I
of liij zoo zou gaan huilen hij voelde zich benard
door de noodzaak, een beslissing te nemen een
beslissing, die heel makkelijk zijn ondergang kon
zijn. Hij schudde droevig het hoofd en keek Hilda
smeekend aan.
Toen kwam Kccles, die zich tot nu toe op een
afstand had gehouden, met een idee.
„U vindt 't misschien een zonderling voorstel,
juffrouw," zei hij, „maar Robert, de nieuwe huis
knecht, heeft wat verstand van schilderijen hij is
in Engeland in een huis grootgebracht, waar ze
een heel mooie verzameling hebben. Zou u er iets
aan hebben, als hij even kwam kijken T"
Truesdell begon minachtend te glimlachen om
zoo'n idee, maar toen hij zag, dat het juffrouw
Howard wel aanstond, gaf hij aan het lachje een
uitdrukking van blijde toestemming, en snel werd
Robert uit den tuin geroepen, waar hij bollen aan 't
poten waB. Hij kwam zóó van zijn werk binnen,
in zijn hemdsmouwen, met blooten hals, het blonde
haar in wanorde, zijn armen zwart van de aarde uit
meneer Howard's tuin, met een paar grove linnen
handschoenen aan.
Hij luisterde stil en aandachtig, toen Hilda hem
het geval uitlegde toen nam hij het doek en ging
ermee naar het licht, dat door de voordeur binnen
viel. Daar bleef hij het staan bekijken, en het licht
scheen door zijn haar hij zag er prachtig uit, dacht
Hilda, prachtig. Hij keerde het doek voorzichtig
om en bestudeerde den achterkant.
Hiermee was voor den Italiaan de maat vol
hij griste Robert het doek uit de handen, en zei
in 't Italiaansch, dat hij zoo'n meesterstuk niet liet
bevuilen door een kerel met modderhanden.
„Mijn handen zijn schoon," zei Robert tot Hilda.
„O, ken je Italiaansch
Robert zag de pijnlijke uitdrukking van Eccles'
gezicht en antwoordde „Zóóveel heb ik er wel van
verstaan, juffrouw ik ben vroeger in Londen in 't
Italiaansche gezantschap geweest."
„Wat denk je van 't schilderij
„Ik weet heel zeker, dat 't geen Luini is. 't Lijkt
me een achttiende-eeuwsche copie van een van zijn
werken of misschien van een Leonardo."
„Is 't twintigduizend dollar waard t"
„Heel zeker niet."
Truesdell liet een soort gekreun hooren. „Wat
moet ik dan doen f" klaagde hij.
Hilda keek Robert aan, en deze zei „U moet
in geen geval zoo'n bedrag voor dat schilderstuk
betalen."
„Nee," zei Hilda, „niet betalen, Truessie. Ik neem
de verantwoordelijkheid op me. Kijk eens, als we
betalen, en 't schilderij is niet echt, heeft mijn oom
twintigduizend dollar verloren. Betalen we niet,
en 't schilderij is echt, dan heeft hij in ieder geval
zijn twintig mille nog."
Truesdell's heele gezicht klaarde op. „Dat is
zeer waar, juffrouw Howard. Ik had 't nooit zoo
scherp kunnen zeggen."
Toen de Italiaan de beslissing vernomen had,
werd hij opnieuw door een vlaag van woede aan
gegrepen. Hij vertrok, scheldend en dreigend
toonde een teleurstelling, die men niet verwachten
zou, na zijn bewering, dat hij zijn waar vijfmaal
zoo duur kon verkoopen. Robert ging den tuin
weer in, en Truesdell zei angstig„Ik hoop maar,
dat we goed gedaan hebben, juffrouw Howard."
„Dat hebben we heel zeker," zei Hilda zij gaf
Eccles een knikje en ging naar huis.
Zij had het luchtig genoeg gezegd, maar nauwe
lijks was zij het huis uit, of haar overtuiging begon
te wankelen. Haar oom was lang geen makkelijk
mensch, en had nooit anders dan een rijk, egoïstisch
vrijgezellenleven geleid, wat hem niet toegeeflijker
had gemaakt tegenover de fouten van zijn onderge
schikten. Hilda had wel gezegd, dat zij alle verant
woordelijkheid op zich nam, maar zij begreep heel
goed, dat zij daar de kans niet toe zou krijgen. Als
zij een fout begaan hadden, zou de toorn van haar
toen nam hij het doek en ging ermee naar het licht
13
oom niet op haar, maar op Truesdell en op Robert
neerkomen. Zij begon te wenschen, dat zij haar
mond maar gehouden had, net als Eccles de
wijze, ervaren Eccles.
Aan de deur van haar huis trof zij haar moeder,
die juist uit een auto stapte. „En, moeder, hebt u
de Maya's tot in hun hol kunnen volgen 1"
„O kind, op die verdieping ben ik niet eens ge
weest Da's 't vervelende van museums. Ik ben
even naar de banen der hemellichamen blijven kij
ken, en toen heb ik er den heelen morgen mee zoek
gebracht. Weet je ook, of we een leerboek der ster
renkunde in huis hebben
Het kostte Hilda moeite, haar moeder van het
terrein der zonnewegen af te houden, maar zij wist
toch wel zooveel attentie af te dwingen, dat zij ver
tellen kon, wat er gebeurd was. De hongerige geest
van mevrouw Howard greep en slikte de feiten als
een inktvisch. Onheilspellend schudde zij het hoofd.
„O moeder," riep haar dochter uit, „vindt u,
dat ik er buiten had moeten blijven?"
„Je was zedelijk verplicht, om je er mee te be
moeien, vind ik maar de mensclien zijn je nooit
dankbaar, als je him domheid aan de kaak stelt."
„Bedoelt u, dat oom Beach 't toch wel gekocht
kan hebben, al is 't niet echt
„Ik zal je één ding vertellen. Ik heb dien schilde
rijenkenner meneer Porteus, waar hij zulke dikke
vrienden mee is, eens hooren zeggen, dat hedendaag-
sche copieën van oude meesters wel zoetjesaan den
naam „Beach Howards" zouden krijgen. Ze zijn
er kwade vrienden om geworden, maar 't is weer
bijgelegd. Weet je, hoe 't zit Als hij 't gekocht
had, en in de galerij opgehangen, zou niemand hem
ooit verteld hebben, dat 't geen echte Luini was
maar nu altijd verondersteld, dat hij 't gekocht
heeft natuurlijk weten jij en ik en nog deze of
gene, dat hij een verkeerden greep gedaan heeft.
VERVOLG OP PAGINA 40