No. 29 VRIJDAG 14 DECEMBER 1934 917 2W* Jledaüand. Zoo leert men loopen In Staphorst. Mc. Kenny, de postlooper van Fort Mac Pherson, voor de hut verscheen. Hij bracht brieven en kran ten en vertelde in telegramstijl de nieuwtjes, die de ronde deden in Wallastonland. Het langst bleef hij stilstaan bij de roerige beweging van een stam Kogmellock-Eskimo's, die gevestigd was aan de Beaufort-Zeekust van Prins Albertland. Volgens zijn mededeelingen had een blanke zwerver, ongeveer een half jaar geleden, een Kog- mellockvrouw geschaakt en mee naar zijn hut genomen. De Eskimo's hadden zijn spoor gevolgd en den man levend aan zijn hut vastgespietst, zoodat hij ellendig gestorven was. Die vreeselijke wraakoefening was bij de Kogmellocks gebruike lijk in gevallen van menschenroof, maar de Cana- deesche Bereden Politie had in de toepassing van dit barbaarsche, ongeschreven recht niet kunnen berusten. Om den heelen stam niet in beweging te brengen, had zij de voornaamste aanleggers van het wraak'complot bij Fort Battle Harbour ge arresteerd. Daar hadden zij terechtgestaan wegens moord en waren zij een maand geleden veroordeeld tot twee jaren gevangenisstraf. Het gevolg hiervan was geweest, dat twee weken geleden de heele stam tegen de blanken in opstand was gekomen. Zij hadden den agent van de Com pany gedood en zijn vrouw gevangen genomen, en thans beslopen zij in groepen de eenzame posten, met de bedoeling de mannen te dooden en de vrouwen weg te voeren als gijzelaarsters voor hun gevangen stamgenooten. Phil hoorde hem verschrikt aan. Hij dacht aan zijn eenzaamheid en aan het gebrek aan verdedigings middelen, indien hij eens onverhoeds overvallen zou worden. „Zou het niet geraden zijn naar Fort Mac Pher son te verhuizen, zoolang die beweging niet onder drukt is vroeg hij Mc. Kenny. De oude postlooper lachte hem uit. „U hebt hier niet het minst te vreezen," verzekerde hij. „Zoover Zuidelijk komen ze niet. De sneeuw is al pap ge worden, ze kunnen er onmogelijk door met hun sleden. Nee, u leeft hier even veilig als in het Fort." Phil wist dat hij zich gerust kon verlaten op de meening van den ervaren jagertoch bleef het hem hinderen, dat hij heelemaal geen middelen bezat om zich te verdedigen, als er eens iets ge beurde. En daarom nam hij het vaste besluit niet langer meer te wachten dan tot morgen, om patronen te halen. Dien nacht bleef het heel rustig in de baai de orca scheen zijn bekomst te hebben van de gym nastische oefeningen, waaraan hij zich den vorigen nacht te buiten was gegaan. Phil sliep vast en stond den volgenden morgen vroeg op. Toen hij reeds klaar stond om den tocht aan te vangen, aarzelde hij plotseling. „Zou je toch niet liever meegaan, Mary vroeg hij, met een ongerusten blik in zijn oogen. „Welnee, waarom zou ik lachte Mary zijn plotseling opkomende vrees weg. „Ik ben hier immers veilig, heeft Mc. Kenny verzekerd 't Is wel geen pretje den heelen dag alleen te zijn, maar een skitocht in de natte sneeuw is nog minder aan genaam." „We zouden een nacht kunnen overblijven," stelde Phil aarzelend voor. „Ach, laten we ons zooveel moeite toch niet geven. Ga gerust alleen, er zal me niets overkomen. Zorg alleen, zoo vlug mogelijk weer terug te zijn." Phil berustte en ging na een omhelzing heen. Mary had hem spoedig uit het gezicht verloren in den nog donkeren morgen. Opgewekt ging zij aan den slag. Toen zij tegen tien uur alle werk aan den kant had, wandelde zij naar de baai. De orca lag bij den ingang, met zijn zware rugvin plat op het watervlak. Die gewoonte had hij eerst sinds den vorigen dag aangenomen voordien verhief hij de rugvin altijd boven het water. Het viel Mary thans voor het eerst als een bijzonderheid op, doch zij dacht er niet lang over na. Een liedje neuriënd, keerde zij spoedig in de hut terug. Voor het venster gezeten, met een ruim uitzicht op de baai, verdreef zij eenige uren met lezen. Toen zij ophield en juist zat te berekenen, dat Phil reeds op den terugweg kon zijn, werd zij plotseling opgeschrikt door een geweldigen slag op het watervlak. Ontsteld keek zij naar de baai en tegelijk slaakte zij een gil. Vlak voor den ingang dreef een Eskimo-kano, bemand met vijf of zes ineengedrongen figuren. Doodsbleek en over al haar leden bevend, greep zij naar de binocle op tafel. Een enkele blik overtuigde haar, dat haar plotse ling opgekomen vermoeden juist was: in de kano zaten Kogmellocks en zij hielden recht op de baai aan „Phil gilde ze, buiten zichzelf van angst. Radeloos keek zij in het rond, uit den waanzinnigen wirwar van gedachten, die haar overviel, een red middel zoekend, om aan het gevaar te ontkomen. De eerste aandrift spoorde haar aan te vluchten. Zij gaf de gedachte onmiddellijk weer op zij kon nergens heen in deze verlaten streek en de Kog mellocks zouden haar op hun sneeuwschoenen binnen drie minuten hebben ingehaald. Haar doodsangst prikkelde haar eindelijk tot handelen. Zij sloot de deur en sleepte er de lichte tafel en de stoelen voor. Toen wierp zij, met een kracht waartoe zij zich nooit in staat zou hebben geacht, het veldbed boven op de barricade. En eindelijk, gedreven door de ingeving om haar leven zoo duur mogelijk te verkoopen, zette zij de spiritusbranders bij de hand. Als haar aanvallers haar te na kwamen, was zij vastbesloten den bran denden spiritus over hen uit te gooien. Terwijl zij stond te overleggen, wat zij nog meer zou kunnen doen om zich te verdedigen, klonken er een paar knallen als kanonschoten uit de baai. Zij keek verschrikt naar buiten. De Kogmellocks waren nog niet verder gekomen dan tot den nauwen ingang. Zij wierpen lange spietsen van walvischbeen naar den orca, die, rus teloos op en neer zwemmend, hun den toegang scheen te versperren. In zijn lichaam staken zeven of acht werpspietsen, het vreeselijke wapen, waarmee de Eskimo's zelfs den strijd durven aan binden met den baleinwalvisch. Met zijn staart- en rugvin bracht hij zoo'n hevige beroering in het water teweeg, dat de kano om dreigde te slaan en de Kogmellocks al hun stuurmanskunst noodig hadden, om buiten het bereik van de gevaarlijke vinnen te blijven. Mary's doodelijke angst werd onderdrukt door grenzelooze verbazing. Waarom vluchtte de orca niet Waarom dook hij niet onder, in plaats van zich te laten martelen door die speren? Het leek erop, of hij den toegang tot de baai verdedigde en zich liever liet dooden, dan er iemand in te laten. Maar waarom Ademloos van spanning en verbijsterd bleef zij het ongelooflijke schouwspel gadeslaan. De orca schoot bliksemsnel door het water en bedreigde met zijn rugvin alles, wat in zijn nabijheid kwam. De Kogmellocks veranderden plotseling van tactiek. Zij trokken zich terug naar rustiger water en wierpen den orca van een afstand van dertig meter vijf spietsen tegelijk in het lichaam. Er klonk een geluid als van een ontploffing door de baai, de orca sprong tot boven het watervlak uit en schoot als een pijl op zijn aanvallers toe. Het volgende oogen blik bracht het einde van het drama. Een oorverdoovende slag van de rugvin verbrijzelde de kano en terstond daarop scheen het, alsof zij ontwaakte uit een angstige nachtmerrie noch van de Kogmellocks, noch van den orca viel meer iets té bekennen. Alleen bewezen de roerige wateren, dat zij niet gedroomd had, maar een verbijsterende werkelijkheid had beleefd. Haar ontzaglijke spanning brak in een wilden snik en met een flauwen kreet viel zij in zwijm. „Het is ongelooflijk, een wonder," stamelde Phil een paar uur later, angstig geschokt door het geen Mary hem met bevende stem vertelde. „Ik begrijp het niet, neen, ik begrijp het niet...." Zij stonden boven op de klippen Mary wees hem, waar het drama zich voltrokken had. „De trouwste hond had het leven van zijn baas niet dapperder kunnen verdedigen, dan de orca den toegang tot de baai," zei ze met een snik. „Ik heb er mijn leven aan te danken, Phil. Maar waarom deed de orca 't Beneden, aan den voet van de klippen, ontstond eenige beweging in het water en Phil keek ernaar met een verstrooiden blik. Doch plotseling werden zijn oogen groot van verbazing en greep hij Mary bij de hand. „Daarom 1" viel hij uit, naar beneden wijzend. Mary slaakte een kreet van verrassing langs de klippen zwom met onrustige bewegingen, alsof zij iets zocht, een twee meter lange orca-baby Zij begrepen plotseling alles de voorkeur van het orca-wijfje voor de rustige baai, het rumoer in den nacht toen het jong geboren moest zijn, de gedekte rugvin, waaronder zij haar baby bescherm de en haar roekeloos-wanhopige verdediging. De orca-moeder was bevreesd geweest voor de veiligheid van haar jong en had liever haar leven prijsgegeven, dan het aan gevaar bloot te stellen. „Moederliefde, het eeuwige wonder," mompelde Phil verbijsterd. „Wij hebben er beiden het leven aan te danken." En met een stem, waarin een ont zag klonk voor de nooit te doorgronden raadselen, waarmee het leven doorvlochten is, besloot hij „Ik wilde haar dooden met mijn laatste patroon. Wat een groot geluk dat het schot ketste."

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1934 | | pagina 21