DE BENGAALSCHE LANSIERS De beide officie ren (Gary Cooper rechts en Franchot Tone links) zijn als kooplieden ver- monul de vesting van Khan binnen gedrongen om te trachten hun jon gen vriend te be vrijden. door de legerleiding gevoerd moet worden met de verschillende stamhoofden die recalcitrant zijn. of die niet direct tot het Britsche Rijk behooren. l)e Bengaal8che lansiers is een sierlijk regiment, vooral wanneer men in groot tenue is en bij den Emir op bezoek gaat. De sierlijkheid blijkt echter een dekmantel voor moed te zijn dat ervaart men eerst later, wanneer de twee kameraden erop uit trekken om hun gevangen collega te gaan l>evrijden. Prachtig geteekende kerels zijn dat, die twee. OogeiiBchijnlijk liggen ze steeds met elkaar overhoop, doch in werkelijkheid zijn ze zoo aan elkaar ver knocht, dat de een den ander bewusteloos slaat, om zelf een gevaarlijk plan, waarbij hij het leven inschiet, ten uitvoer te brengen. Een dergelijke film doet dan ook nog iets anders dan alleen vermaken. Zij kan onzelfzuchtige, verdraagzame karakters kweeken. althans een steentje daartoe bijdragen. En van dit soort films zijn er niet te veel. IN de reeks, slappe, weeïge, vaak onrijpe films van den laatsten tijd. is deze pittige, sterk gespeelde en goed gebouwde Paramount-film een wel komeafwisseling komen brengen. Er was behoefte aan een dergelijke film. niet juist aan deze, natuur lijk, maar aan een film met een dergelijke ruggegraat. die behoudens de verschillende kwaliteiten, welke zij bezit, ook nog sterk weet te boeien en een vol maakte sfeer schept. De film verhaalt ons ongemerkt van de heldendaden van twee officieren (Gary Coo per en Franchot Tone) doch daar tusschendoor maakt men kennis met de sluwe politiek, welke De Emir heeft den kolonel en zijn staf voor een feest geïnviteerd. Het stamhoofd Khan (tweede van links probeert den kolonel (tweede van rechts) in een valstrik te lokken. Gary Cooper verdekt opgesteld onder twee zijner vijanden.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1935 | | pagina 34