niet schelen, wat er met mij gebeurt. Als u hem maar helpt. Ik heb hem lief Wij hebben elkaar liefIk heb een telegram van hem gekregen." De oude man strekte zijn hand uit, greep de vouwdeurtjes, sloeg ze toe en knorde. Toen gaf hij tikkend zijn bevel „Naar huis Zij was verslagen. Haar kracht was weg. Hij had haar angst aangejaagd. Zij duwde het zware wagentje terug naar het huis. Zij was voorbereid op de tijding, dat hij haar ontslagen had. Maar toen de eerste gong voor het~diner ging, kleedde zij zich met groote kalmte, en toen zij eindelijk naar beneden ging, naar de eetkamer, had zij een antwoord klaar op alles, wat Hunty namens den onmenschelijken vader zou kunnen zeggen. Hunty kwam binnen. Hij was erg bedaard, en hij wachtte, tot de maaltijd bijna ten einde was, om te zeggen „Meneer Warren was erg uit zijn humeur, toen ik bij hem vandaan ging zooeven. Hij zei, dat u hem erg was tegengevallen. Hij heeft me verteld, wat er in het park gebeurd is." Marita's lippen trilden. „U begrijpt 't toch wel, is 't niet zei ze zacht. „Natuurlijk," antwoordde hij hartelijk. „En als u bij mij was gekomen, en me verteld had, hoe de zaken stonden, had ik er misschien iets op kunnen vinden „Zou 't Er stonden nu tranen in haar oogen. „Als u nu nog iets doen kunt, doet u 't dan Ik ken Tony zoo goed. Ik zou u nooit dankbaar genoeg kunnen zijn, als u hem nu helpen kon." „Ik zal na 't diner eens met meneer Warren praten," zei hij. ,,'t Is een onderwerp waar hij niet graag over hoort spreken, maar ik zal mijn best doen. ik zal al mijn invloed gebruiken.omdat ik voor u graag iets doe." Zij had hem op dat moment wel kunnen omhelzen. Hij liet haar alleen, en bleef bijna een half uur weg. Hij kwam terug met het bericht, dat het geld telegrafisch aan „den vlegel" gezonden mocht worden maar Tony moest zich in geen geval verbeelden, dat zijn vader hem ver geven had. (Wordt vervolgd)

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1934 | | pagina 15