FLIRT MET DE LEEUWIN DE DUITSCHE ZWEMKAi OTTO KEMMERICH MET 2 i". 20 IV. Hij was royaal zij coquetteerde hij vloog er in zij consumeerde; haar lange tong ging om en om de liefde bleef een poosje stom. I. Maakt kennis met de schoone Lea, uit 't binnenland van Ras-el-Mea, van poolenneus en ooren schoon, het dons der jonkheid op haar koonl II. Zij liet den boerschen Leo schuiven: die kon niet kussen zonder snuiven; zij viel met opgetogen bek een kloeken Duitscher om zijn nek. III. Hij streelde haar de gele kaken en wou graag nader kennis maken, fV en op der jongelieden wijs J* brak hij met porties ijs het ijs.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1935 | | pagina 20