Henderson, ik kom je op het oogen- blik een ontzettenden dienst vra gen je moet bellen „Wat Moet ik bellen V' „Ja je moet de weddenschap verliezen tenminste oogen- sehijnlijk. Je krijgt al je geld, zelfs 1000 Pond meer binnen enkele waanden. Voor het oogenblik ben ik geruïneerd „U geruïneerd t" ,,Ja mijn jongen, ik heb een groote kans op geluk gewaagdik heb alle tinmijnen ter wereld op gekocht. Ik kan het betalen, maar rljet als ik nu aan jou die 20.000 Pond direct moet uitkeeren. Je loopt niet het minste risico. Heb slechts even geduld James barstte in een zenuwachtig lachen los. „Wat heb ik daarmee te maken, Mr. Halifax 1 hebt nog geld genoeg. Bezittingen, kunstschatten, paarden en auto's om de wedden schap te betalen „Dat weet ik wel. Maar de buiten wereld mag niet het minste ver moeden hebben, hoe het er bij staat, dan is mijn positie hopeloos. Ik mag en kan nu niets verkoopen. En als je nu niet direct op de elec- trische schel drukt, zal ik geweld moeten gebruiken. Er zijn massa's meuschen boven, die erop wachten mij de cheque te zien teekenen. Als ik je het geld moet betalen ben ik een verloren man." Het gezicht van James Henderson kreeg een staalharde uitdruk king „Beseft u dan niet," riep hij met een vreemde, schorre stem uit „dat ik dit jaar onmenschelijk geleden heb Ik heb volgehouden hoe durft u mij nu met een der gelijke vraag aan te komen „Maar ik geef je mijn eere woord, dat ik 't geld. vermeerderd met 1000 Pond, binnen enkele maanden terug zal betalen, direct als ik weer meester over de markt ben." „Misschien bent u morgen al failliet „Misschien, neen zeker, als je geen medelijden met me hebt „Ga weg van hierAlles wat ik beloven kan is, dat ik het geheim van uw positie zal be waren „Zoo dus jij wilt mijn ondergang. Idioot, die ik was om op mijn knieën te vallen. Dan zal ik zelf bellen en jij zult daar nooit een woord over reppen „Bellen? Eruit zal ik je gooien en...." Halifax wierp zich op den gevangene. Er ontstond een wanhopig, kort gevecht. Hijgend vochten zij. De gevangene was uitgeput, doch hij slaagde er nog in Halifax op tafel te smijten. De tastende hand van Halifax viel op het mes, dat de gevangene bij het eten gebruikt had en drukte 't in Henderson's borst. James opende wijd zijn oogen en mond. Een oogenblik zwaaide hij met zijn armen in de lucht en viel toen op den grond. Het werd stil. Halifax herstelde zich en op hetzelfde oogenblik besefte hij wat hij gedaan had. Maar beter deze jongeman dood dan hij een ge broken man. Niemand zou hem naar boven zien komen. Hij zou bellen En op het oogenblik dat men vanaf het laboratorium naar beneden zou komen, zou hij reeds in zijn studeerkamer zitten. Vlug Hij drukte verscheidene keeren op 't knopje - en snelde toen weg. Eenige minuten later verscheen Halifax in de ontvangzaal, waar zijn gasten van verleden jaar wederom bijeen waren. „Ik ben te uwer beschikking," zei hij. In optocht volgde men hem. Een der eersten, die achter den millionnair liep, was Evelyn Liardet, gekleed in een elegant Parijsch avondtoilet. en viel toen op den grond. Beneden gekomen, verklaarde Halifax, nadat hij de eerste deur geopend had en op die met het tralie werk wees „En deze deur, mijne dames en heeren, is sinds een jaar niet meer geopend geweest Daarop duwde hij de deur open. Men drong zich om hem heen, doch oogenblikkelijk ging er een kreet van schrik op, bij het zien van het bebloede lichaam. Evelyn viel in zwijm en men moest haar weg dragen. Dokter Eric Bellamy knielde bij het lichaam neer „Alles is nog niet voorbij. Zijn hart klopt nog zwak. Er is nog hoop Toen, in de angstige, spannende stilte welke nu volgde, zei lord Harford tot Halifax „Dan heeft deze jongeman de weddenschap gewonnen. U zult het geld aan hem of zijn erfgena men moeten uitbetalen." „Ja dat zou eerlijk zijn, mijn beste Harford, indien hij niet gebeld had Maar weinige minuten voordat zijn laatste uur verstreken was, heeft hij ongetwijfeld in dezelfde vlaag van waanzin ge scheld 1" De beide mannen, die in het laboratorium de wacht hadden gehouden, traden nu naar voren. „Is het niet zoo, Roberts Martin De gevangene schelde, ik kon het duidelijk in mijn studeervertrek hooren „Neen, meneer, hij heeft niet gebeld „Wat t" „We hebben niets gehoord en het apparaat heeft niets geregistreerd." Een luid gemompel steeg onder de gasten op. „Je hebt eerlijk verloren, Halifax meende graaf Danford. „Neen, nietwaarOf deze menschen hebben gedroomd of ze staan te liegen De beide mannen stonden juist op het punt tegen deze beschuldiging op te komen, toen Halifax hen toebrulde „Ja idioten ja Er is gebeld En jullie hebt het gehoord vast gehoord leugenaars. Ik weet het zeker ha-ha-ha. want ik - ik was hetzelf die belde 1" „U „Ja, ik Maar nu zie ik het. kijk. n aarhet plafond Hij heeft de draden doorgesneden. Men kon niet meer bellen Ja - ja - heeren, Henderson heeft het gewonnen Ja - hij heeft gewonnen, omdat ik meende vreemde stemmen te hoorendaarom stemmen in de lucht. ha-ha-ha-ha-!" Hij barstte in woest lachen uit. Op bevel van dokter Bellamy werd de krank zinnig geworden Halifax door de bedienden weg gevoerd. Op dit moment kwam James tot bewustzijn. Hij opende zijn oogen en riep om Evelyn. „Kalm, mjjn jongen Dadelijk mag ze komen. ^Binnen twee weken ben je weer de oude James Henderson," zei dokter Bellamy hartelijk. „Heb ik gewonnen „Ja dat heb je antwoordde men in koor. Een week later werd door de zakenwaarnemers van den voormaligen millionnair Halifax de som van 20.000 Pond sterling aan James Henderson en zijn aanstaande vrouw Evelyn Liardet op het kantoor van een notaris in contanten uitgekeerd.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1935 | | pagina 23