diHMi er werd gesjacheerd en gesjouweld en iedereen kwam aan den kost. De tricot-invoer uit België stond natuurlijk stop. Bij de Belgen, die hierheen vluchtten, waren brei sters, die het vak jarenlang beoefend hadden. De omstandigheden toevallig zoo gegroeidwaren gunstig. 'n Paar ondernemende lui en naast „het wol- fabriek" te Hulst, de eerste groote onderneming op dit gebied in de streek, verrezen enkele kleinere be drijven. Deze bestonden uit enkele handmachines gedreven door Belgische breisters, die tevens be gonnen aan de scholing van eigen arbeidsters. De economische omstandigheden waren gunstig voor de verdere ontwikkeling dezer jonge nijver heid, zoodat deze al spoedig wat begon te beteekenen voor de streek. Vanzelfsprekend ondervond (en ondervindt) de tricotage-nijverheid een sterken terugslag tengevolge van de algemeene inzinking, die het groote wereldhuishouden meemaakt. Daarbij kwam de sterke concurrentie van België, waaraan gedeeltelijk een einde gemaakt werd door de con- tingenteerings-maatregelenTengevolge van deze maatregelen zien we plotseling het aantal fabrieken en fabriekjes sterk toenemen. Belgische firma's, die hun afzetgebied speciaal in Holland hadden, staken „de meet" over en stichtten hier een bedrijf, al staken de tijdsomstandigheden nu scherp af tegen de eerste jaren der Zeeuwsch-Vlaamsche tricotage nijverheid. Zoo werd alles tezamen deze bedrijfstak een zeer welkom middel van bestaan voor deze streken. Ver schillende honderden meisjes helpen door hun werk in de breifabriek de zorgen thuis verlichten en voor menig huisgezin vormt dit werkobject een blijvende uitkomst. Behalve kantoor- en technisch personeel werken bijna uitsluitend vrouwen en meisjes in de brei- fabrieken, waar voornamelijk kousen en boven- kleederen gemaakt worden. Dit in tegenstelling met overig Nederland, waar men zich meer toelegt op tricot-ondergoed. Zoo is het niet te verwonderen, dat er zich in Hulst en omstreken een aparte stand van breisters ge vormd heeft. „Naar het fabriek" beteekent hier „naar de breifabriek," en voor vele jongeren oefent het een bijzondere aantrekkingskracht uit. Meisjes op school hoor je al zeggen „Ik go nor 't fabriek as ik van school af zin." Dit teekent wel zeer juist den sterken inslag van deze nijverheid in de dage- lijksche gedachtensfeer van onze bevolking. Zooals ik daarstraks al zei, werd deze industrie aanvankelijk uitsluitend gedreven met handbrei machines, die tegenwoordig nog een zeer voorname plaats innemen. Daar heb je de breisters in haar elementdaar gaat de vlugge en zekere hand. Ze kennen elkanders kwaliteiten en fouten en met taaien wil werken zewedijverendwant naast drang naar meer verdiensten, leeft er in hen een sterke eerzuchtze voélen zich onder d'r vriendin nen als ze den naam hebben van ,,'n vrije", die niemand „afkan. Daai voelen ze zich baas van hun machine en spreken van „mijnen" draad en „mijn biejn", en „mijnen voet" Zoo „mijnen" ze al in hun kindertijd, toen ze praatten over „mijn pop" en „ketsebal". Tijden gaan en menschen gaan. En regelmatig draaien de spoelen rond, die in de spoelerij steeds maar vernieuwd worden. Daar staan de spoelsters draaien, draaien, altijd maar draaien. De breimachine, op het eind der zestiende eeuw reeds uitgevonden door William Lee uit Cambridge (E.), is den in loop der tijden steeds meer en meer geperfectionneerd Zoo ontstonden naast de handbreimachines de automatische rondbreimachines, waar in de kette- larij de kousen voorloopig hun afwerking vinden. Het onverstaanbaar woordje kettel komt van „kertel", wat zoom beteekent. Verder zijn daar de moderne cottonkousen-ma- chines (cotton is katoen) waar vernuftige vinding nijvere handen vervangt. De opraapster treurt daar echter niet om en ver diept zich niet in werkverschaffingsproblemen. Ook de Jacquard- en Raschelmachines geven een moderne tint aan het interieur der breifabrieken. Volgens het jacquard-principe worden meerderen en minderen automatisch geregeld en de kleuren naar een aangegeven patroon automatisch inge schakeld. En als dan eindelijk de kousen kant en klaar zijn, komen ze in de vormerij, waar ze gemodeleerd worden. De pakkerij en expeditie doen de laatste duitjes in het zakje. Zoo gaan de producten dezer typische nijverheid heel ons land door. En de koopers hebben er geen flauw begrip van, dat de kleur hunner kousen door de Zeeuwsch-Vlaamsche breisters met zulke typische namen aangeduid wordt als muizenkleur, peper en zout kleur, kallesei-kleur, enz. En weten de draagsters van skisokken, dat de breisters deze producten aanduiden met de liefelijke Dan zijn er de moderne cottonkousen-machines, naar vernuftige vinding nijvere handen vervangt. De opraapster treurt echter niet.... namen van siek sokken (siek beteekent pruim) of hanepooten 1 Zoo leeft de humor tussclien het gedraai en geraas en gegons. En als 's avonds de fabrieksdeuren opengaan klinken luidruchtige stemmen. Dan zeggen de men schen „Het fabriek is uit. We gaan eten." En de velden droomen in den avond. donker en stil. En rustig rijzen de silhouetten der fabrieks gebouwen verlaten nu. Zoo keeren en gaan de dagen En wachten op betere tijden, ook voor de trico tage-nijverheid. Daar staan de spoelsters en draaiendraaien de vol. Op de Jacquard-machine worden meerderen en min deren automatisch geregeld en de kleuren naar het aangegeven patroon automatisch ingeschakeld.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1935 | | pagina 3