DE KONING
WOLKENKRABBERS
zo
KLIMT u een» de trap op naar de vierde ver
dieping in een warenhuis of een stadswoon-
huis. Als u boven bent, even rust, hijgend
misschien, denkt u dón in, hoe hoog het
hoogste gebouw ter wereld is de hoogte, die u
geklommen bent, zesentwintig maal boven elkaar
Maar in New York hoeft u natuurlijk geen trappen
te klimmen. De lift is in de Amerikaansche hoofd
stad een even gewoon gemak, als het theeschoteltje
in uw huiskamer. Anders overleden allen, die in
het zakenkwartier van New York werken, op jeug
digen leeftijd aan een afgemarteld hart
Reeds in 1889 was het eiland Manhattan, centrum
en zakenbuurt van New York, te klein, al bedraagt
ook de oppervlakte vijfenveertig vierkante kilo
meters. Als een eiland vol is, is het vol, en moet er
dan nog meer bij, dan moet men het in de hoogte
zoeken Dat deed men. Het kón de bodem bestaat
uit rotsen, kan dus iedere zwaarte dragen. En men
begon in 1889 werd er 11 verdiepingen hoog ge
bouwd, in 1903 werd met 32 verdiepingen een
hoogte van 162 M. bereikt, in 1925 droeg het Wool-
worth-gebouw de kroon, 264 M. van den grond.
De Eiffeltoren alleen was hooger. En die werd in
1931 óók verslagen op de plaats van het vroegere
Waldorf-Astoria-hotel was het Empire State Building
opgetrokken102 verdiepingen steken daar nu
320 M. in de luchtIn die vergadering van reuzen,
die Manhattan heet, is er één koning, wijl hij onder
die reuzen zélf weer een reus is
New York voelde zich na den oorlog. De zakenlui
konden verdienen, wat ze wilden. Daar moest op
gebouwd worden In 1929 begon een N.V., met den
bekenden All Smith als president, aan den bouw
van den oppersten wolkenkrabber. Kantoren kun
je altijd verhuren, dacht All Smith, dus zoo'n
brandt, dan vervangt hij het
door een nieuw lampje. Met
dien arbeid is de man van Maan
dag tot Zaterdag bezig, en aan
staanden Maandag begint hjj
weer van onder af aan
Er huizen in. die stad natuur
lijk tal van bedrijven. Menschen
suizen met de geluidlooze liften
van den kapper naar den
boekhandelaar, of zij loopen
door een lange gang van mar
mer en verchroomd staal, om
na een aankoop van bonbons
den winkel op te zoeken, waar
souvenirk aan dit toeristen
oord verkocht worden. Onge
veer al zijn boodschappen kan
men in dit eene gebouw afwer
ken.
Op de 82ste verdieping een
restaurant, natuurlijk. Loopt
men rond over de galerij, dan
geniet men een aanblik, zooals
de wereld er geen tweeden kan
aanwijzen. Men ziet de stad, de
wolkenkrabbers en de buiten
wijken, de straten en de rivie
ren en de omgeving, alsof
men in een vliegtuig zat. In den
avond vooral, bij duisternis,
als er een zee van lichtjes
opgolft, verdringen zich daar
de menschen aan de kijkers,
om zich te verbazen en te
bedwelmen in den aanblik der
reuzenstad.
Dat is de toren van Babel
der twintigste eeuw.
bagatel van 40.000.000 dollar kunnen we bést in
dat pandje steken
Hoe slim de man ook was, profeten-oogen had hij
niet. Misschien had hij zich een kwartiertje langer
bedacht, als hij het grijze spook van de crisis had
zien aankomen, óók op Amerika af Hij heeft het
spook met de holle oogen niét gezien, of hij heeft
het tóch gewaagd het gebouw staat er, en zoo
het als kantoorgebouw misschien zijn rente niet
opbrengt, het komt al een heel eind ver als beziens
waardigheid. Er komen dagelijks veertigduizend
menschen in dezen wolkenkrabberEn wie wil
doordringen tot in den observatie-toren, die moet
een dollar betalen. Alleen langs dezen weg komt er
jaarlijks een inillioen dollars in het laatjeNee,
de heer All Smith zal nog wel niet failliet gaan
Er wordt wel voor gekker dingen entrée betaald,
dan voor de bezichtiging van dezen steenen reus,
die best een overeind staande stad mag lieeten, met
menschengewriemel eindeloos, met spoorlijnen en
telefoon- en telegraafnet. Aan telefoon- en telegraaf
draad zitten er drieduizend kilometers lengte in
het gebouw De spoorwegen staan loodrecht, en
worden bereden door liften, 67 stuks Zevenenzestig
spoorlijnen 1 Er loopen boemel-, snel- en bliksem-
treinen liften, die aan iedere etage stoppen, andere,
die slechts om de tien verdiepingen een station
hebben, en een bliksemtrein, die in één minuut
tijds omhoog schiet van den beganen grond naar de
honderdste verdieping.
Wilt u nog duidelijker weten, wat er in zoo'n
stad omgaat, praat u dan eens met den „peertjes-
kijker". Dat is een beambte van de electrische
centrale, en hij vult zijn werkdagen met rondtrekken
door het gebouw, kamer in, kamer uit, om de oogen
op te slaan naar de lampjes. Ziet hij er een, dat niet