eMARION'S GROOTE AVONTUUR DOOR MAXIMILIAN BERND ACHTSTE VERVOLG DE regeerings-vertegenwoordiger, een zekere William C. Ottakee, verklaarde, dat de concessie tot het opzoeken van den meteoor door den dood van den professor ver vallen was. Marion schrok en werd bleek. Felix Veldhammer bracht zijn ronde hoofd bij het oor van William C. Ottakee en fluisterde een paar onverstaanbare woorden. „En bovendien," zei de sluwe Felix verder, „is mijn nicht, mejuffrouw dr. Veldhammer, erfgename van het vermogen, het werk en zelfs de wetenschap van mijn armen broer zij is zijn assistente." „Ja, dat verandert wel iets," zei Ottakee glim lachend. „Maar u zult wel geen afdeeling soldaten meekrijgen, omdat er al een stukje van den meteoor gevonden is." „Gelooft u dat sprak Marion op een toon van ergernis tegen. „Er is niets gevonden, 't Is pure bluf!" „Zoodenkt u dat moeten we dan eerst onderzoeken." „Neen, da's niet noodig. Ik ga morgen terug naar New York. Ik moet vandaag weten, waar ik aan toe ben," zei Marion en zij schrok van zichzelf. „Ik alleen weet, waar de meteoor ligt, ik alleen weet, hoeveel gevaar duizenden menschen loopen, en ik alleen ken de middelen, om die stralen onschadelijk te maken. We hebben er maanden aan gewerkt en wou u nu de concessie intrekken t" Marion was opgestaan, haar oogen vlamden, oom Felix kromp wat ineen. „Ik alleen heb de precieze kaarten als u weigert, gooi ik ze in 't vuur. en dan sterven er duizenden, duizenden mijnheer, vóór u den meteoor gevonden hebt. Zoo nu kunt u beslissen Marion keerde zich om en ging uit het raam kijken, zag machtig en slank den Washington-obelisk opsteken tusschen de takken van het bladerlooze park. William C. Ottakee schraapte zijn keel, nadat Felix Veldhammer hem andermaal iets had inge fluisterd. „We zullen de concessie op uw naam zetten. Als u den steen vindt, bent u verplicht, hem weg te ruimen en onschadelijk te maken. Mocht de steen u eenig financieel voordeel opbrengen, dan betaalt u daar aan de regeering der U.S.A. vijftig procent van. Daartegenover zult u van onze ambtenaren in de Staten alle mogelijke hulp genieten. I' reist ook onder bescherming der regeering. Kunt u 't daarmee eens zijn Marion wendde zich weer naar den ambtenaar toe. „Grootendeels wel alleen kan ik van de voordeelen niet meer dan twaalf procent afstaan. Ik waag mijn leven niet, om van die paar honderd dollar radium - erts, die we winnen kunnen, nog de helft af te geven." „Marion, wees toch verstandig," riep oom Felix. William C. Ottakee scheen zich be- leedigd te voelen. „Goed, dan vijfentwintig procent voor de regeering zou dat gaan t" zei Marion en zij stak Ottakee de hand toe. „Sla toe sla toch toe, meneer Otta kee," riep oom Felix. William 0. Ottakee sloeg toe. In de gang met linoleum-looper bleef oom Felix staan. Hij nam zijn hoed van het glimmende hoofd, dat warm was ge worden, en steunde „Drommels, kind 't is bij jou in orde Meer kan ik niet zeggen. Als je geld noodig hebt, kom je maar bij mij. Wat heb je dien Ottakee netjes op zijn plaats gezetHahaha Oom Felix lachte zoo, dat de witte biljartbal een roode werd. „Hoezoo V' vroeg Marion. „Had ik geen gelijk, met wat ik zei t" „Of je gelijk had Natuurlijk Maar Ottakee is een hooge ambtenaar. Jij weet hem aan te pakken Ik heb hem direct te eten moeten vragen voor vandaag, anders was 't niet zoo mooi gelukt. Nee, Marion, je bent zooiets als een geschenk van den hemel voor ons." De biljartbal rolde nader Marion had een stevigen kus beet. Zeer tevreden met haar succes verliet zij toen met haar oom het regeeringsgebouw. ACHTTIENDE HOOFDSTUK De roode achterlichten van den Washington- expres verdwenen in het donker van den Hudson - tunnel. Met moede schreden klom Marion de trap op van het perron naar de hall van het Pennsylvania- station. Het wielende leven om haar heen, het bran den der gezichten voelde zij heviger'door haar een zaamheid. Felix Veldhammer moest weer terug, na drie uren besteed te hebben aan de begrafenis van zijn broer. Gunnar Skromberger was, ondanks de politie, ondanks de verzekeringen van commis saris Kathube, op de Resolute en dreef op den oceaan. Een roemloos vertrek. Marion bestelde aan een raam in de hall een portie ijs om maar iets te doen. Het was afschuwelijk. Gunnar had haar in het hotel een telegram gestuurd „Tot ziens in Cherbourg." Marion had wel kunnen huilen. Eindelijk had zij een jongen man gevonden, in wien zij gelooven kon, van wien zij veel kon houden en hij had haar zonder strijd verlaten. Maar miskende zij hem niet Gunnar was niet laf geweest. Hij kon niet anders, 't Was nu eenmaal zoo geloopenmaar wat moest ze beginnen zonder Gunnar, zonder oom Georg Zij gebruikte snel het ijs, betaalde, en ging met een roltrap naar buiten. De frissche lucht deed haar goed. Zij nam een taxi, daar zij te moe was om te loopen, eu reed naar het hotel. Daar zat zij nu alleen in een grooten leeren fauteuil, in de vestibule van het Plaza-liotcl, een sigaret te rooken. Nu moest zij nadenken zien wat zij doen moest. Zij kon toch onmogelijk alleen, zonder mannelijke bescherming, KORTE INHOUD VAN HET V 00 R A F G A A N DE In het Rotsgebergte is ergens een meteoor-steen neergekomen, die een radiurn- achtige kracht uitstraalt, slechts door lood tegen te houden. De stralen ver lammen en dooden den onbeschermden mensch, maar zouden voor de in dustrie een zeer groote waarde hebben. De steen wordt dus gezocht, en wel door: 1. den Duitschen professor Veldhammer, met zijn nicht Marion en den Zweed Gunnar Skromberger, die van Marion houdt2. den New-Yorker groot-industrieel Iloland; diens secretaris, David Torrent, is al op zoek geweest, en heeft een splinter van den steen meegebracht. Maar die splinter is uit het huis van Iloland gestolen3. een misdadigersbende, die een ring met pijl tot kenteeken voert, en zetelt in een driehoekig huis in de Ghinee- zenwijk te New York. Het hoofd der bende, een gemaskerd man, bezit den gestolen splinter, en heeft dien in een koffertje, dat met lood bekleed is. Hij kan echter met één handbeweging een luikje openen, waardoor de noodlot tige stralen naar buiten kunnen treden. Marion en Skromberger zien in het Luna-park een stakker van een man, een jongen man nog, die echter niet denken of praten of hooren kan, en met hooi gevoed wordt. Er komen drie Japanners, die Skromberger ontvoeren, om hem het zoeken naar den meteoor te beletten. Als zij echter ook Marion willen wegvoeren, wordt deze gered floor het diermensch, en kan naar haar hotel terugkeeren. De man met hel masker is intusschen in dat hotel geweest en heeft nrof. Veldhammer met de straling van den meteoor-splinter gedood. Marion, die nu alleen staat, gaat naar Felix Veldhammer, broer van wijlen den professor, en deze bezoekt met haar het ministerie te Washing,on. Nu kunt u hierboven verder lezen. de bergen van Montana intrekken, waar zij aan alle aanvallen blootstond. Terwijl bovendien een der meest gevreesde schurkenbenden haar bestreed. Oom Felix had, hoewel Marion nog rijkelijk geld had, bovendien een rekening op haar naam bij de Bowery-bank geopend. Op 't perron had hij ook beloofd, vier bekwame en betrouwbare arbeiders uit Washington te sturen die had zij in ieder geval noodig bij haar expeditie. Maar zouden zij niet allemaal wegloopen. als zij den pijlring te zien kregen Op Gunnar's terugkeer viel niet meer te rekenen, zeker niet te wachten, Zij had voor haar reis vóór alles een betrouwbaar man noodig. die haar persoonlijk toegewijd was. En weer moest zij aan Crazy Crook denken Malle Draai maar zij gebruikte nu liever deri Engelschen naam dan dien vernederenden, spottenden. Crazy Crook Het was onzinnig, maar niet onmogelijk. Marion trok krachtig aan haar sigaret. Die stakker wist van geen pijlring, kon niet omgekocht worden, zou haar niet verraden, wijl hij van verraad niets begreep hij kon immers niet denken, niets goeds en niets slechts. Zij zou zeer goed voor dat dier mensch zijn, de trouw van die arme ziel winnen. Twee sterke armen had zij noodig en die bezat Crazy Crook. De Bings zouden hun beste nummer niet graag afstaan, maar dat was slechts een kwestie van geld. Marion drukte haar sigaret in den asclibak uit en gaf den portier nog een telegram voor Gunnar op „Dank voor alles oom Georg leeft niet meer mis u erg. Sein nieuw adres naar Plaza. Zet expe ditie alleen door. Marion." Toen reed zij naar Conev-eiland. Nuchter en slaperig lag de tentenstad in het zonlicht van den middag. De meeste tenten waren dicht. Straatvegers waren met ontevreden gezichten bezig papieren, blikjes en afgescheurde entree kaartjes langs de goten te vegen. Marion zocht en vond de tent van Bing. Zij liep naar den wagen en klopte tegen liet hout van de veranda. „We geven nietkrijschte binnen de stem van mama Bing. Toen deed zij de deur open. „O, me vrouw, u Dat ik u nog eens terugzie.Man. die mooie dame is er weer. die ze d'r man hebben weggehaald Bing trad groot en breed in de deuropening en vatte Marion bij de handen. „Zoo, dame, da's fijn, dat u nog leeft. F.n hoe is 't, met uw man ,,'t Was mijn man niet een vriend van me. Ze hebben hem met geweld op 't schip gebracht. Hij is al op weg naar Europa. Maar waar is. Haar blik zocht Crazy Crook. Machtig en kolossaal groot in den kleinen wagen kwam Crazy Crook uit zijn hoek op haar toe. Er ging een licht over zijn verwilderd gelaat. Marion schrok over de gedachte, dezen mensch als reisgezel mee te nemen de bergen in. Zij gaf hem de hand en streek hem over den schouder. Hij gaf geen geluid alleen straalden zijn oogen als van geluk. Marion vertelde het echtpaar Bing over haar plannen wie zij was en wat zij wou. Mama Bing streelde met haar forsehe hand Marion's teere vingers zij wist al uit de krant, welk tragisch lot het meisje ge troffen had. De eerste tien minuten vocht Marion tegen twee ijzeren hoofden. „Als we Crazy Crook kwijt zijn, kunnen we de tent wel sluiten," antwoordde Bing

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1935 | | pagina 22