KIJK EENS DE HERTOG- OM, MENEER DOOR JOHiN. D. CL KRRRAKdeed het wagentje, een twoseater niet 'n hertogelijk kroontje en verkwistend veel verguld sel op het portier. „Rrrangkreunde zijn grootere broer, een ele gante Mercedes. Het twoseatertje sputter de nijdig, zwaaide over het asphalt, maakte het hof aan 'n onverinurwbaren lan taarnpaal en kwam met een knal van den afgeslagen motor zijn avontuurlijk slip pertje te boven. Het ge beurde in den middag en de Strand met haar uitgelezen, gezellig winkelend publiek was er getuige van. Vanachter het stuur kwam een blond jongmensch te voorschijn, monocle in het rechteroog, uiterst correct gekleed en toegerust met de aangeboren hertogelijke voor naamheid van een eeuwen oud voorgeslacht. Hij wan delde met een gekreukt voor hoofd om het wagentje heen, constateerde dat er nog geest, wil en kracht genoeg in zat om verder te rijden en trok een ontdaan gezicht bij de beschou wing van het lichtelijk gekraakte portier en het beschadigde verguldsel. En intusschen vormde zich een oploopje om hem heen van hooggezeten dames en heeren, allemaal deftige klanten van de gepeperd dure Strandwinkels. „Dat was uw schuld, meneer bulderde de nijdige stem van den Mercedes-eigenaar, die eveneens was uitgestapt. „U zegt. mijn schuld vroeg de hertog, met iets van de ijle hoogte van zijn geboorte in den toon van zijn stem. De ander scheen zich onafhankelijk genoeg te voelen, om twist te durven zoeken met een echten hertog, hij sloeg tenminste een hatelijken ruzietoon aan. „U verstaat me toch zeker wel Ik zei dat het uw schuld was. Beoefent u soms de acrobatiek f U wringt zich in bochten met dien kinderwagen als een zieke slang. Als ik niet uitgekeken had, was u al driemaal getorpedeerd. Neem een raad van me aan en huur een step, als u nog eens rijden wilt. Dan maakt u tenminste alleen het trottoir maar onveilig." De hertog werd witjes van verontwaardiging. „Ik slingerde niet, meneer." wees hij het verwijt van zijn tegenstander met een vernietigenden blik terug, ,,'t Was niet mijn schuld, maar de uwe. I' raast maar door met uw wagen, zonder op uw voor ligger te letten. Ik roep de dames en heeren hier tot getuige, of ik geslingerd heb. 1" zult me niet over bluffen, ik stel u aansprakelijk voor de schade De stem van den hertog klonk niet langer beheersclit, maar driftig. En zijn verontwaardiging was zoo groot, dat hij zelfs iets verloochende van de geërfde voornaamheid van wie weet hoeveel voorgeslachten. Hij greep zeer plebejisch onverhoeds 'n intelligent uitzienden meneer bij den revers van zijn jas eti nam hem tot getuige. „Pardon, u liep aan den rand van het trottoir hebt u me zien slingeren, of onverwachts uit zien wijken De intelligente mer.eer mat met een vluggen oog opslag de robuste gestalte van den plebejischen Mercedes-eigenaar. Hoe geneigd hij blijkens zijn aarzeling ook scheen, op goeden voet te komen met een hertog, toch deinsde hij vermoedelijk terug voor de consequenties van zijn uitspraak, want hij schudde eensklaps spijtig het hoofd. „Ik ben helaas niet bevoegd een oordeel te vellen ik keek toevallig een anderen kant op," verontschul digde hij zich. „En u, meneer vroeg de hertog, met een uitval naar den jasrevers van 'n oerdeftigen heer met een baard. „Ikik kan er evenmin iets van zeggen," mompelde deze verward, blijkbaar geschrokken van dien onverwacliten uitval. De Mercedeseigenaar begon smalend te lachen en de hertog wendde zich met een pijnlijken blik tot .Hij greep onverhoeds een intelligent uit zienden meneer bij den revers van zijn jas

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1935 | | pagina 4