OM DOOR EEN RINGETTE TE HALEN m 38 Het was bijna vijf uur en de bezoeksters begonnen de een na de andere afscheid van de jarige gastvrouw te nemen. Een elegante jonge vrouw was een der eersten die opstond. Toen de deur achter haar dichtviel heerschte er een oogen- blik stilte. Om door een ringetje te halenzooals altijd, zuchtte iemand benijdend. Hoe doet ze het toch. je snapt het niet, peinsde een ander. Mooi is ze heelemaal niet. wist iemand. En slank is ook andersvond 'n waardige matrone stekelig. Haar kleeren zien er altijd uit of zij ze voor het eerst aan heeft, constateerde een kwiek jong ding en de anderen riepen allemaal in koor: hè ja.... dat is het*. Ik heb haar al wel zesmaal in dat beige complet gezien, bedacht de gastvrouw, en toch Toch ziet het eruit of zij het vandaag pas thuis gekregen heeft, vulde een ander aan. Lieve lezeressen kent n ze ook, de vrouwen, die er altijd uitzien om door een ringetje te halen, ookals zij oude kleeren aan hebben Hebt gij u ook wel eens afgevraagd hoe doen zij het toch Het kan zijn dat gij een goeden smaak hebt het kan zijn dat gij in het gelukkige bezit zijt van een ideaal figuur en een welgevulde beurs en dan kan het nog heel goed gebeuren dat uw persoonlijkheid desalniettemin toch niet dat heel bijzondere, dat aparte, dat welverzorgde cachet draagt, dat het stempel is van nauwlettende en onophoudelijke zorg voor de garderobe. Evengoed als menschen kunnen ook kleeren moe worden. De mantel of de japon die te veel achtereen gedragen wordt, zonder een rustperiode, zonder een geduchte opknapbeurt, krijgt al heel spoedig dat verlepte, verflenste, dat van de elegantste japon een onooglijk kleedingstuk maakt. Ijdeltuitjes met meer zin voor opschik dan verstand kunnen een nieuwe japon op een dusdanige wijze opdragen onder het motto maar het is toch een daagsche jurk daar heb ik haar voor gekocht, dusDus wordt de nieuwe jurk iederen dag gedragen en in het begin ook des Zondags en dan duurt het niet zoo heel lang, of er wordt verzucht ik heb niets om aan te doen. Kleeren, evenals meubels en huisraad, eischen onderhoud en het is goede economie, om een japon minder aan te schaffen en voor 't geld dat men aldus uitspaart den bestaanden voorraad in de kleerenkast op peil te houden met behulp van strijkbout, naald en draad en waschbenzine, en als gij het zelf niet klaar kunt spelen, laat dan een goede stoomerij uitkomst brengen. Het is werkelijk verbazend, hoe vuile, gevlekte, verfom faaide kleeren opknappen als zij vakkundig gereinigd worden, mits..,., zij niet versleten zijn, want een kaal gedragen rok blijft een kaal gedragen rok, onverschillig of er vlekken in zitten of niet Gedurende het natte seizoen hebben onze kleeren veel te lijden van regen, mist en modder. Geregeld oppersen is hier de boodschap. De tijd is niet meer ver, dat onze warme wollen winterkleeren, onze truien, pullovers, vesten en sjaals verwisseld worden voor fleurige zomerkleeren. De verleiding is dan heel sterk om al dat dikke wintergoed maar gauw op te bergen. „Ziezoo, tot het volgend jaar," zegt de huisvrouw, en zij strooit een extra handvol naphtaline, ver mengd met zwarte peper, tabak en kamfer, tusschen de in couranten gewikkelde kleedingstukken. Het motvrij opbergen van winterkleeren verdient zeer zeker aanbeveling, maar er is nog iets anders Zorgt dat de winterkleeren, die gij straks gaat opbergen, schoon en vlekvrij worden weggeborgen. Denkt niet tijd genoeg daarvoor als wij ze straks weer noodig hebben. Neen nu is 't de tijd om wollen goederen te wassehen, alvorens ze ongestreken doch schoon weg te bergen. Nu is, de tijd om mantel - costuums, dikke winteriaponnen en mantels e.d. uit te laten stoomen, voor zoover noodig. Wacht er niet mede tot het volgend seizoen. Vuil vreet in, zegt de volksmond, en dat geldt ook voor kleeren. De meeste stoomerijen doen extra voordeelige aanbiedingen in het vroege voorjaar, waarvan men kan profiteeren voor de groote toeloop komt. Als gij uit zuinigheidsoverwegingen hiertoe niet over wilt gaan, dan betracht gij een zuinigheid die de wijsheid bedriegt.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1935 | | pagina 36