29 uit den trog had getrokken, verwerkt. Hij moest nu eenige krachttoeren vertoonen 'n spijker met één vuistslag door 'n plank drijven, 'n ketting, die om zijn bovenarm was gelegd, laten springen door de werking van zijn spieren. De aanwezige mannen werden uitgedaagd tot een bokswedstrijd, maar niemand meldde zich. En hiermee was de voor stelling afgeloopen. Het publiek verliet ontevreden, mopperend de tent. Marion ging op het podium, en Gunnar volgde haar ontevreden en ietwat zenuwachtig. „Hallo," riep Marion, „is hier iemand „Ja kraste de oudachtige vrouw. „Mama Bing. Wie wil me spreken „Een dame uit New York." Het gordijn week mama Bing verscheen met een vet lachje. „Waar mee kan ik u dienen „We wilden Malle Draai graag nog eens zien," zei Marion. „0, graag," zei het wijf en zij stak haar roode vuile hand uit. Gunnar gaf haar een dollar. „Wilt u maar meegaan De twee volgden haar de tent uit, door een smal weggetje naar een gelen kermiswagen achter de tent. Er was een soort veranda aan den wagen gebonden, door stokken gesteund. Tusschen een paar hangplanten en een leege vogelkooi bengelde een geel gloeilampje als een vermoeid oog. Marion beklom het trapje en nam plaats op den stoel, die haar aangeboden werd, den eenigen. Mama Bing liet zich neervallen op een canapé van rood pluche, die kraakte onder haar gewicht. De wagen hing vol plaatjes en prullige reis-souvenirs. Boven het roode tafelkleed hing een electrisch gemaakte oude petroleumlamp. „Hoe komt u aan Malle Draai heeft hij geen betere tijden gekend vroeg Marion. „En of daar komt mijn man aan die zal 't u wel vertellen. Hij kan 't veel mooier dan ik." De man, die voor de tent had staan schreeuwen, naderde, gevolgd door het dier-mensch, dat tastend langs den wand van den wagen ging en zich achter in den wagen op een matras liet neervallen. Hij deed krampachtig de oogen dicht, alsof hij ze nooit meer openen wou. Toen keek hij weer op en bezag eerst Gunnar, toen Marion. Menschelijke bewon dering, en niets dierlijks sprak er uit zijn treurige oogen. „Meneer en mevrouw willen de geschiedenis van onzen jongen graag hooren, Bing," zei de vrouw. Bing keek zijn vrouw vragend aan. „Ze hebben al betaald." „Nou enfin, 't is een heel eenvoudige korte ge schiedenis. Drie jaar geleden gingen we met onzen wagen naar Rockaway. 't Was al laat in den avond, en toen zagen we een man op 't strand heen en weer loopen. Opeens liep hij als een gekke 't water in met zijn jas aan en zijn hoed op notabene. Die jas kun je nog best laten vermaken, dacht ik. Ik wachtte, tot hij flink onder water had gelegen, en toen haalde ik 'm er uit. Ik zag, dat 't een knappe jongen was met een gouden horloge en zoo. Ik heb 'm een poosje geschud, en zijn mond ging open. Er kwam water uit, maar praten deed ie niet. Heeft ie nu nóg niet gedaan. Hij kon niet praten en niet hooren en niet denken hij is geen mensch, hij is liet grootste verviel hij weer in zijn van buiten geleerde rede. „Ja, ja," weerde Marion af. „Wat hebt u met hem gedaan „We hebben er een mooi nummer van gemaakt hij was erg gewillig of liever, hij heeft geen wil. Hooi eet hij natuurlijk alleen op 't tooneel. Hier krijgt hij net wat wij eten. We zijn zoo kwaad niet." Bing klopte zich op de borst en deed zijn boord af. „Nou, da's zoowat alles. Hij is verschrikkelijk sterk. Als hij aan 't boksen slaat...." Marion keek naar den stakker, die zijn oogen niet van haar had afgewend. Gunnar zei knorrig „Dank u wel, meneer Bing. 't Was erg interessant. Zullen we gaan, Marion Ik heb er genoeg van." Hij wierp nog twee papieren dollars op de tafel. Mama Bing boog dankbaar. Gunnar deed de deur open daar kwamen drie gedaanten het trappetje op. Marion en Gunnar deinsden terug. Het waren de drie Japanners. „Wat moet je bier?" riep Bing dreigend, toen de drie den wagen binnenkwamen. „Bek dicht," riep de voorste Japanner en hij gaf den kermisgast een lichten slag met de vlakke hand tegen de kin, zoodat hij wankelde en omtuimelde. Mama Birig sprong schreeuwend op en keek in den mond van een kleinen browning. Sidderend liet zij zich weer op het roode pluche vallen. „Zoo, juffrouw dr. Veldhammer en meneer Skrom- berger nu komt u. 't Leuke spelletje is helaas ernstig geworden, 't Spijt ons wel, maar we moeten onze opdracht uitvoeren." Marion was vuurrood geworden, toen zij besefte, dat zij overrompeld was. Gunnar was doodsbleek. „Wat wilt u van ons vroeg Marion rustig. „Heel weinig de pijlring heeft 't u al meermalen gezegd," zei de voorste Japanner, en hij glimlachte even vriendelijk als de andere twee, die ook beiden een revolver in de hand hielden. „De expeditie opgeven zeker „Ja u teekent allebei dit bewijsje, dat we in de kranten zullen zetten dat u namelijk morgen terugkeert naar Europa." De Japanner legde twee met de machine geschreven verklaringen op tafel. Er zaten twee reisbiljetten aan gehecht. Daarop wees de Japanner. „En hier hebt u namens den pijlring vrijen over tocht naar Cherbourg meer kunt u niet van ons verlangen." „Ik teeken niet," riep Marion. „Wij moeten er op aandringen, dat u teekent, want vertrekken doet u toch. De Resolute vertrekt morgen om twee uur. Als u niet toestemt, brengen we u op 't schip. Daar staan we voor in. U zult uw oom daar ook treffen." „Wat een brutaliteit Denkt u, dat ik me laat dwingen, om aan boord te gaan I kunt me toeli zeker niet gebonden 't schip opdragen Er is politie aan de pier. Denkt u, dat ik zoo onnoozel ben f" „De pijlringbende heeft overal relaties. Als u niet te voet gaat, wordt u zeer zeker gedragen maar dan niet langs den passagiers-ingang natuurlijk." „Ik onderteeken nietriep Marion en zij wou naar de deur. De Japanner hield haar bij den pols vast. Hij gaf zijn handlangers een wenk en zij namen Gunnar tusschen lien in, gaven hem een vulpen. Hij keek Marion aan. „Je onderteekent niet," siste zij. „U onderteekent wel In 't hotel komt u toch niet meer terug. Wij zullen uw bagage wel halen. Morgen brengen we u aan boord. En nu opschieten we hebben geen tijd meer." „Misschien gaat 't zoo gauwer," zei een der schur ken, en bijhield den mond van zijn revolver tegen Gunnar's slaap. Marion en mama Bing gaven een gil van ontzetting. Gunnar kromp ineen en zette snel zijn naam. „Een handteekening onder dwang is niet geldig," mompelde Marion. „Dank u voor ons geldt ze wel. Breng meneer in den wagen," zei de Japanner glimlachend, en hij stak de onderteekende verklaring bij zich. De twee anderen voerden Gunnar weg. In de deur opening draaide hij zich nog even om en zei wee moedig „Dus tot ziens, morgen op de Resolute."

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1935 | | pagina 29