DOOR ANDREW SOUTAR 3id geluk dex kindexen.... mmm Marita verzond den telegrafischen postwissel aan Tony, en in de week, die toen volgde, toonde zij haar dankbaarheid jegens Hunty zoo duidelijk zij het ook op een volmaakt onschuldige manier dat de huishoudster wel blind zou zijn geweest, als zij er niets van gemerkt had. Hoe verlangend wachtte zij op Tony's antwoord Zij verwachtte een uit bundig telegram, zich het geliefkoosde zinnetje van Tony herinnerend „Kan me niet schelen wat 't kost Tot haar groote verbazing luidde het antwoord, dat zij den achtsten dag ontving „Merci. Zal geld teruggeven. Brief volgt." Het maakte haar diep neerslachtig. Hunty merkte het op, en met teedere bezorgdheid vroeg hij naar de oorzaak van haar leed, maar zij vond, dat zij hem nu wel genoeg vertrouwen geschonken had. Er moest de een of andere vergissing in 't spel zijn Tony had iets verkeerd begrepen, en zij zou vroeg of laat wel gelegenheid krijgen, dat op te helderen. Toch was het erg pijnlijk, dat koele, ruwe telegram, omdat zij altijd aan Tony dacht, omdat zij voor hem zooveel onaangenaamheden had verdragen in dit huis. En het trof zoo, dat juist in dezen tijd, toen zij zoo'n behoefte had aan een beetje sympathie, de houding van juffrouw Morrison jegens haar bijna ondraaglijk werd. De vrouw was op alle denkbare wijzen onhebbelijk, en bij iedere plagerij was er een uitdrukking op haar gezicht, die duidelijk zei„Zoo, ga dat nu maar aan meneer Hunty vertellen, als je zin hebt." En inderdaad zocht Marita een beetje troost, door althans een deel van haar zorgen aan Hunty toe te vertrouwen. Opnieuw ver zekerde hij haar, dat juffrouw Morrison een oude getrouwe was, die in vroeger dagen veel voor Simon Warren gedaan had, en zich daar door onwillekeurig een beetje meer gezag aan matigde, dan haar rechtens toekwam. „Ik weet heel goed, dat u hier geen prettig leven hebt," zei hij, „maar alles, wat in mijn vermogen staat, wil ik doen, om 't u draaglijk te maken." Het was aan tafel, dat zij dit gesprek voerden, en plotseling, maar toch op een manier, die geen ergernis of argwaan in haar opwekte, zei hij, dat 't voor hen allebei wel eens goed zou zijn, als zij eens een avondje naar een schouwburg gingen. Hij had 't zelf ook nogal moeilijk gehad den laatsten tijd er waren veel haken en oogen in de zaken, die hij namens meneer Warren behartigde hij had behoefte aan wat verandering, al was het maar voor een paar uren. Marita zag, in haar meisjes-onschuld, geen reden, om de uitnoodigjng niet aan te nemen, maar de omstandigheden maakten het hun beiden onmogelijk, van Huize Crofton weg te gaan, vóór er meer dan een maand voorbij was gegaan. Intusschen deed zij haar best, trouw haar plicht te vervullen zonder klagen. Simon Warren ging niet meer zoo vaak uit als vroeger, en zij vermoedde, dat dit een uitvloeisel was van haar stoutmoedigheid, om over Tony te spreken juffrouw Morrison vergezelde hen nu altijd. Soms ging ook de knorrige boersche dienstbode mee, alsof de huishoudster vreesde, dat Marita haar zou overvallen en lichamelijk geweld aandoen. Die wandelingen werden heel onaangenaam voor Marita, want de andere twee vrouwen liepen zachtjes samen te praten en deden, alsof zij er niet bij was. Toen kwam de dag, dat zij en Hunty des avonds naar stad zouden gaan. Hij had haar meegedeeld, dat een zuster van hem zich daar bij hen zou voegen, zoodat zij niet de minste verlegenheid hoefde te voelen. Het was een zeer vermoeiende dag. Simon Warren besloot 's mor gens uit te gaan in plaats van 's middags. Juf frouw Morrison en de knorrige dienstbode hielpen hem de trap af Hunty zat in zijn studeer kamer te werken, de deur was op slot. De patiënt was erg prikkelbaar dien morgen, maar zijn prikkelbaarheid was meer tegen de huis houdster gericht dan tegen Marita. Juffrouw Morrison praatte druk met de knorrige dienst bode. Bitter sprak zij over de positie van meneer Hunty, en zij spotte om zijn gewichtigdoenerij. Marita begreep al snel, dat ieder woord, door de spijtige huishoudster uitgesproken, vóórhaar ooren bestemd was. Herhaaldelijk tikte meneer Warren tegen het raampje van TSJ/-a 4 zijn ziekenwagentje, keek hij opzij door zijn blauwen bril en schudde hij zijn blauw-dooraderde vuist tegen de huishoudster. Na de lunch ging Marita naar haar kamer, om zich voor het uitstapje te kleeden. Het was niet meer dan natuurlijk, dat zij een zekere heimelijke vol doening gewaar werd, nu zij juffrouw Morrison eens kon toonen, hoeveel verschil er was tusschen haar beider positie. Toen zij gekleed was ging zij naar beneden, naar de werkkamer van Hunty, om hem te melden, dat zij gereed was. Hij was daar niet, zij ging dus zitten om op hem te wachten. Plotseling hoorde Marita, uit een kamer, die aan het studeervertrek grenzen moest, maar die zij niet nader kende, de stemmen van juffrouw Mor rison en meneer Hunty. Klaarblijkelijk waren zij in een opgewonden gesprek gewikkeld. Marita vond het onprettig, voor luistervink te spelen, maar zij kon onmogelijk haar ooren sluiten voor de klanken, die tot haar doordrongen. Een paar malen verhief juffrouw Morrison schril haar stem dan kwam scherp en genepen de waarschuwing van den privé-secretaris „Niet zoo hard. Denk er om, waar je bent Het was juist vóór er een deur werd geopend, dat Marita door Hunty hoorde zeggen, met groote duidelijkheid, plechtig zelfs „Je doet wat je gezegd wordt. Als je een wanhopig spel speelt, moet je leeren, onvoorwaardelijk vertrouwen te stellen in je compagnon."

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1934 | | pagina 12