BIJ DE HOLLANDSCHE WIELERKOLONIE IN DE SCHELDESTAD t 'Tie talrijke onoverdekte wielerbanen in ons land houden momenteel hun winterslaap. Verlaten liggen zij en zelfs de schilder en timmerman wachten nog even met de noodige herstellingen. Wie echter niet slaapt, dat is de wielrenner zelf. Wel zijn de trainingsmogelijkheden voor de baan- racers in Holland uiterst miniem, omdat overdekte banen ten eenenmale ontbreken, doch de wielrenner weet dat hij het winterseizoen niet ongebruikt kan laten, zelfs al valt er tijdens dit jaargetijde niets voor hem te verdienen. Vroeger was het slechts aan enkele zeer prominente renners gegeven voor hun training gebruik te maken van de banen te Brussel of te Parijs. Tegenwoordig heeft Antwerpen een prachtige overdekte baan en het is hier, dat vele jeugdige renners gelegenheid hebben gezocht, zich te bekwamen. Antwerpen ligt voor het meerendëel der mannen van de race fiets niet ongunstig, daar onze Zuidelijke provinciën een groot contingent renners leveren. Wij hebben, gewapend met het fotoapparaat, aan de Hollandsche kolonie in het Antwerpsche Sportpaleis een bezoek gebracht. Vele indrukken deden wij daar op in het machtige gebouw te Merxem, welke echter worden overheerscht door deze „De Hollandsche renners werken hard, heel hard, om Belgische en Fransche concurrentie het hoofd te kunnen bieden." Niet allen krijgen zij van de bestuurderen van het De Vlaamsche wegen zijn niet altijd sehoon. Vaak gebeurt het dat de renner er na zijn ochtend- rit rijk voorzien is van modder- Eollandsche wielrenners trainen in de Scheldestad. Kiekje van groep bekende rennersdie thans in Antwerpen goede bekenden zijn Als de wielrenner niet fietst eet hij. Er wordt in de Scheldestad uitstekend voor hem gekookt. Hollandsche kamp. Wij zeiden het reeds, men werkt er hard. Natuurlijk tracht iedereen hierbij het beste te bereiken, doch wij hebben van een zoo licht te verkrijgen animositeit onder de concurrenten niets gemerkt. Integendeel, men apprecieert eikaars capaciteiten. Een genoeglijke en kameraadschap pelijke sfeer is hier het gevolg van. '8 Morgens half acht of acht uur is het als regel dag. „Is er post t" is meestal de morgengroet. Of deze belangstelling nu voor 100% familie liefde is, weet ik niet, doch wel heb ik opgemerkt, Sportpaleis direct de kans om zich met de „groote krachten" te meten. Velen zullen zelfs moeten wachten tot het a.s. voorjaar, om het Nederlandsche publiek te kunnen toonen dat zij den winter niet in ledigheid hebben doorgebracht, doch integendeel door een harde training geduchte vorderingen hebben gemaakt. Er lieerscht een goede kameraadschap in het Holland rijdt uit. De Nederlandsche jongens vertrek ken voor hun morgenrit op den weg.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1935 | | pagina 6