5
eens om
eeri blonde schoonheid aan zijn linkerhand. „Pardon,
mevrouw, hebt u misschien iets van de aanrijding
gezien V' vroeg hij beleefd, met een discreet gebaar
baar bengelende visitetasch even aanrakend, om
haar opmerkzaamheid te trekken.
De dame scheen zeer gevleid en lanceerde een
lieven glimlach. Maar iemand kan gevleid zijn van
een hertog en toch terugdeinzen voor een valsche
verklaring. Deze dame althans vond er den moed
niet zoo spoedig toe.
„Het spijt me verschrikkelijk, maar ik heb er
niets van gezien," gaf zij blozend ten antwoord.
„Alles ging zoo vlug, dat het ongelukje reeds gebeurd
was, voor ik er goed en wel erg in had."
De man van de Mercedes begon opnieuw hatelijk
te lachen. De hertog scheen diep teleurgesteld en
keek den aangroeienden kring toeschouwers eens
rond. En reeds strekte hij de hand uit naar den jas-
revers van een anderen meneer, dien hij blijkbaar
in de nabijheid had gezien, toen zich plotseling een
klein heertje binnen den kring drong. Hij had een
oolijk gezicht en een corpulente gestalte en hield
in de eene hand een dikgevulde portefeuille en in de
andere een zakboekblaadje met een paar potlood
krabbels.
„Hallo, heeren, ik ben van alles getuige geweest,"
begon hij met plechtigen nadruk in zijn stem.
„Alsjeblief, ik heb de situatie even opgeteekend.
Zóó is het gegaan deze meneer hij maakte
een hoofdbuiging voor den hertog „had een enkel
Itetreurenswaardig moment van onoplettendheid.
Hij keek even opzij en het wagentje volgde zijn blik,
zal ik maar zeggen. Dit slippertje werd het vergulde
portier helaas noodlottig. Den meneer van de
Mercedes treft echter niet de minste schuld
Met evenveel nadruk in zijn gebaar als in zijn stem,
wees hij op de potloodschets. De eigenaar van de
Mercedes knikte triomfantelijk en klopte het meneer
tje op den schouder. „O zoo Ik ben er onschuldig
aan als 'n pasgeboren kind en ik betaal
dus geen halven cent schadevergoeding."
„En daar hebt u groot gelijk in," viel de
ooggetuige hem bij. „Ik zou het ook niet
doen, waarachtig niet
Blijkbaar stellig overtuigd, dat de pot
loodkrabbel nog eens als gewichtig over
tuigingsstuk voor den rechter zou dienen,
borg hij haar zorgvuldig in een der vakjes
van zijn portefeuille en stak deze in zijn
binnenzak.
De hertog scheen zeer ontsticht door de
wending, die het straatproces genomen had.
Hij mompelde iets van bemoeizuchtige
oude heertjes en scheen op het punt boos
uit te vallen en den ongeroepen getuige te
wraken. Doch blijkbaar tot het inzicht ge,
komen, dat ook een hertog meer vliegen
vangt met stroop dan met azijn, wierp hij
het over een anderen boeg en nam het
meneertje gemoedelijk bij den revers van
zijn jas.
„Pardon, waarde heer, luister eens even,"
begon hij met een beminnelijken glimlach.
De getuige trok zijn bolrond gezicht ter
stond in 'n afwachtende plooi, maar op
hetzelfde oogenblik verscheen er een po
litieagent binnen den kring.
„Wat is hier aan de hand, dames en
heeren Een aanrijding Mooi, dan zullen
we maar eens beginnen met het begin.
Wie zijn de eigenaars van die wagens daar
„Ik van dien daarginds," zei de hertog,
met een hoogmoedig gebaar naar het
hertogelijk portier wijzend.
„En die Mercedes is van mij," voegde
zijn tegenstander eraan toe.
„Goed zoo, en kunt u allebei nog weg
komen V'
De heeren knikten.
„In orde Zet uw wagens dan maar in
de eerste zijstraat rechts, dan kan ten
minste het verkeer doorgaan. Ik kom
dadelijk bij u, om de kwestie even uit te
zoeken."
De hertog fronste de wenkbrauwen, dit
nieuwe oponthoud kwam hem blijkbaar
ongelegen. Een oogenblik scheen hij be
sluiteloos wat te doen, doch eensklaps
wendde hij zich tot den agent. „Wat mij
betreft kan de zaak wel blijven rusten,
agent. Ik ben zelf de benadeelde partij en
„Die dame was een lady," meende de hertog, de
portemonnaie te voorschijn halend van de blonde
schoonheid, die hij tot getuige had geroepen. Hij
ried verbluffend juist werkelijk droeg de overslag
van de portemonnaie het vijfpuntig kroontje van
een honourable. Jammer genoeg voor den hertog,
bedroeg de inhoud echter slechts vier shilling.
„En deze behoorde een kwartier geleden nog aan
een welgedanen rentenier," grinnikte de hertog
plezierig, de goedgevulde portefeuille van het oolijke
kleine heertje voor zich op tafel leggend. Met ge
spannen verwachting onderzocht hij den inhoud. En
toen trok hij plotseling een miserabel gezicht -.
de portefeuille bevatte niets dan een opgevouwen
krant en het potloodschetsje van de aanrijding.
„Zoo'n bedrieger," mompelde de hertog veront
waardigd, het schetsje bekijkend. Aan de keerzijde
oiitdekte hij eensklaps 'n paar haastig neergekrab
belde woorden. Zij hielden een vriendelijk verzoek
in „Kijk eens om, meneer de hertog.
De hertog voldeed niet aan het vriendelijk verzoek.
Hij verstijfde een oogenblik van schrik en mompelde
een boozen vloek. Toen herstelde hij zich en verhief
nijdig zijn stem. „Berg die revolver maar op,
mooie rentenier, en maak hier geen schandaal
alsjeblief."
Het oolijke kleine heertje aan den ingang van de
box stak glimlachend zijn browning weg. „Het was
je zesde lichte aanrijding al van deze week, John
Bricks," zei hij op een toon van zachtmoedig verwijt.
„Je begrijpt toch wel, dat dit in de gaten begon te
loopen Neen, neen, drink eerst je cocktail nog maar
even op, meneer de hertog een voorgevoel zegt me,
dat er de eerste drie jaren wel uitsluitend Theems-
water op je wijnkaart zal voorkomen
Het voorgevoel van het oolijke meneertje kwam
prompt uit John Bricks, alias de hertog, kreeg drie
jaren toegemeten, om zijn hertogelijke allures af U
leeren.
die meneer zal er dus wel niets op tegen hebben.
De schade zal ik zelf wel dragen."
Een Londensche agent weet heel goed, wat hij een
hertog verschuldigd is en ook deze bracht dus
allergedienstigst de hand aan zijn helm.
„U maakt dus nergens aanspraak op, meneer 1"
„Neen, ik doe afstand van mijn rechten," verklaar
de de hertog berustend.
„In orde, meneer als er verder niets gebeurd
is, heb ik vrede met de geschiedenis.
Niemand verhief zijn stem tegen deze gemoedelijke
beslissing. De hertog lichtte zijn hoed en keerde naar
zijn wagentje terug, de man van de Mercedes deed
insgelijks en de kleine, corpulente ooggetuige riep
een taxi aan. Op een wenk van den agent verspreidde
zich ook het deftige publiek en een oogenblik later
had de Strand haar gewone rustige aanzien weer
hernomen.
Het hertogelijk wagentje reed een kwartier later
bij het deftige „Tavistock" voor. De hertog stapte
uit, nam binnen een box van vier plaatsen voor zich
alleen en bestelde, vervuld van louter plezierige
gedachten, een dure cocktail. Toen hem deze gebracht
was en hjj zich weer in zijn eentje bevond, diepte hij
uit een van zijn zakken de maroccainleeren porte
feuille op van den intelligenten meneer.
„Doctor of advocaat...." ried de hertog, de
portefeuille openend. Hij haalde er tachtig pond uit
te voorschijn, benevens een visitekaartje, waarop
inderdaad de advocaatstitel prijkte
De hertog knikte tevreden. „Ik vergis me toch
maar nooit in mijn mensehen deze is van eqn domi
nee, of van een professor.
Hij sloeg de portefeuille open van den deftigen
meneer met den baard. Zij bevatte achttien pond en
een brief, die inderdaad geadresseerd bleek te
zijn aan een dominee den eerwaarden heer
Wa+son.