Ook de kanariepiet ontbreekt niet en brengt afwisseling.
tijdagen. Vroeger werd alleen getracteerd als
er koninklijk bezoek was, en dat was er nu
niet bepaald alie dagen. Thans heeft men tal
rijke keeren per jaar een „verzetje".
Het interieur van het gebouw heeft met dezen
vooruitgang gelijken tred gehouden. Eertijds
waren er zwartgeteerde muren en kleine schuif
ramen, die weinig licht doorlieten en een voldoende
luchtverversching ook wel onmogelijk maakten.
De bewoners sliepen in bedsteden en op kribben.
Thans is alles in frissche, opbeurende kleuren ge
schilderd, heeft men groote ramen, die een over
vloed van zonneschijn en versche lucht laten bin
nentreden. Op de siaap- en ziekenzalen hebben
ledikanten de bedsteden en kribben vervangen.
Aan den buitenkant is er sedert het najaar van
1784, toen de inrichting in gebruik werd genomen,
intusschcn niet veel veranderd. Het gebouw staat
er nog, zooals het in genoemd jaar tot stand kwam.
Maar het mag er dan ook zijn. Een kroniekschrijver
uit die jaren vermeldt dc stichting met deze woor
den: „De stad Middelburg is een sierlijk bouwwerk
rijker geworden, dat met den tuin een trotschen
en aangenamen indruk maakt." Daar behoeft
niets aan toegevoegd te worden. Tot op dezen
dag is het gebouw zijn „trotschen en aangenamen
indruk" blijven maken.
Veel historische wederwaardigheden vallen er
niet omtrent de inrichting te vertellen. In 1815
werd het bestuur geregeld, zooals dit thans nog
in hoofdzaak bestaateen „College van Regenten
over de Godshuizen" kreeg het oppertoezicht.
Eerst veel later, in 1864, werd door het gemeente
bestuur besloten ook een „College van Regentessen"
aan te stellen, om toezicht te houden op de huis
houdelijke zaken.
Als een merkwaardigheid zij ten slotte nog ver
meld (wij ontleenen aan de bovengenoemde rede
van den heer Berdenis van Berlekom), dat in 't jaar
1863, bij de 50-jarige gedachtenisviering van den
slag bij Waterloo, twee der verpleegden in de
gelegenheid zijn gesteld, om deel te nemen aan het
feest te Leiden, van rijkswege aangeboden aan de
oud-strijders.
mannenafdeeling
rent ki
en, een
de men
ivesting
len zich
aan was
l regen-
t in zijn
'isseliqg
:r onder
ïoester,
voor zoover zij er geschikt voor waren, aller
hande karweitjes opknappen. Stokoude
mannetjes en vrouwtjes kon men vaak
het onkruid tusschen de steenen der pleinen
zien wieden. Welk een gelukkige tegenstel
ling daarmede vormt het tafereel van den
tegenwoordigen tijd. Van corveeën is geen
sprake meer wel echter van ontspannings
avonden, die door vereenigingen worden
georganiseerd, van uitstapjes naar buiten,
van Kerstfeesten en tractaties op hoog-
Mooie herinneringen aan het feest.
Op de vrouwenzaal.