WORSTELEND ZEELAND
VAN WATERVLOEDEN
EN Dl] KV ALLEN
1000 VRIJDAG 4 JANUARI 1935
Nog een foto van de verwoestingen, die bij deze doorbraak te Vlissingen
werden aangericht.
Ook Veece had in genoemd jaar veel van het water
te lijden.
irtfïri 'tfic
Luctor et Emergo" is het bekende devies, dat
onder den leeuw, worstelend tegen de hoog
gaande golven, op Zeelands wapen prijkt. Die
eenvoudige teekening geeft zootreffendde worsteling
der Zeeuwen tegen 't steeds met vernieling dreigend
water weer. Zeker, niet altijd beschouwt de Zeeuw
die wijde watervlakte, waardoor hij aan alle zijden
omringd is, niet een vijandigen blik. Zee en rivier
lokten hem tot handel, scheepvaart en visscherij
uit. Dan is het water hem meer de vriend, die hem
hulpe biedt in den strijd om het bestaan.
Maar toch kan hij het de zee nooit vergeven, dat
zij hem feitelijk de baas is. Nauwelijks toch rijst er
buitendijks een stuk van den bodem door aan
slibbing boven het waterniveau, of met triom
fantelijken blik werpt hij er zijn dijken om en de
leeuw heft zich met fieren kop wat hooger uit de
golven, trotsch op zijn overwinning. Niemand
meene echter, dat de zee zich zoo gemakkelijk laat
overwinnen. Wat ze den leeuw op de eene plaats
noodgedwongen moet afstaan, neemt ze op een
andere, soms dezelfde plaats terug.
De leeuw moge zijn manen schudden en zijn
overwinningslied over de wijde wateren brullen,
als de zee den leeuw met hare woest bruisende
golven tijdelijk overdekt en haar meesterschap
doet gelden, brult en loeit de zee op hare wijze
haar zegelied uit, overal angst, schrik, dood en
verderf brengend.
Dat is de geschiedenis der Zeeuwen, een besten
dige worsteling tusschen hen en de zee. Zeeland is
nog niet geheel aan de golven prijs gegeven, nóg
verheft de leeuw zich krachtig boven de dreigende
baren. Hij weet wat worstelen is, hij worstelt steeds
en tot nog toe blijft hem
de eere der overwinning.
Dat dit zoo blijven moge,
welke echte Zeeuw zou dat
niet van harte wenschen
Reeds de oudste jaar
boeken melden ons van die
voortdurende worsteling.
Even noodlottig als de
St. Elisabethsvloed van
18 Nov. 1421 voor Zuid-
Holland was, was de St.
Felixvloed op den 5den
November van het jaar
f530 dat voor Zeeland.
Met name voor de Breede
Watering beoosten Yerse
ke, waar de bloeiende
Zeeuwsche stad Reimers-
waal gelegen was. Nog
twee volle uren vóór hoog
water stonden de straten
Ook in het begin van
te lijdenzooals b.v.
Kaai
Twee afbeeldingen van de eens zoo machtige en bloeiende stad Reimerswaal, gelegen voor de Breede Watering
beoosten Yerseke thans Ooster Schelde, die in de 16e eeuw door de zee werd verzwolgen.
reeds onder en rolden de woedende baren over de
kruinen der dijken.
Niet ver van de stad, bij Lodijke, bezweek dan
ook de dijk, de groote sluis werd weggeslagen, de
geheele Oostwatering liep onder en 17 bloeiende
dorpen overstroomden. In sommige dorpen had
bijna niemand gelegenheid om zich te redden.
Allen verdronken. Ontelbaar was het aantal paar
den, koeien, schapen, varkens enz., dat in den vloed
omkwam. Reimerswaal verloor naar schatting
2571 gemeten, Tolsende 1554 gemeten, St. Pieters-
polder 541 gemeten lands. Wij noemen nu alleen
de meest bekende namen. Voor de juistheid der
getallen durft de „cronijck" echter niet onvoor
waardelijk instaan, maar veel minder is het niet.
Reimerswaal kwam deze ramp nooit meer te
boven. 2 en 3 November 1532 werd de zee andermaal
door een feilen N.W.-storm zoo hevig opgejaagd,
de 19e eeuw had onze provincie van hooge watetsnooden dat het water 8 voet hoog in de kerk stond. Volgens
Vlissingen, dat bij een doorbraak van de Wijnbergsche het Archief van Reimerswaal, te Middelburg be-
gegeel overstroomde op 15 Januari 1808