"'."■■■Ill ^J~ÏMmEBÊÊBÊBUÊtÊI^£HBnBHUÈBÊÊÈ De nieu we toevoer van kolen voor het bunker station, waardoor etn steeds wisselende be drijvigheid in de haven heerscht. Het oliebunkerstation in de haven, dat pas in gebruik werd ge nomen en waarvoor nog een 6-tal tanks bij de haven moeten worden gebouwd. nabijheid van tal van groote scheepvaartroutes. Al leen reeds uit dien hoofde moet het als bunkerstation van groote beteekenis kunnen worden. De praktijk wijst dat trouwens uit. Meer en meer dringt tot de groote buitenlandsche reederijen door, dat er hier een bijna unieke gelegenheid bestaat, om kolen of olie in te nemen. Het kost vrijwel geen tijdverlies, om deze buitenhaven even aan te loopen. Geen gedoe met sluizen en geen langdurig gesleep van sleepbooten. Men valt even binnen, wordt in een minimum van tijd van de rioodige brandstof voor zien en kan de reis voortzetten. Er valt niet aan te twijfelen, dat als bunkerstation in elk geval een toe komst voor Vlissingens nieuwe haven is weggelegd een haven, die het geheele jaar door ijsvrij is. 't Een brengt het ander mee. Bedrijvigheid schept bedrijvigheid. Het zou al heel raar moeten gaan, als ook uit anderen hoofde de haven geen klandizie kreeg voor 't lossen en laden van kunstmest en vruchten b.v. en in 't algemeen van aan bederf onderhevige waren (vlugge transportmogelijkheid naar Engeland). Men vergete hierbij niet, dat Vlis- singen tenslotte een achterland heeft, dat er mag zijn en dat er op zijn beurt zeker niet slecht hij zal varen, als 't zich meer en meer op de stad aan den Schelde- mond oriënteert. Langs de haven liggen dan nog uitgestrekte in dustrie-terreinen, speciaal geschikt voor „diepwater- industrieën," d.w.z. voor fabrieken, waarvoor de grondstoffen met zeeschepen moeten worden aan gevoerd. Welk een besparing van kosten, die grond stoffen zoo uit de schepen in de opslagplaatsen te kunnen brengen Men moet de dingen nooit te beperkt zien. Het belang van Vlissingen is in laatste instantie ook een nationaal belang. Het bezit van een goed geoutil leerde haven aan den Scheldemond zal in algemeenen zin het aanzien van ons land ten goede komen. Men zou 't zoo kunnen zeggen, dat de natie op die wijze zich het bezit der belangrijke Westerschelde waar dig toont overwegingen van strategischen aard dan nog buiten beschouwing gelaten. Het beheer van de nieuwe haven is met deze nationale denkbeelden als 't ware in overeenstemming. Van de N.V. Haven van Vlissingen, waarvan de stichtingsacte op 21 April van 't vorig jaar werd geteekend, bevinden zich de aandeelen voor 1/3 in handen van 't Rijk, voor 1/3 in handen van de ge- Een. overzicht van de ligplaats der provinciale stoombooten en van de booten der Maatschappij Zeeland. meente Vlissingen en voor 1/3 in handen van een groep belanghebbenden (provincie Zeeland, de Nederl. Spoor wegen, de Kamer v. Kooph. voor de Zeeuwsche eilanden, de maatschappij „De Schel de" en de S.H.V.). In den Raad van Commissarissen heeft elke groep drie ver tegenwoordigers. President- commissaris is burgemeester C. A. van Woelderen; secre taris mr. P. Dieleman te Middelburg. Als directeur van de N.V. fungeert de heer M. C. van Hall, een energieke kracht, bij wien de behartiging der belangen naar reeds ge bleken is in zeer goede handen berust.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1935 | | pagina 17