een blik toonde wie
DA Al AM meibon voor
FRANZ LEHAR
B
EN ZIJN VROOLIJKE VAARWEL MET EEN SCHONE ZAKDOEK
WEEUWTJE
If AMI Uil GESCHENKEN
EIDEN WUIFDEN
Vergelijk eens een Radion was met
een gewone was: U zult verbaasd
zijn over de extra helderheid, die
Radion geeft. Radion maakt het
linnen zo prachtig wit, omdat het
extra schoon maakt. Geen vuil
is bestand tegen het zuurstofhoudende Radion -
sop, dat door het gehele weefsel heendringt
en alle vuil verwijdert zonder dat hard wrij
ven of zwaar werk nodig is. Tevens is de
zuurstof werking van Radion zo zacht, dat zij ab
soluut onschadelijk is, zelfs voorliet fijnste goed.
25
IN 1905 werd de wereldberoemde
operette „Die lustige Wittwe" gecom
poneerd nog geen 11.000 dagen zijn
er sinds de première verloopen en
meer dan 250.000 maal is de operette
gespeeld
Nu krijgen we het Weeuwtje als spre
kende film, en nög grooter wordt de
roem van den 65-jarige, die in zijn
étage-woning te Weenen nog steeds
operetten-muziek componeert, melodie-
en, die de wereld rondgaan, de wereld
rond gegalmd en geschetterd en helaas
ook gekrijscht worden. Het zijn ouder-
wetsche wijsjes, maar ze pakken. En
ouderwetsch is ook Lehar zelf. Zijn
meubels herinneren aan de 19e eeuw,
en persoonlijk is hij nog steeds de
gemoedelijke Wiener, die Weensche
blijheid en Weensche gevoeligheid over
de aarde sproeit.
Hij is niet verwaand geworden door
zijn succes. Hij is tevreden en werkt
verder. Hij werkt hard, als hij aan een
nieuwe operette bezig is, zooals nu.
Hard werken heeft hij wel geleerd, al
werd hij, zooals hij eens bekende, com
ponist uit luiheid
Menigeen denkt Als je componist
bent, krijg je vanzelf zoo'n wijsje in
je hoofd, en dat schrijf je dan op, en
't wordt gedrukt, en iedereen koopt
't, en de componist verdient geld als
water. Zóó althans, denkt men, gaat
't bij een componist als Lehar, die
succes heeft in een populaire soort
muziek
Maar zoo gaat 't heelemaal niet.
Lehar zelf zal zeggen, hoe 't wèl
gaat
„Als je eens een keertje een idee hebt,
is er geen stukje papier bij de hand.
Heb je 't op kunnen schrijven, dan vind
je geen uitgever. Als je, tegen alle
verwachting, wèl een uitgever vindt,
betaalt hij niet. Mocht hij een keertje
wel betalen, en wordt je stuk gedrukt,
Franz Lehar aan 't werk. Links boven
zijn engel der bezieling: Hansje.
dan koopt geen mensch het. De dood
enkele, diè 't nog koopt, kan 't niet
spelen. En als hij 't spelen kan, bevalt
't hem niet
Zoo spreekt de man, die een hel
grootste successeij. van onzen tijd be
leeft. En ook hij heeft dat succes met
betrekkelijk slechts enkele werken be
reikt. Veel heeft hij gecomponeerd,
dat niet of weinig insloeg. We kennen
allemaal De Vroolijke Weduwe en De
Graaf van Luxemburg, maar wat
zeggen u de namen „Tatiana",
„Eva", „De man met de drie vrou
wen", „Eindelijk alleen", „Fras-
quita", „Paganini" Ook op die en
vele andere operettes heeft Lehar
gezwoegd en hij moest ze allemaal
maken, want hij kon niet vooruit weten,
wélk werk succes zou hebben en zijn
geld opbrengen. U ziet componist
hoeft uw zoon óók al niet te worden
Maar natuurlijk hoeven we Lehar
niet te beklagen, gelijk zoo menige
componist van liooger, kunstiger mu
ziek. Hij is er, en de arbeid kost hem
nu niet zooveel moeite meer. Hij kan
rustig heele nachten doorschrijven aan
de operette, die hij nu onder handen
heeft, en hij hoeft niet op bezieling te
wachten. In zoover hij die noodig heeft,
wordt ze hem verschaft door Hansje.
„Ik heb vannacht tot vijf uur ge
werkt," vertelt Lehar, „en als Hansje
niet zoo moe was geweest, had ik 't nog
wel langer volgehouden."
„Hansje vraagt de bezoeker.
„Ja, hier mijn kanarie-pietje. Hij
houdt me gezelschap en tiereliert zijn
liedjes. Dan werk ik 't prettigst." Lehar
springt op, gaat naar de kooi en haalt
er den slanken gelen vogel uit. „Heb ik
zelf gedresseerdverklaart hij met
trotsche vreugde. En dan gaat Hansje
zijn kunsten vertoonen al naar het
commando van den baas gaat hij op
diens hoofd, schouder of schrijftafel
zitten hij zingt mee, als de piano wordt
aangeslagen, en zoo meer. „Vroeger had
ik een papegaai vertelt Lehar verder.
„Maar daar kon ik slecht
bij werken 's nachts. Die zei
ieder oogenblik Ga toch
naar bed Morgen komt er
weer een dagen dan ging
ik eindelijk maar. 't Was an
ders 'n lief dier. 'n Paar jaar
geleden gestorven helaas!"
Men herkent hier heel goed
den handigen operetten-com-
ponist, luchtig en een tikje
grappig, gemoedelijk met een
echt volksche gevoeligheid.
Als hij aan zijn schrijftafel zit
met al die ouderwets-mooie
dingen en den kanarie, her
kent men hem beter dan in
zijn „salon", dat een museum
is van eereblijken ridderor
den en dure geschenken, oor
konden en foto's en carica-
turen en critieken. Dat alles
lijkt wel een iètsje gewichtig
in de woning van een man,
die de kunst per saldo maar
weinig vooruitbracht, al is z'n
werk nög zoo vlot en behaag
lijk in het oor der millioenen.
RAD. 72